Utilisateur
folterende pijn
pijnstillers op het perifere of centrale zenuwstelsel werkend
Bestudering van gedrag vanuit de
medische/ gezondheidsoptiek
Afwijkingen en ziekten ontstaan
door geboorteafwijkingen of
abnormale groei en ontwikkeling
Wetenschap die de frequentie van
ziekten bestudeert
Wetenschap die de oorzaken van
ziekten bestudeert
Geslachtelijke verschillen bezien
vanuit met name het sociaalculturele perspectief
Term uit de epidemiologie; het
aantal nieuwe gevallen waarbij een
bepaalde aandoening optreedt in
een bepaalde tijdsperiode
Ziekte
Sterfte
Term uit de epidemiologie; aantal
gevallen met een bepaalde
aandoening op een bepaald
moment
Eerste fase van het General
Adaptation Syndrome
Een soort van hormonen, die een rol
spelen bij o.a. stress (bijv. adrenaline)
‘De activiteit van weten’: het
vergaren, organiseren en gebruiken
van kennis
Een soort van hormonen die een rol
spelen bij o.a. stress (bijv. cortisol)
Eigenlijk hetzelfde als strain (zie
onder): de negatieve reactie op
stressoren
Twee belangrijke hormonen
behorende tot de catecholaminen
Beoordeling van de potentiële
stressor:
1: is het irrelevant
2: is het een dreiging
3: is het een uitdaging
Beoordeling van de eigen
mogelijkheden om iets aan de
stressor te doen
De mate waarin je jezelf positief
waardeert en zelfvertrouwen hebt
Derde fase van het General
Adaptation Syndrome
Tweede fase van het General
Adaptation Syndrome
De (negatieve) reactie op het
meemaken van een stressor
Een situatie of gebeurtenis die
stressvol kan zijn
Voortdurende actieve wisselwerking
(met bijbehorende aanpassingen)
tussen persoon en omgeving
Vermogen om concreet actie te
ondernemen om het effect van een
stressor te verminderen
Medicijn dat bèta-adrenerge
receptoren blokkeert.
Perifere zenuwstelsel
Vermogen om cognitieve processen
en strategieën te gebruiken om
het effect van een stressor te
verminderen
Ziekte als gevolg van vernauwing
van de kransslagaders
Stressweerbaarheidsverhogende
eigenschap:
1controle
2 commitment
3 challenge (uitdaging
Vermogen om concreet actie te
ondernemen om het effect van een
stressor te verminderen
Vermogen om cognitieve processen
en strategieën te gebruiken om
het effect van een stressor te
vermindere
Hoge bloeddruk zonder aanwijsbare
lichamelijke oorzaak
Aangeleerd hulpeloos gedrag
Zienswijze over de voornaamste
bron van invloed op het eigen leven
Het gevoel persoonlijk invloed op
een situatie uit te kunnen oefenen
In de tijd volgend
Interdisciplinaire wetenschap op
het gebied van psychologie en de
medische wetenschappen
Symptomen of ziekten ontstaan
door samenspel van fysiologische en
psychosociale processen
Inschatting van het eigen vermogen
om een taak succesvol uit te kunnen
voeren
Stressweerbaarheidsverhogende
eigenschap
Gedragspatroon dat zich kenmerkt
door competitiviteit, chronisch
tijdsgebrek en vijandigheid
Gedragspatroon dat zich kenmerkt
door lage competitiviteit, weinig
tijdsgebrek en weinig vijandigheid
Stressreducerende methode
op basis van fysiologische
terugkoppeling
Het probleem in een positiever licht
gaan zien
Het positiever/realistischer maken
van stresserende gedachten
Therapie die gebruik maakt van
cognitieve herstructurering
Omgaan met (stressvolle zaken)
Directe actie ondernemen gericht
op de stressor
Bloedvolumeverlagende medicijnen
Gericht op de eigen cognities en
gevoelens
Emoties uiten, humor gebruiken
Cognitief herinterpreteren of
vervormen van de stressvolle
situatie
Stressreducerende methode op
basis van een combinatie van
meerdere technieken
Het anders (positiever) beoordelen
van een stressor
Gericht op het probleem, op de
(stressvolle) situatie
Berusten in de situatie, deze
accepteren zoals die is
Stressreducerende methode op
basis van het aanleren van bepaalde
vaardigheden
Methode gericht op het
systematisch afleren van een
specifieke angstreactie
Door schuldgevoelens na een kleine
terugval (één sigaret na stoppen) zien
mensen hun terugval als persoonlijk
falen, waardoor de kans op gehele
terugval groter wordt.
