een document waarin grondrechten van alle burgers en de regels over het bestuur van het land staan
basisrechten van elke burger
1815
de macht van de koning is vastgelegd in de grondwet
regering
er braken in veel verschillende europesed landen revoluties uit, thorbecke kreeg de kans om een nieuwe grondwet te schrijven
de koning is niet langer zelf politiek verantwoordelijk, de ministers waren nu politiek verantwoordelijk voor de koning
de koning vertegendwoordigt nederland
ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet maar ook voor hun eigen werk
het parlement heeft de macht
1848
een systeem waarbij elk gebied een kamerlid koos
1866 - 1867
een ruzie over de luxemburg tussen de koning en het parlement. luxembrug hoorde sinds 1815 bij NL. willem 3 wilde luxemburg verkopen aan Frankrijk zonder dat het parlement ervan wist. veroorzaakte bijna een oorlog tussen duitsland, frankrijk en nederland
zoveel mogelijk vrijheid voor burgers en bedrijven, overheid moet zorgen voor orde en veiligheid, min mogelijk wetten en regels, iedereen moet voor zichzelf zorgen
geld en bezit moet eerlijker verdeeld worden, meer doen voor de arme, meer gelijkheid
ze baseeren hun politieke ideeen op hun geloof, bestaan uit protestanten en katholieken
alleen mensen die een bepaald bedrag aan de belasting betaalde mochten gaan stemmen
iedereen vanaf een bepaalde leeftijd het recht heeft om te mogen stemmen
grote verandering door de komst van fabrieken en machines
woonomstandigheden veranderde: woningen waren vaak klein, vochtig en koud. werksomstandigheden waren slecht: het werk was zwaar, ongezond en gevaarlijk met een laag loon.
het onstaan van steden op plekken waar eerst platteland was
het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders als gevolg van de industriele revolutie
wetten die mensen beschermen tege nde gevolgen van armoede, ziekten, ouderdom en werkeloosheid
de katholieken wilde dat bijzonder onderwijs ook werd betaald door de overheid maar de liberalen waren hierop tegen die vonden juist dat de regering niet verantwoordelijk was voor godsdienstlessen
het strijven naar gelijke rechten
de verdeling van de samenleving: eigen politieke of godsdienstige overtuiging
ARP met als leider abrham kuyper
RSKP met als leider Herman schaepman
liberalen unie met thorbecke als leider
SDAP met als leider Pieter Jelles Troelstra
1873
kinderen onder de 12 mogen niet in fabrieken werken
als je een ongeluk krijgt op werk en je niet meer kan werken krijg je een uitkering
woningen moeten aan een voorschift voldoen: ramen en een eigen toilet
1887
censuskiesrecht werd afgeschaft en werd vervangen door een grondwetartikel dat kiesrecht gaf aan alle mannen die aan bepaalde eisen voldeden.
je kon het kiesrecht zo makkelijk veranderen (rubber)
1870-1920
de vvvk
alle volwassen burgers kregen kiesrecht, dus ook vrouwen
ze gingen vrede sluiten: want einde schoolstrijd& einde gevecht voor algemeen kiesrecht mannen. 1919 vrouwen krijgen ook kiesrecht
de overheid moest ook bijzonder onderwijs betalen
je op iemand stemt krijgt die partij ook al die stemmen
manier van besturen waar de macht bij het parlement ligt (parlement word gekozen door de burgers)
burgers stemmen direct over een wervoorstel
samenwerking tussen twee of meerdere partijen om de meerderheid van hun zetels te halen
overige partijen
recht om uitgaven en inkomsten van de staat te controleren en deze als wet goed of af te keuren
het recht om ministers te ondervragen over hun werk
het recht om een onderzoek in te stellen naar een bepaalde zaak. het parlement kan dan mensen ondervragen die met die zaak te maken hebben
recht om een wetvoorstel in te dienen
recht om de wetvoorstel te wijzigen
besluiten over wetvoorstellen en het controleren van de regering
beschermen burgers tegen de macht van de overheid (vrijheid van godsdienst- en meningsuiting)
zorgt voor de bescherming van de burgers door de overheid
een staat waarin de burgers beschermd zijn tegen onrechtmatig optreden van de overheid en andere burgers
alle burgers zijn voor de wet gelijk: dezelfde rechten. rechters zijn onafhankelijk
wetgevend
uitvoerende macht
rechterlijke macht
een gevoel van trots voor je eigen land, volk en cultuur
europese landen gingen lander veroveren in azie en afrika om een zo groot mogelijk rijk op te bouwen
het idee dat oorlog iets moois is. het land kan dan laten zien hoe sterk hij is
wedstrijd tussen landen om de meeste en beste wapens te bezitten
afspraak tussen 2 of meer landenom elkaar te helpen bij een oorlog
bondgenootschap tussen duitsland, oostenrijk-hongarije en het turkse rijk
bondgenootschap tussen rusland, frankrijk en groot-brittannie
een oorlog waarbij een land met 2 landen tegerlijkertijd oorlog heeft
plan van duitse generaal van Van Schlieffen om alseerst frankrijk uit te schakelen en daarna rusland
diepe graaftunnels die beschutting geven tegen beschiettingen
de hele samenleving word ingezet om de oorlog te kunnen winnen
reclame voor polietieke ideeen, met als doel zoveel mogelijk mensen te overtuigen
het negatief afbeelden en beschrijven van een vijand
de regering controleert de pers en houdt toezicht op alle berichten die via massamedia naar buiten worden gebracht
sluit geen bondgenootschappen en doet ook niet mee aan de oorlog
alle problemen die handelbedijven moeilijk maken
je kan alleenmaar producten kopen met bondkaarten
draad waar hoge spanning op staat dat als je het aanraakt je gelijk dood gaat (door duitsland gebouwd bij de grens tussen NL en belgie)
politieke stroming die streven naar een samenleving waarin iedereen gelijk is
de periode die begon met de opstand in februatie 1917 en eindigde toen de communisten in october 1917 de macht grepen
manier van vechten waarbij duitsland vanaf onderzeeers vijandelijke en neutrale schepen beschoot
afspraak tussen beide oorlogspartijen om op te houden met vechten
vredesverdrag tussen duitsland en de geallieerden na afloop van de eerste wereldoorlog
internationale organisatie die een nieuwe oorlog moest voorkomen
1914
1917
1918
1813: NL word een monarchie, 1860: NL krijgt te maken met de gevolgen van de industriele revolutie, 1866: Luxemburgsde kwestie, 1917: Pacificatie