p 143-144 frans
un beignet
een donut
une crêpe
een pannekoek
un escargot
een slak
la fondue au fromage
de kaasfondue
une frite
een friet
une gaufre
een wafel
un hamburger
een hamburger
un haricot
een boon
le japon
japan
des moules
mosselen
des nouilles
noedels
la nourriture
het voedsel
une paella
een paellaschotel
une pizza
een pizza
un plat
een gerecht
une quiche
een quiche
une spécialité culinaire
een culinaire specialiteit
le sushi
de sushi
une tarte
een taart
le vol-au-vent
het konniginnenhapje
appeétissant(e)
smakelijk
dégoutant(e)
onsmakelijk (walgelijk)
délicieux,délicieuse
heerlijk
équilibré(e)
evenwichtig
immangeable
oneetbaar
répugnant(e)
weerzinwekkend
sain(e)
gezond
succulent(e)
overheerlijk,smakelijk
déguster
proeven
essayer
proberen
gouter
proeven
une absence
een afwezigheid
un aliment
een voedingsmiddel
une alimentation
een voeding
une calorie
een calorie
une carence
een tekort
des céréales
ontbijtgranen
une concentration
een concentratie
l'energie
de energie
la fatigue
de vermoeidheid
la force
de kracht
le jeûne
het vasten
le lait chocolaté
de chocolademelk
le mémoire
het geheugen
une noix
een noot
l'obésité
de obesitas
un produit céréalier
graanproducten
un produit laitier
een melkproduct
un régime
een dieet
un risque
een risico
une salade de fruits
een fruitsalade
la surpoids
het overgewicht
une viennoiserie
een koffiekook
consommer
verbruiken
grignoter
tussendoortjes eten (snacken
avoir l'habitude de
de gewoonte hebben om
avoir un petit creux
een hongertje hebben
sauter un repas
een maaltijd overslaan