Strategie H3
Resource-based view
Inside-out benadering bij een organisatie
Wat zijn bij snelle veranderingen in de externe omgeving de meest betrouwbare strategie?
Interne middelen en competenties (positie in de industrie is dan minder betrouwbaar)
Competenties
Skills om middelen te gebruiken
Wat is er intern nodig voor concurrentievoordeel?
Middelen en competenties, zonder de tools heb je geen concurrentievoordeel omdat je niet weet hoe je de competenties moet gebruiken
Wat is heterogeniteit in middelen en competenties?
Niet alle organisaties hebben dezelfde middelen en competenties, als dit wel zo was viel er maar weinig voordeel te behalen
Imperfecte mobiliteit
Het is niet mogelijk om middelen en competenties zomaar naar een ander organisatie te brengen. Dit hangt samen met heterogeniteit
Wat zijn de 3 typen resources die invloed hebben op de strategie?
1. Materiële middelen
2. Immaterële middelen
3. Personeel
Materiële middelen (financieel en fysiek)
Financiële middelen en materiële activa.
Redelijk makkelijk te identificeren en waarderen (bijv. jaarverslag)
Hoe kun je materiële middelen gebruiken voor concurrentievoordeel?
1. Kijken naar mogelijkheden om te bezuinigen
2. Kijken naar mogelijkheden om huidige activa efficiënter te gebruiken
Immateriële middelen (technologie en reputatie)
Minder makkelijk in te schatten in waarde en uit te drukken in geld (technologie, informatie, patenten, merknamen, research & development).
Menselijke middelen (personeel)
Expertise en prestaties van werknemers en hoe personeel tot een voordeel kan leiden.
Welke kenmerken bij personeel lijkt tot concurrentievoordeel?
Technische vaardigheden en competenties, sociale vaardigheden en emotionele intelligentie
Kerncompetenties
Competenties die fundamenteel zijn voor de organisatie en strategie. Deze zorgen ervoor dat de waarde stijgt, kosten omlaag gaan, meer winst wordt gemaakt, nieuwe vormen ontdekken en toetreding tot nieuwe markten.
Routinisering
Regelmatige en voorspelbare gedragpatronen dat gebaseerd is op herhaalde patronen van activiteiten. Dit is essentieel bij het ontwikkelen van competenties.
(kerncompetenties moeten geroutiniseerd zijn voor concurrentievoordeel)
Functionele analyse
Organisatie indelen in verschillende functionele eenheden en binnen deze functies kijken welke fundamenteel zijn. Het gaat om het innoveren van volledige businessmodellen.
Analyse van waardeketen (Porter)
Keten geven aan wat grondstoffen moeten doorstaan om het eindproduct te worden en verkocht te zijn.
Wat zijn de twee soorten activiteiten bij Porter's analyse van waardeketen?
1. Primaire activiteiten - Oprechte toevoeging aan product
2. Ondersteunende activiteiten - Helpen een product beetje over de breedte
Outbound logistics
Goede relatie hebben met leveranciers om er voordeel uit te halen
Marketing and sales
Priijszetting kan ervoor zorgen dat meer klanten iets bij jou kopen wat zorgt voor voordeel
Wat zijn de twee voorwaarden van concurrentievoordelen scheppen?
1. Relevantie (hoe relevant is het verhogen van de waarde of verlagen van de kosten?)
2. Schaarste (gaat over iets dat jij wel hebt en de concurrentie niet, dit kan het beste iets zijn dat niet op de markt verkrijgbaar is en schaars is)
Wat is belangrijk bij het behouden van concurrentievoordeel?
1. Duurzaamheid, het moet iets zijn dat langere tijd zijn waarde behoudt
2. Transfereerbaarheid, iets is overdraagbaar als iets makkelijk gekocht kan worden. Het voordeel dat je hiermee behaalt verdwijnt makkelijk.
3. Repliceerbaarheid, andere bedrijven kunnen niet zien wat jij doet en gaan het hierdoor niet nadoen. Dit zou je voordeel ten koste gaan
Wat kun je doen om concurrentievoordeel toe te eigenen?
1. Eigendomsrechten aanvragen
2. Relatieve onderhandelingsmacht
3. Inbedding, je hebt pas voordeel als er routinisering is en iets essentieel onderdeel is geworden van de organisatie
Wat zijn de 5 typen concurrentievoordelen van het VRIO-model?
1. Competitive disadvantage (waardevol)
2. Competitive parity (zeldzaamheid)
3. Temporary comptitive advantage (repliceerbaarheid)
4. Unused competitive advantage (georganiseerd)
5. Sustained competitive advantage
Welke dingen zijn het moeilijkst te imiteren?
Immateriële dingen, deze zijn dus waardevoller. Dit is echter zeldzamer omdat het een gevolg is van samenwerking van verschillende zaken.
Wat zijn de 4 onderdelen van het VRIO-model?