Model voor de verklaring
en voorspelling van
gezondheidsgerelateerd gedrag
Een aangeleerde neiging om op een
systematische manier positief of
negatief te reageren op een bepaald
object
Als de consequenties die een bepaald
gedrag in stand houden (bekrachtigers/
stimuli) worden weggehaald, zal het
gedrag uiteindelijk uitdoven.
Gedrag van mensen om ziekte
te voorkomen of gezondheid te
verbeteren, onafhankelijk van hun
huidige gezondheidsstatus
Termen die hier ook naar verwijzen:
healthful /health-related behavior
Gewoontegedrag van mensen om
ziekte te voorkomen of gezondheid te
verbeteren
Model voor de verklaring
en voorspelling van
gezondheidsgerelateerd gedrag
De manier waarop een (gezondheids)voorlichtingsboodschap wordt
geformuleerd:
gain-framed: positieve gevolgen van
gezond gedrag benadrukken
loss-framed: negatieve gevolgen van
ongezond gedrag benadrukken
Cliëntgeoriënteerde begeleiding
t.b.v. gezondheidsbevorderende
gedragsverandering
Gedrag van mensen die zich ziek voelen
om de ziekte te definiëren en een goede
remedie te vinden
De verwachting van een persoon ten
aanzien van het wel of niet kunnen
uitvoeren van bepaald gedrag (vergelijk
self-efficacy expectations)
Volgens Health Belief-model belangrijke
determinant van preventief gedrag
Volgens Health Belief-model belangrijke
determinant van preventief gedrag
Voorkomen van aandoeningen
Gedrag wordt gevolgd door een
negatieve consequentie, waardoor het
gedrag onderdrukt wordt
Positieve bekrachtiging is het introduceren van een positieve stimulus, bijvoorbeeld een snoepje voor goed gedrag
Negatieve bekrachtiging is het wegnemen van een negatieve stimulus,
bijvoorbeeld een aspirientje tegen de
hoofdpijn
Vroege opsporing en behandeling van
aandoeningen om ernstiger problemen
te voorkomen
Het vertrouwen dat een persoon over
zijn eigen vermogens en vaardigheden
heeft om bepaald gedrag te kunnen
uitvoeren (vergelijk perceived behavioral
control)
Gedrag van mensen die zich ziek voelen
met het doel beter te worden
Hetgeen je denkt dat anderen van je
verwachten met betrekking tot bepaald
gedrag
Maatregelen om negatieve gevolgen
van een aandoening zo veel mogelijk te
beperken
Model voor de verklaring
en voorspelling van
gezondheidsgerelateerd gedrag
Gedrag van gezonde mensen om
huidige gezondheid te behouden of te
versterken en ziekte te voorkomen
Lichamelijke en geestelijke
afhankelijkheid van een substantie
Het koppelen van
onplezierige stimuli aan het
genotsmiddelengebruik ten
einde het (verslavings)gedrag te
ontmoedigen
Ten minste één keer in 30 dagen
minimaal vijf of meer alcoholische
dranken na elkaar drinken
Verzameling chronische longziekten
zoals longemfyseem, chronische
bronchitis en astmatische
aandoeningen
Het onder gecontroleerde
omstandigheden blootstellen
aan de stof en aan objecten die
verband houden met de verslaving.
De hoop is dat het brein daardoor
gedeconditioneerd wordt zodat de
biologische koppeling tussen prikkel
en gebruik wordt doorbroken.
Braakmiddelen worden gebruikt in
aversiestrategieën, met als doel om
ongezond gedrag (alcoholgebruik)
te ontmoedigen.
Biologische verklaring voor
nicotineafhankelijkheid
die ervan uitgaat dat mensen blijven
roken of niet kunnen stoppen omdat
ze afhankelijk geworden zijn van
een bepaald niveau van nicotine in
het bloed.
Relapse wordt gezien als een totale
terugval naar het oude gedrag (weer
roken), een lapse wordt meer gezien
als één foutje.
Een lapse kan wel leiden tot een
relapse
Een zelfmanagementprogramma
onder supervisie van een therapeut
waarin de cliënt
1. leert hoog-risicosituaties te
herkennen, 2. vaardigheden en
copingstrategieën krijgt aangeleerd
en 3. leert deze toe te passen in
hoog-risicosituaties
Is gericht op vaardigheidstraining
om sociale druk te kunnen
weerstaan
Een effect dat bij langdurig
middelengebruik optreedt, is dat het
lichaam aan de stof went: er is meer
nodig om het beoogde effect op te
wekken.
Onprettige verschijnselen die
optreden bij onthouding van
stoffen waar men lichamelijke
afhankelijkheid voor heeft
opgebouwd
Psychische stoornis waarbij de
persoon een abnormaal laag
lichaamsgewicht heeft (ten minste
15% onder het normale gewicht).
