BHV-Toets
1. Alarmeren
Bel 112.
Geef de locatie (plaats, straat, huisnummer).
Vermeld welke hulpdienst(en) nodig is/zijn (politie, brandweer, ambulance).
Laat je doorverbinden met de gewenste dienst.
2. Maatregelen nemen
Afhankelijk van de calamiteit.
Gedraag je rustig en zelfverzekerd.
Gedrag heeft invloed op anderen.
3. Rapporteren:
Vermeld de calamiteit in het dienstrapport.
Opmaak van het rapport is de taak van de politie.
Ontruimingsplan:
Beschrijft procedures bij snelle gebouwontruiming.
Periodieke oefeningen zijn essentieel voor effectiviteit.
- Voorwaarden voor een goed ontruimingsplan:
Duidelijke, eenvoudige werkwijze.
Bekendheid met de procedure.
Gedisciplineerde uitvoering.
Alertheid op anderen.
- Mogelijke oorzaken voor ontruiming:
Rookontwikkeling, brand, gaslekkage, bommelding, externe opdracht.
- Gedrag tijdens ontruiming:
Voorkom paniek, help elkaar.
Rustige ontruiming is sneller.
Minimaliseer praten, neem persoonlijke spullen mee.
- Verzamelplaats na ontruiming:
Op gras aan overkant straat.
Houd weg vrij voor hulpdiensten.
- Vluchtwegenplan:
Wettelijk verplicht.
Toont vluchtroutes en hulpmiddelen.
- Rookmelders:
Detecteren brand vroegtijdig.
Batterijvoeding voor continuïteit.
- Ontruimingssignalen:
Slow-Whoop signaal en stralingsmelder.
- Brandblussers:
Poederblusser, koolzuursneeuwblusser, schuimblusser.
Geschikte blusmiddelen voor binnen en buiten.
- Brandpreventiestatistieken:
Ondanks aandacht, geen opmerkelijke daling branden.
Jaarlijks 8000 woningbranden, vijftig overlijdens, achthonderd ernstige brandwonden.