Ovido
Taal
  • Engels
  • Spaans
  • Frans
  • Portugees
  • Duits
  • Italiaans
  • Nederlands
  • Zweeds
Tekst
  • Hoofdletters

Gebruiker

  • Inloggen
  • Account aanmaken
  • Upgrade naar Premium
Ovido
  • Startpagina
  • Inloggen
  • Account aanmaken

5.1: Winkelen, boodschappen doen

winkelen, boodschappen doen

ir de compras

kopen

comprar

de boodschap, de aankoop

la compra

verkopen

vender

betalen

pagar

de kassa

la caja

de prijs

el precio

hoeveel?

¿cuánto?

duur

caro

cara

goedkoop

barato

barata

open, geopend

abierto

abierta

dicht, gesloten

cerrado

cerrada

dichtdoen

chapar

de winkel

la tienda

de markt

el mercado

de supermarkt

el supermercado

de hypermarkt

el hipermercado

de zelfbediening

el autoservicio

het winkelwagentje

el carrito

het winkelmandje, de mand

la cesta

de bakker, de bakkerij

la panadería

de slager, de slagerij

la carnicería

de groentewinkel, de groenteboer

la verdulería

de viswinkel, de visboer

la pescadería

de beurt

el turno

het wijnhuis, de wijnhandel, de wijnkelder

la bodega

de staatswinkel voor tabak en postzegels

el estanco

het warenhuis

los grandes almacenes

los almacenes

het winkelcentrum

el centro comercial

de afdeling

la sección

de schoenenwinkel

la zapatería

de etalage

el escaparate

de verscheidenheid, de keuze

la variedad

de fles

la botella

het pakket, het pak

el paquete

de chocoladereep

la tableta de chocolate

de doos, de kist, het krat

la caja

de conserven, de inmaak

la conserva

het blik, de pot

el bote

het blik, het conservenblik

la lata

wensen, willen

desear

de klant (m/v)

el/la cliente

kosten

costar

bedienen, helpen

atender

ter beschikking staan

estar a disposición

passen, aandoen

probarse

het pashokje, de paskamer

el probador

goed/slecht staan

estar bien/mal

ir bien/mal

de maat, de kledingmaat, het postuur

la talla

passen

caber

leuk/lekker vinden, houden van

gustar

goed/slecht staan, goed/slecht zitten

sentar bien/mal

lang

largo

larga

kort

corto

corta

smal, nauw

estrecho

estrecha

wijd, groot

ancho

ancha

mooi

bonito

bonita

te veel

demasiado

demasiada

te

demasiado

de kraag, de boord, de hals

el cuello

de mouw

la manga

schoenen dragen

calzar

het schoeisel, de schoenen

el calzado

de hak

el tacón

Quiz
edad media
Kana & systrar
Inna & systrar
Filosofos
dates
Vocab
Ordinaltal & tid
Marianna
Geografia
UNIDAD 2
Esquema la contaminación
Basformen, lätta att förväxla
Respiratory Vocabulary
Stylistique
ordlista
Relativa pronomen
Italien
CHAPTER 4: ATTENTION AND CONSCIOUSNESS
Droit administratif Galop Nov 2024
droit amdinistratif
fai un riassunto
Direkta kostnader och omkostnader
Ideologier
le roman de renard
Tristan et Iseult
la litterature du moyen age en france
citología
geografia
geografia
chapter 10
Biology
(NBCD) BIOCHEM 2 PT. 2
skeletal system
math unit 1 quiz refresh
Andrea
Artículos - Bioquímica
maths chapitre 3 5A
vocab 0-3
geografia
The Resilient Mind ⚡️ Quiz
metabolic processes
6.4: Huishouden
the comp politics wrong
6.3: Woning en inrichting
lavoro
6.2: Koop, huur en bewoners
BIO Topic 8
Einführung
Cyber Korean
Njurar& Urinvägar