Daarnaast is er sprake van een
verstoord lichaamsbeeld en een
grote angst om dik te worden
Het frequent eten van abnormaal
grote hoeveelheden voedsel
zonder dat men hongerig is,
en op basis van negatieve
gevoelens. Men heeft tijdens
een vreetbui geen controle meer
over dat gedrag. Het verschil
met boulimia is dat men geen
poging doet te compenseren voor
deze vreetbuien (bijvoorbeeld
overgeven of laxeermiddelen
gebruiken).
Maat voor over- of ondergewicht
op basis van de verhouding
tussen het lichaamsgewicht
en het kwadraat van de
lichaamslengte
Het frequent eten van abnormaal
grote hoeveelheden voedsel
zonder dat men hongerig is, en
op basis van negatieve gevoelens.
Om hun gewicht toch op peil
te houden zorgen patiënten
ervoor dat ze dit eten niet
binnenhouden, door bijvoorbeeld
over te geven of geneesmiddelen
te gebruiken.
Bovenmatige ontwikkeling van
vetcellen
Human immuno-deficiency virus;
virus dat aids kan veroorzaken
‘Goede cholesterol’: verkleint de
kans op te hoge cholesterol en
aderverkalking.
Verhoogd insulineniveau in het
bloed
Verhoogde bloeddruk
Cholesteroldragende proteïnen
(eiwitten) in het lichaam
‘Slechte cholesterol’: vergroot de
kans op te hoge cholesterol en
aderverkalking
Mensen die continu letten op
hun lijn en proberen te weerstaan
waar ze trek in hebben
Theorie waarbij ervan wordt
uitgegaan dat elk persoon een
eigen streefgewicht heeft dat het
lichaam probeert te behouden
Cholesterol is een steroïde die
een onontbeerlijk bestanddeel
vormt van alle celmembranen. De
bepaling van serum-cholesterol is
een belangrijke parameter bij het
onderzoek van een hartpatiën
Het veranderen van
omgevingsaspecten (cues) die
een bepaald probleemgedrag
aansporen
Pijn veroorzakend
Ongevoeligheid voor pijn
Pijnopheffend geneesmiddel
Hevige pijn in het
uitbreidingsgebied van een
gevoelszenuw, meestal na
verwonding in de omgeving van de
zenuw
Chronische onherleidbare
goedaardige pijn
Chronisch terugkerende pijn
Aangeboren
Chirurgisch reinigen van wonden
Pijnstillers die in het lichaam worden
aangemaakt
Onhandelbaar, hardnekkig,
aanhoudend
Plaatselijke bloedeloosheid door
belemmering van de bloedtoevoer,
bijvoorbeeld door een embolie
Maligne, kwaadaardig
Malingeren, simuleren
Pijn in de spieren van hoofd, nek en
soms rug
Zenuwpijn, meestal bij aanvallen
optredende pijn in het gebied van
een gevoelszenuw
Zorgen voor de waarneming van
schadelijke uitwendige invloeden,
meestal door pijngewaarwording
Schadelijk, ongezond, verderfelijk
Bezorgd (om), aandachtig
Op het perifere of centrale
zenuwstelsel werkende pijnstiller
Lokaal werkend
Gevoelens van irritatie door
eerdere weefselschade
Chronische onherleidbare
goedaardige pijn
Chronisch terugkerende pijn
Reduceren van een pijnbeleving
door de ene pijn te vervangen door
een andere
Klaarmaken en leveren
Cognitieve methode waarbij de
aandacht van pijn wordt afgeleid
door zich te richten op een nietpijnlijke stimulus in de directe
omgeving
Toedienen van pijnstillers in de
ruimte vlak bij het membraan van
het ruggenmerg (ruggenprik)
Cognitieve methode waarbij
aandacht van pijn wordt afgeleid via
verbeelding of fantasie
Door patiënt zelf gedoseerde en
gecontroleerde pijnbestrijding
Pijnherdefiniëring
Cognitieve methode waarbij de
angstige en dreigende gevoelens
rondom pijn worden vervangen
door constructieve en realistische
gedachten over de pijnervaring
Verwijdering van de ontstoken
membranen in de gewrichten
Het via c.q. door de huid stimuleren
van zenuwen (m.b.v. elektroden)
Het opvolgen van medische
adviezen
De tijd die voorbijgaat voordat
men een symptoom dat men heeft,
interpreteert als een indicatie van
een ziekte
Cognitieve voorstelling van een
ziekte die ons gezondheidsgedrag
en hoe wij denken over ziekte
beïnvloedt
Volgzaamheid bij medische
adviezen
De stijl van behandelen waarbij
de arts zich primair richt op het
gezondheidsprobleem
Aandoeningen die ontstaan door
een medische fout, neveneffect
(bijwerking) of een risico van de (al
dan niet medicinale) behandeling
De tijd die voorbijgaat tussen
het moment dat men een
ziektesymptoom herkent en het
moment dat men beslist dat men
medische zorg nodig heeft
Het ervaren van ziektesymptomen
door een grote groep mensen
hoewel tests geen medische grond
voor die symptomen aantonen
Amerikaanse ziektekostenverzekering van de overheid voor
mensen met lage inkomens
Amerikaanse ziektekostenverzekering van de overheid voor
de oudere
De stijl van behandelen waarbij de
arts zich primair richt op de patiënt
Het overwogen niet opvolgen van
een medisch advies op basis van
geldige redenen, niet perse medisch correct
De tijd die verstrijkt tussen het
opmerken van een klacht en het
zoeken van medische hulp
De tijd die zich afspeelt tussen de
beslissing dat men medische zorg
moet hebben en het daadwerkelijke
gebruik van die medische zorg
Copingstijl waarbij de patiënt zo
weinig mogelijk informatie wil
krijgen
Copingstijl waarbij de patiënt zo
veel mogelijk informatie wil krijgen
Een patiënt is conformerend als
hij/zij verandert van opvatting of
gedrag door veronderstelde of
reële sociale druk.
