Ovido
Taal
  • Engels
  • Spaans
  • Frans
  • Portugees
  • Duits
  • Italiaans
  • Nederlands
  • Zweeds
Tekst
  • Hoofdletters

Gebruiker

  • Inloggen
  • Account aanmaken
  • Upgrade naar Premium
Ovido
  • Startpagina
  • Inloggen
  • Account aanmaken

gezondspsychologie

agony

folterende pijn

analgesics

pijnstillers op het perifere of centrale zenuwstelsel werkend

Behavioral Medicine / Medische gedragswetenschappen

Bestudering van gedrag vanuit de
medische/ gezondheidsoptiek

Congenital abnormalities / Congenitale afwijkingen

Afwijkingen en ziekten ontstaan
door geboorteafwijkingen of

abnormale groei en ontwikkeling

Epidemiology/ Epidemiologie

Wetenschap die de frequentie van
ziekten bestudeert

Etiology/ Etiologie

Wetenschap die de oorzaken van
ziekten bestudeert

Gender perspective Genderperspectief

Geslachtelijke verschillen bezien
vanuit met name het sociaalculturele perspectief

Incidence Incidentie

Term uit de epidemiologie; het
aantal nieuwe gevallen waarbij een

bepaalde aandoening optreedt in

een bepaalde tijdsperiode

Morbidity Morbiditeit

Ziekte

Mortality Mortaliteit

Sterfte

Prevalence Prevalentie

Term uit de epidemiologie; aantal
gevallen met een bepaalde

aandoening op een bepaald

moment

Alarm reaction Alarmering

Eerste fase van het General
Adaptation Syndrome

Catecholamines Catecholaminen

Een soort van hormonen, die een rol
spelen bij o.a. stress (bijv. adrenaline)

Cognition Cognitie

‘De activiteit van weten’: het
vergaren, organiseren en gebruiken

van kennis

Corticosteroids Corticosteroïden

Een soort van hormonen die een rol
spelen bij o.a. stress (bijv. cortisol)

Distress Letterlijk: leed

Eigenlijk hetzelfde als strain (zie
onder): de negatieve reactie op

stressoren

(Nor)epinephrine (Nor)adrenaline

Twee belangrijke hormonen
behorende tot de catecholaminen

Primary appraisal Primaire beoordeling

Beoordeling van de potentiële
stressor:

1: is het irrelevant

2: is het een dreiging

3: is het een uitdaging

Secondary appraisal Secundaire beoordeling

Beoordeling van de eigen
mogelijkheden om iets aan de

stressor te doen

Self-esteem Zelfwaardering

De mate waarin je jezelf positief
waardeert en zelfvertrouwen hebt

Stage of exhaustion Fase van uitputting

Derde fase van het General
Adaptation Syndrome

Stage of resistance Fase van weerstand

Tweede fase van het General
Adaptation Syndrome

Strain Letterlijk: spanning

De (negatieve) reactie op het
meemaken van een stressor

Stressor Stressor

Een situatie of gebeurtenis die
stressvol kan zijn

Transaction Transactie

Voortdurende actieve wisselwerking
(met bijbehorende aanpassingen)

tussen persoon en omgeving

Behavioral control Gedragscontrole

Vermogen om concreet actie te
ondernemen om het effect van een

stressor te verminderen

Beta-blocker Bètablokker

Medicijn dat bèta-adrenerge
receptoren blokkeert.

Perifere zenuwstelsel

Cognitive control Cognitieve controle

Vermogen om cognitieve processen
en strategieën te gebruiken om

het effect van een stressor te

verminderen

Coronary heart disease Coronaire hartziekt

Ziekte als gevolg van vernauwing
van de kransslagaders

Hardiness Gehardheid, stressweerbaarheid

Stressweerbaarheidsverhogende
eigenschap:

1controle

2 commitment

3 challenge (uitdaging

Behavioral control Gedragscontrole

Vermogen om concreet actie te
ondernemen om het effect van een

stressor te verminderen

Cognitive control Cognitieve controle

Vermogen om cognitieve processen
en strategieën te gebruiken om

het effect van een stressor te

vermindere

(Essential) hypertension (Essentiële) hypertensie

Hoge bloeddruk zonder aanwijsbare
lichamelijke oorzaak

Learned helplessness Aangeleerde hulpeloosheid

Aangeleerd hulpeloos gedrag

Locus of control

Zienswijze over de voornaamste
bron van invloed op het eigen leven

Personal control Persoonlijke controle

Het gevoel persoonlijk invloed op
een situatie uit te kunnen oefenen

Prospective Prospectief

In de tijd volgend

Psychoneuroimmunology Psychoneuroimmunologie

Interdisciplinaire wetenschap op
het gebied van psychologie en de

medische wetenschappen

Psychophysiological disorders Psychofysiologische ziekten of
symptomen

Symptomen of ziekten ontstaan
door samenspel van fysiologische en

psychosociale processen

Self-efficacy Eigen-effectiviteitsverwachting

Inschatting van het eigen vermogen
om een taak succesvol uit te kunnen

voeren

Stamina Innerlijke kracht

Stressweerbaarheidsverhogende
eigenschap

Type A behavior pattern Type A-gedragspatroon

Gedragspatroon dat zich kenmerkt
door competitiviteit, chronisch

tijdsgebrek en vijandigheid

Type B behavior pattern Type B-gedragspatroon

Gedragspatroon dat zich kenmerkt
door lage competitiviteit, weinig

tijdsgebrek en weinig vijandigheid

Biofeedback Biofeedback

Stressreducerende methode
op basis van fysiologische

terugkoppeling

Cognitive redefinition Cognitieve herdefinitie

Het probleem in een positiever licht
gaan zien

Cognitive restructuring Cognitieve herstructurering

Het positiever/realistischer maken
van stresserende gedachten

Cognitive therapy Cognitieve therapie

Therapie die gebruik maakt van
cognitieve herstructurering

Coping Coping

Omgaan met (stressvolle zaken)

Direct action Directe actie

Directe actie ondernemen gericht
op de stressor

Diuretics Diuretica

Bloedvolumeverlagende medicijnen

Emotion-focused Emotiegericht

Gericht op de eigen cognities en
gevoelens

Emotional discharge Emotionele ontlading

Emoties uiten, humor gebruiken

Intrapsychic processes Intrapsychische processen

Cognitief herinterpreteren of
vervormen van de stressvolle

situatie

Multimodal therapy Multimodale therapie

Stressreducerende methode op
basis van een combinatie van

meerdere technieken

Positive reappraisal Positieve herbeoordeling

Het anders (positiever) beoordelen
van een stressor

Problem-focused Probleemgericht

Gericht op het probleem, op de
(stressvolle) situatie

Resigned acceptance Berustende acceptatie

Berusten in de situatie, deze
accepteren zoals die is

Stress-inoculation training Stressinocculatietraining

Stressreducerende methode op
basis van het aanleren van bepaalde

vaardigheden

Systematic desensitization Systematische desensitisatie

Methode gericht op het
systematisch afleren van een

specifieke angstreactie

Abstinence-violation effect Onthouding-overtredingseffect

Door schuldgevoelens na een kleine
terugval (één sigaret na stoppen) zien

mensen hun terugval als persoonlijk

falen, waardoor de kans op gehele

terugval groter wordt.

ASE-model ASE (Attitude - Sociale invloed -
Eigen-effectiviteit)-model

Model voor de verklaring
en voorspelling van

gezondheidsgerelateerd gedrag

Attitude Attitude, houding

Een aangeleerde neiging om op een
systematische manier positief of

negatief te reageren op een bepaald

object

Extinction Extinctie/uitdoving

Als de consequenties die een bepaald
gedrag in stand houden (bekrachtigers/

stimuli) worden weggehaald, zal het

gedrag uiteindelijk uitdoven.

