M11: H16.6
Wat zijn de 5 criteria van het kenmerk authenticiteit van Lincoln en Guba?
1. eerlijkheid.
2. ontologische authenticiteit
3. educatieve authenticiteit
4. katalytische authenticiteit
5. tactische authenticiteit
Wat houdt eerlijkheid in m.b.t. de criteria van authenticiteit van kwalitatief onderzoek?
Het onderzoek moet verschillende standpunten onder leden van de sociale setting vertegenwoordigen
Wat houdt de ontologische authenticiteit in m.b.t. de criteria authenticiteit van kwalitatief onderzoek
Het onderzoek moet de leden helpen tot een beter begrip van hun sociale omgeving te komen
Wat houdt educatieve authenticiteit in m.b.t. de criteria authenticiteit in kwalitatief onderzoek?
Het onderzoek moet leden helpen het perspectief van andere leden van hun sociale omgeving te waarderen.
Wat houdt katalytische authenticiteit in m.b.t. de criteria authenticiteit in kwalitatief onderzoek?
Het onderzoek moet leden ertoe aanzetten actie te ondernemen om hun omstandigheden te veranderen.
Wat houdt tactische authenticiteit in m.b.t. de criteria authenticiteit in kwalitatief onderzoek?
Het onderzoek moet de leden in staat stellen de stappen te zetten die nodig zijn om tot actie over te gaan.
Wat houdt actieonderzoek in?
Dit is een aanpak waarbij de actieonderzoeker en leden van een sociale omgeving samenwerken om een probleem te diagnosticeren en gezamenlijk een oplossing te ontwikkelen via een reeks processen die door de onderzoeker worden geïnitieerd.
De criteria authenticiteit is soortgelijk met....
Actieonderzoek
Wat zijn de 8 criterium van Tracy m.b.t. kwalitatief onderzoek?
1. waardevol onderwerp: het onderwerp is relevant, actueel, belangrijk en interessant
2. rijke nauwkeurigheid: het onderwerp is voldoende, overvloedig, passend en complex
3. oprechtheid: het onderzoek getuigt van reflexiviteit en transparantie
4. geloofwaardigheid: het onderzoek wordt gekenmerkt door dikke beschrijvingen, triangulatie, multifocaliteit (meerdere stemmen) en ledenreflectie
5. resonantie: het onderzoek beïnvloedt het publiek
6. significante bijdrage: het onderzoek maakt op een of andere manier een verschil voor de kennisdatabase
7. ethiek: de onderzoeker heeft nagedacht over ethiek
8. betekenisvolle samenhang: het onderzoek bereikt wat het beoogt
Wat houdt reflexiviteit in?
De onderzoeker (en de onderzochte) is reflecterend op de implicaties van de methoden, waarden, vooroordelen en beslissingen voor de kennis die hij genereert
Wat is een voordeel van reflexiviteit?
De onderzoeker is dan nauw betrokken bij de constructie van kennis door het perspectief dat hij inneemt en de beslissingen die hij neemt over de manier waarop hij deze representeert
Wat is een nadeel van reflexiviteit?
De term kan op elke manier worden geïnterpreteerd
Hoe ziet Hammersley validiteit?
de onderzoeker heeft geen directe toegang tot de externe sociale werkelijkheid, maar de onderzoeker is altijd bezig met representaties of constructies van de sociale wereld.
Hoe kunnen we iets als geldig/valid verklaren als de onderzoeker geen directe toegang heeft, zoals Hammersley zegt?
We moeten erkennen dat we nooit zeker kunnen zijn van de waarheid van welk verhaal dan ook, door deze indirecte toegang.
dit betekent dat een verslag alleen als geldig of waar kan worden beschouwd als het nauwkeurig kenmerken weergeeft van de verschijnselen die het moet beschrijven, verklaren of theoretiseren.
Hoe ziet Hammersley relevantie?
Hiermee verwijst hij naar de belangrijkheid van een onderzoek in dat substantiële veld of naar de contributies van een onderzoek in dat veld.
Wat omvat de relevantie nog meer?
Dit omvat de vraag of onderzoek inspeelt op de zorgen van de praktijkmensen – dat wil zeggen de mensen die deel uitmaken van de sociale setting die wordt onderzocht en die waarschijnlijk een gevestigd belang hebben bij de onderzoeksvraag en de implicaties van de bevindingen die daaruit voortvloeien.
Wat is een aandachtspunt van de interesses van de praktijkmensen m.b.t. de onderzoeksvraag?
De soorten onderzoeksvragen en bevindingen die van belang kunnen zijn voor praktijkmensen en onderzoekers zijn waarschijnlijk verschillend.
Hoe kunnen de onderzoeksvragen en bevindingen voor praktijkmensen en onderzoekers verschillend zijn bijv.?
Praktijkbeoefenaars zijn waarschijnlijk geïnteresseerd in onderzoek dat hen helpt de problemen waarmee zij worden geconfronteerd te begrijpen of aan te pakken, en dit zijn wellicht geen centrale problemen voor een academisch onderzoeker
Kunnen er situaties zijn waar onderzoekers de belangen van beiden groepen aanspreken?
Ja en zij kunnen dit zelfs gebruiken als een manier om de toegang te krijgen tot de organisatie waarin zij onderzoek willen doen