de vakantie
de camping
hij is
ik zoek
alsjeblieft (iets geven)
ik spreek, ik praat
een beetje
Frans
ik ben
Nederlands(e)
en
ja
nee
hier
dus
sorry
dankjewel
geen dank
hallo
tot ziens
hoe heet jij
ik heet Xavi
waar woon jij
het hotel
het zwembad
het meisje
de jongen
geweldig
alsjeblieft (iets vragen)
met
ook
altijd
in
de familie
de ouders
er is, er zijn
de zus
de broer
ik vind leuk / houd van
ik heb liever
dat is, het is
klein
groot
hallo hoe gaat het?
het gaat goed, en met jou?
wat is dat Breda?