Health behavior Gezondheidsgedrag

Gedrag van mensen om ziekte
te voorkomen of gezondheid te

verbeteren, onafhankelijk van hun

huidige gezondheidsstatus

Termen die hier ook naar verwijzen:

healthful /health-related behavior

health habits Gezondheidsgewoonten

Gewoontegedrag van mensen om
ziekte te voorkomen of gezondheid te

verbeteren

Health Belief Model

Model voor de verklaring
en voorspelling van

gezondheidsgerelateerd gedrag

message-framing,
gain-framed vs. loss-framed

(Positieve vs. negatieve) formulering

van een boodschap

De manier waarop een (gezondheids)voorlichtingsboodschap wordt
geformuleerd:

gain-framed: positieve gevolgen van

gezond gedrag benadrukken

loss-framed: negatieve gevolgen van

ongezond gedrag benadrukken

Motivational interviewing

Cliëntgeoriënteerde begeleiding
t.b.v. gezondheidsbevorderende

gedragsverandering

Symptom-based behavior

Gedrag van mensen die zich ziek voelen
om de ziekte te definiëren en een goede

remedie te vinden

Perceived behavioral control Ervaren gedragscontrole

De verwachting van een persoon ten
aanzien van het wel of niet kunnen

uitvoeren van bepaald gedrag (vergelijk

self-efficacy expectations)

Perceived seriousness

Volgens Health Belief-model belangrijke
determinant van preventief gedrag

Perceived threat Ervaren dreiging

Volgens Health Belief-model belangrijke
determinant van preventief gedrag

Primary prevention Primaire preventie

Voorkomen van aandoeningen

Punishment Straf

Gedrag wordt gevolgd door een
negatieve consequentie, waardoor het

gedrag onderdrukt wordt

Reinforcement
positive / negative

Bekrachtiging

Positieve bekrachtiging is het introduceren van een positieve stimulus, bijvoorbeeld een snoepje voor goed gedrag
Negatieve bekrachtiging is het wegnemen van een negatieve stimulus,

bijvoorbeeld een aspirientje tegen de

hoofdpijn

Secondary prevention Secundaire preventie

Vroege opsporing en behandeling van
aandoeningen om ernstiger problemen

te voorkomen

Self-efficacy (expectations) Eigen-effectiviteit(sverwachtingen)

Het vertrouwen dat een persoon over
zijn eigen vermogens en vaardigheden

heeft om bepaald gedrag te kunnen

uitvoeren (vergelijk perceived behavioral

control)

Sick-role behavior Ziekte-rolgedrag

Gedrag van mensen die zich ziek voelen
met het doel beter te worden

Subjective norm Subjectieve norm

Hetgeen je denkt dat anderen van je
verwachten met betrekking tot bepaald

gedrag

Tertiary prevention Tertiaire preventie

Maatregelen om negatieve gevolgen
van een aandoening zo veel mogelijk te

beperken

Theory of planned behavior Theorie van gepland gedrag

Model voor de verklaring
en voorspelling van

gezondheidsgerelateerd gedrag

Well behavior Gezondheidsbehoudend gedrag

Gedrag van gezonde mensen om
huidige gezondheid te behouden of te

versterken en ziekte te voorkomen

Addiction
(physical and psychological

dependence)

Verslaving

Lichamelijke en geestelijke
afhankelijkheid van een substantie

Aversion strategies Aversietherapie

Het koppelen van
onplezierige stimuli aan het

genotsmiddelengebruik ten

einde het (verslavings)gedrag te

ontmoedigen

Binge drinking

Ten minste één keer in 30 dagen
minimaal vijf of meer alcoholische

dranken na elkaar drinken

COPD chronic obstructive
pulmonary disease

Chronische obstructieve longziekte

Verzameling chronische longziekten
zoals longemfyseem, chronische

bronchitis en astmatische

aandoeningen

Cue exposure

Het onder gecontroleerde
omstandigheden blootstellen

aan de stof en aan objecten die

verband houden met de verslaving.

De hoop is dat het brein daardoor

gedeconditioneerd wordt zodat de

biologische koppeling tussen prikkel

en gebruik wordt doorbroken.