1. Valuable?
2. Rare? (je staat gelijk aan je tegenstander = parity)
3. Inimitable?
4. Organized? (kan de competentie daadwerkelijk ingezet worden?)
Benchmarking
Middelen en competenties vergelijken met andere organisaties en activiteiten aanpassen op basis van deze vergelijking om zo de prestaties te verbeteren.
Wat is echter een 'maar' bij benchmarking?
Na het vergelijken kan het zijn dat bepaalde activiteiten die je wilt implementeren het minder goed doen bij jou dan bij de concurrent
Zone of irrelevance
Zaken die er niet toe doen qua strategie en competenties
Key strenghts
Zaken waar andere organisaties jaloers op zouden zijn, ze zijn van belang en het is belangrijk dat je er goed in wordt
Key weaknesses
Dingen die waarde zouden kunnen toevoegen maar je bent er niet goed in.
Wat kun je doen tegen je key weaknesses?
1. Outsourcing - mensen buiten het bedrijf deze zaken laten regelen
2. Er zelf beter in worden - aankopen, ander bedrijf kopen
Overtollige sterktes
Sterktes die niks toevoegen aan de organisatie
Wat kun je doen met overtollige sterktes?
1. Investeringen verminderen
2. Uitbouwen zodat het kan worden gemaakt tot een sleutelsterkte
Quiz |
---|
hydrocarbures |
SCIENCE QUIZ FEB 29 |
Geography |
Exan ReviewChapters 1-7 Exam Review |
BIO 3 |
Presentation 2 |
differential association theory and psychdynamic explain |
chapter 26colonization of land |
kap 15 |
Navy shit |
reversible reactions and equilibrium |
spaans zinnen hz3 |
Vocabulaire de LORE |
p |
Anatomi och Fysiologi CNS |
r |
Chapter 4 - Tissues |
Computer Science1.2.1 |
Geo Unit 1 (Interrelationships, Pattersn + Trends, SEEP) |
instuderingsfrågorna |
module 3 study guide |
UE7-l'image du coprs au fil du temps |
battaille de la somme |
rate of reaction |
energy changes in reactions |
Zone 4 Lecco |
Zone 3 Lecco |
Zone 2 Lecco |
Zone 1 Lecco |
sun |
latn. 6 |
ekonomi |
work |
chapter 25origin and diversification of eukaryotes |
chapter 24early life and the diversification of prokaryotes |
anatomy |
chapter 23broad patterns of evolution |
Finska 50 ord 1 |
istalacion aire acondicionado |
science |
Bio Diversity Quiz - copy |
Chemistry chp 1Names of significant discoveries and who discovered them |
Bio Diversity QuizAnswer the following questions.g |
MichaelaHistory unit one test memorization |
Mesocorticolimbic System |
key terms 12.2 |
MOQ |
berlin |
plant id week 1plant ID flashcards |
Ballet Terms |
french mardu gras |
CALCULATIONS |
GIS |
chapter 22speciation |
les inégalités sesles inégalités |
church historyidk |
ses l'ecolechap sur l'école |
Frans être & faire |
provsjukvård |
chapter 21evolution of populations |
polish |
vocab |
Quiz 6 |
Revenue Recognition IFRS 15 |
géographie définitionsgéographie définitions G4 G5 |
electricity and chemical change |
Revision - Christian Teachings and Beliefs |
hairlove |
Gramatische Grundbegriffe |
redox reactions |
anat générale |
Quiz 5 |
embryo |
bio cell |
Latin Chapter 4 Vocab - copy - copy |
Physical Geography: Case studies |
Latin Chapter 4 Vocab |
memory chaleng |
dates histoiredates h3 a h6 histoire |
histoiredéfinition h3 a h6 |
Strategie H2 |
duits schritt 12 tot schrit 16german |
Judendomen |
consonants |
Survey of Philippine Literature |
Medical Terminology |
unit d - digestive system |
russian Vocablery |
Russian Vocab |
Système digestif |
devoir |
chapter 20evidence for evolution |
servir |
partir |
sentir |
Sortir |
using moles |
Dormir |
Pouvoir |
vouloir |
Midterm Practice Day 1I am choosing 6 questions per chapter of the testbank. |
KINE1102- midterm lecture 7 |
Quiz 4 |
reacting masses and chemical equations |
Système respiratoire |
Quiz 3 |
KINE1102- mideterm lecture 6 |
Quiz 2 |
Conceptual Underpinings |
Strategie H1 |
Quiz |
chapter VI A Deductions |
HaloalkanesCFC's |
iil |
Room Categories |
Formes Taekwon-do |
KINE1102- midterm lecture 5 |
neymar |
anatomi |
KINE 1102- midterm lecture 4 |
chapter 19darwin and his theories |
spelling words |
spelling words eli |
Metabolism |
KINE1102- midterm lecture 3 |
biologie: planten |
6003 OS & Appl Security Week 7 Service Security Conceptsexam Practice |
adjectives - JPN |
Blood quiz - copy |
Español Examen |
Literary Terms C |
tj judet onsdag |
maths revison |
Science-Biology |
UE7-la vaccination toute une histoire |
compounds mixtures and chemical change |
introduction to elements |
Presentation 1 |
psychological explanations for offending behaviour |
lärande och utveckling 3 |
Imunoimuno |
Blood quiz |
Name the formulas |
Set 5 Vocab |
Nonfiction text features |
6003 OS & Appl Security week 7 Windows ServicesExam Study |
1.1 Nature of Economics |
TKMB |
sciencebb |
Physical science quiz |
chapter 1history if life, evolution, typological and population thinking |
states of matter |
no |
KINE1102 midterm lecture 2 |
Latin |
WHF 2 |
4.8 (Frans naar Nederlands)Als ik spelfouten heb gemaakt, laat maar weten.