Het gevoel dat je ‘het’ niet meer
aankunt en niet meer in staat bent
om anderen psychologisch te
ondersteunen
Onderling versterken van angst
bijvoorbeeld wanneer patiënten
die bij elkaar op de kamer liggen
in dezelfde fase van ziekte- of
behandeling verkeren
Actie van de patiënt gericht op het
vermijden van spanningen door
ontkenning, afleiding of het zoeken
van sociale steun
Test voor meten van de reactie
van de patiënt op de ziekte en
voorspellen van moeilijkheden
tijdens de behandeling
Persoonlijkheidstest die tien
schalen bevat waarvan drie schalen
relevant zijn voor het bieden van
psychologische hulp
1 hypochondrie
2 hysterie
3 depressie
Ziekte of infectie die de patiënt
oploopt tijdens zijn verblijf in het
ziekenhuis
Actie van de patiënt gericht op het
reduceren van spanningen of het
vergroten van de belastbaarheid
Test die zeven verschillende
psychosociale kenmerken van
het leven van de patiënt meet
die verband houden met de
aanpassing aan een ziekte
Boze reacties van patiënten
die het gevoel hebben dat ze
gecontroleerd worden of in hun
vrijheden beperkt worden
Angst die kinderen ervaren als
ze worden gescheiden van hun
ouders
Een amine met een capillair
verwijdende werking
Abnormaal verhoogd
glucosegehalte in het bloed
Abnormaal verlaagd glucosegehalte
in het bloed
Opeenhoping van zuren in
het bloed als gevolg van een
insulinedeficiëntie (treedt op
bij diabetes). Verschijnselen zijn
moeheid, sufheid, coma.
Reuma door slijtage van gewrichten
Dwarslaesie waarbij de onderste
ledematen verlamd zijn
Terugtrekreactie op het krijgen
van een aandoening waarbij men
vermijdingsstrategieën gebruikt
Clonische fase van de epileptische
aanval: snel op elkaar volgende
spiersamentrekkingen. Dit
wordt afgewisseld met tonische
krampen (gelijkmatig sterke
spiersamentrekking), in de tonische
fase
Dwarslaesie waarbij het gehele
lichaam lager dan de nek verlamd is
(armen en benen)
Vermijdingsstrategieën
Hartbeklemming
Dat patiënten door hun
verwachtingen al ziek worden nog
voor de start van hun behandeling
(bijv. bij chemotherapie)
Stoornis in expressievermogen
(spreken, schrijven, gesticuleren) of
in het begrijpen daarvan. Receptive
aphasia verwijst naar een stoornis
in begrip van verbale informatie;
expressive aphasia naar problemen
met praten.
Slagaderverkalking, systeemziekte
van slagaderen gekenmerkt door
verdikking en verharding van de
vaatwand
Wanneer een persoon door een
sterfgeval iemand heeft verloren
Kwaadaardige nieuwvorming op
bepaalde weefsels (zoals huid,
spijsverterings-, ademhalings- en
geslachtsorganen)
Hartinsufficiëntie gepaard gaande
met stuwing
vocht achter de longen
Periode die men nodig heeft om te
herstellen van ziekte
Vóór zijn, anticiperen, (ver)hinderen
Kwaadaardig gezwel in de
lymfklieren
Een vorm van huidkanker
Wanneer kanker zich via bloed of
lymfen verspreidt naar andere delen
van het lichaam
Hartaanval
Gezwel, (maligne) tumor
Kwaadaardig gezwel, ontstaan uit
bindweefselcellen