Emetic drugs Braakopwekkend middel

Braakmiddelen worden gebruikt in
aversiestrategieën, met als doel om

ongezond gedrag (alcoholgebruik)

te ontmoedigen.

Nicotine regulation model

Biologische verklaring voor
nicotineafhankelijkheid

die ervan uitgaat dat mensen blijven

roken of niet kunnen stoppen omdat

ze afhankelijk geworden zijn van

een bepaald niveau van nicotine in

het bloed.

Relapse, lapse Terugval, tijdelijke terugval

Relapse wordt gezien als een totale
terugval naar het oude gedrag (weer

roken), een lapse wordt meer gezien

als één foutje.

Een lapse kan wel leiden tot een

relapse

Relapse prevention method Terugvalpreventieprogramma

Een zelfmanagementprogramma
onder supervisie van een therapeut

waarin de cliënt

1. leert hoog-risicosituaties te

herkennen, 2. vaardigheden en

copingstrategieën krijgt aangeleerd

en 3. leert deze toe te passen in

hoog-risicosituaties

Social influence approach Sociale-invloedbenadering

Is gericht op vaardigheidstraining
om sociale druk te kunnen

weerstaan

Tolerance Gewenning/tolerantie

Een effect dat bij langdurig
middelengebruik optreedt, is dat het

lichaam aan de stof went: er is meer

nodig om het beoogde effect op te

wekken.

Withdrawal Ontwenning

Onprettige verschijnselen die
optreden bij onthouding van

stoffen waar men lichamelijke

afhankelijkheid voor heeft

opgebouwd

Anorexia Nervosa Anorexia nervosa

Psychische stoornis waarbij de
persoon een abnormaal laag

lichaamsgewicht heeft (ten minste

15% onder het normale gewicht).

Daarnaast is er sprake van een

verstoord lichaamsbeeld en een

grote angst om dik te worden

Binge eating Binge eating ((vr)eetbuien)

Het frequent eten van abnormaal
grote hoeveelheden voedsel

zonder dat men hongerig is,

en op basis van negatieve

gevoelens. Men heeft tijdens

een vreetbui geen controle meer

over dat gedrag. Het verschil

met boulimia is dat men geen

poging doet te compenseren voor

deze vreetbuien (bijvoorbeeld

overgeven of laxeermiddelen

gebruiken).

Body mass index (BMI) Quetelet-index

Maat voor over- of ondergewicht
op basis van de verhouding

tussen het lichaamsgewicht

en het kwadraat van de

lichaamslengte

Bulimia Nervosa Boulimia nervosa

Het frequent eten van abnormaal
grote hoeveelheden voedsel

zonder dat men hongerig is, en

op basis van negatieve gevoelens.

Om hun gewicht toch op peil

te houden zorgen patiënten

ervoor dat ze dit eten niet

binnenhouden, door bijvoorbeeld

over te geven of geneesmiddelen

te gebruiken.

Fat cell Hyperplasia Vetcelhyperplasie

Bovenmatige ontwikkeling van
vetcellen

HIV hiv

Human immuno-deficiency virus;
virus dat aids kan veroorzaken

Quiz
britain cap
Math and Science
the man with the hoe
English
Vocabulario de la casa
Bio 111L
behaviour
maatschijpijkunde
Written Impact drills - Primary and Assist (Land)
H9 lever
strategies - geography
micro test#2
measuring - geography
characteristics - geography
psycology midterm
Endocrine System
Prof.prac
factors - geography
biology
history quiz unit 4
What i love about you
Chapter 9- Stress
genetics
Embry
comptia a+ 1102
Engels onbekende woorden proefwerk m1
Crim 2P33 test 2
Fatigue Management
Raag Specifics (This year + last year)
GS 1.2/1.4 ..
Media online content
the declaration of independence and the american revolution
anglais ds
Thaats and Raags
abbie
Biology
Extra vocab
EXTREAMLY HARD HISTORY
FRENCH TEST REVISION
Structural Techniques
Budgetplan
school
History Test Prep
sociology family and households
Bio H36
Week 46
year 9 physics
Bio H35
Words to practise
Spanska läxprov