p.s. je hoeft er niet bij te zetten of woorden mannelijk of vrouwelijk zijn als er les, of l' staat. :) |
KINE1102 midterm |
home work |
4.6 (Frans naar Nederlands)Als ik spelfouten heb gemaakt, laat maar weten.
p.s. je hoeft er niet bij te zetten of woorden mannelijk of vrouwelijk zijn als er les, of l' staat. :) |
öva mera på |
4.4 (Frans naar Nederlands)Als ik spelfouten heb gemaakt, laat maar weten.
p.s. je hoeft er niet bij te zetten of woorden mannelijk of vrouwelijk zijn als er les, of l' staat. :) |
4.2 (Frans naar Nederlands)Als ik spelfouten heb gemaakt, laat maar weten.
p.s. je hoeft er niet bij te zetten of woorden mannelijk of vrouwelijk zijn als er les, of l' staat. :) |
nytt mag o tarm glosor test 4 |
French and British Fur Trade: Chapter 4squiggle |
social feb 22 |
Computer Science1..4.2 |
UE7-Paléoanthropologie: aux origines de l'Humanité |
Franska prepositioner |
4.1 (Frans naar Nederlands)Als ik spelfouten heb gemaakt, laat maar weten.
p.s. je hoeft er niet bij te zetten of woorden mannelijk of vrouwelijk zijn als er les, of l' staat. :) |
Computer Science1.4.1 |
Cell Biology 25 (Manual flashcards) |
Cell Biology 25 |
Computer Science1.1.2 |
Philo |
Apah africa people-artworks |
temptations |
missouri laws |
B1 |
A321-200 |
Katakana Combination QuizKatakana combinations sounds to practise |
anouk |
4 kirja |
french |
science review A |
W&S |
Socio |
Les vêtement Par Sylvia Duckworth |
marketing |
Vocab |
TLE |
Cognition 2 |
Quiz - système lymphatique et immunitaire |
Quiz au sujet du sang et le coeur |
EXPH exam 2 |
Elliot Sokoloski |
espagnol |
bb |
Ali |
Nk |
gabby |
history in gaza |
history conflict in gaza |
komparerade adjektiv |
Chapter 12- The Heart |
adjektiv B |
adjektiv A |
Chapter 4 health science |
deklination 4 |
grupp 15 nominativ singular till genitiv singular |
deklination 3 grupp 15 |
deklination 3 grupp 9 |
deklination 3 grupp 8 |
deklination 3 grupp 7 |
deklination 3 grupp 4 |
deklination 3 grupp 3 |
deklination 3 grupp 1 |
fortsättning deklaration 2 |
deklination 2 |
Macbeth quotes |
deklination 1 |
chapter 4+5 |
Biologie lab 2 |
Othello's character |
Desdemona / Othello |
Psychology Midterm |
Biologie Lab 1 |
Allotropes of CarbonAllotropes are different structural forms of the same element in 5he same physical stats. |
Unit 2 Animal Diversity |
unit d - macromolecules |
Test 1 |
révision France: une nouv place dans le monde |
jannelle monae - turntables |
fluently |
provflflf |
M.T. |
Test your knowledge |
CHAPTER 2: THE STRUCTURES OF GLOBALIZATION IN CONTEMPORARY WORLD |
Molecules with Hydrogen (Memorize) - type answer |
Molecules with Hydrogen (Memorize) |
Au XVe et XVle siècle, les européens organisent plusieurs expéditions pour explo |
INTRODUCTION QUIZ IN CONTEMPORARY WORLD |
Knowledge Test NJ - Advanced |
Anthro Quiz |
Lab Equipment |
Gut Brain Axis |
Digestive System |
glossary 2 |
Spanish M2- travel |
history 6 |
David |
En la ciudad |
mmpm |
it mangaement 4-6 |
Computational and Systems Neuroscience |
actors |
german 18 |
A330-300 - copy |
Dugga |
Unit 6 del 2 |
Rullmat Lus6 |
90 Day words |
Spanish |
m2 |
Unit 6 del 1 |
Spaans: beroepen |
Psykologi |
Rullmat Lus5 |
RullMat Lus4 |
RullMat Lus3 |
The returned (french show) |
RullMat Lus1 |
ALLEMAND 3 |
RullMat Lus2 |
Aller |