Ovido
Sprache
  • Englisch
  • Spanisch
  • Französisch
  • Portugiesisch
  • Deutsch
  • Italienisch
  • Niederländisch
  • Schwedisch
Text
  • Großbuchstaben

Benutzer

  • Anmelden
  • Konto erstellen
  • Auf Premium upgraden
Ovido
  • Startseite
  • Einloggen
  • Konto erstellen

Pathologie neuro fysiologie

Arteriosclerose

Degeneratieve veranderingen in de kleine slagaders en arteriolen. Dit komt omdat de elasticiteit uit de wand gaat, de wanden dikker worden en het pad geleidelijk smaller. Dit leidt tot ischemie en necrose van het weefsel dat nu geen zuurstof meer krijgt

Artherosclerose

Plaques vormen zich aan de binnenwand van de grote slagaders waardoor deze dichtslibt

Angina pectoris

Wordt veroorzaakt door een tekort aan zuurstof in de hartspier. Dit gebeurd wanneer de bloedtoevoer naar de myocard os gestoord of als het hard meer zuurstof nodig heeft, omdat het harder dan normaal werkt. De verminderde bloedtoevoer kan liggen aan gedeeltelijke obstructie van de slagader

Myocardinfarct

Omvat de dood van myocardweefsel als gevolg van ischemie. Dit treedt op wanneer er een kransslagader volledig geblokkeerd is en er dus geen bloed meer naar het hart kan stromen

Hartritmestoornis

Schade aan het geleidingssysteem. Dit kan het gevolg zijn van een ontsteking, littekenweefsel of een hartinfarct

Bradycardie

Regelmatig langzamere hartslag

Tachycardie

Regelmatig snelle hartslag

Sick-sinus syndroom

Afwisseling tussen brady- en tachycardie

Bundeltakblok

Geleiding in de bundeltakken gaat niet goed

Ventriculaire tachycardie

Vermindert HMV doordat de samentrekkingskracht vermindert is

Ventriculaire fibrillatie

Spiervezels trekken onafhankelijk en snel samen

Premature ventriculaire contracties

Extra slagen

Hartstilstand

Stopzetting van alle activiteit van het hart. Hierdoor wordt er geen zuurstof meer rondgepompt en kunnen de hersenen en het hart zelf geen zuurstof meer ontvangen

Systolisch hartfalen

De contractiliteit van de hartspier vermindert, hierdoor wordt er minder bloed uit het hart gepompt

Diastolisch hartfalen

De wand is dikker en stijver, het hart lan zich hierdoor minder ontspannen, vult zich minder en er wordt minder bloed uitgepompt

Congestief hartfalen

Het hart is niet meer in staat om voldoende bloed te pompen om aan de metabole behoefte van het lichaam te voldoen, het kan dus niet voldoende zuurstof leveren hierdoor

Klepdefecten

Misvorming van de aorta- en longkleppen

Stenose

Een vernauwing die de bloedstroom beperkt

Valvulaire incompetentie

De klep sluit niet volledig waardoor bloed kan uitbarsten of naar achteren kan lekken

Mitralisklepprolaps

Ee abnormaal vergrote en slappe klepbladen, die onder druk naar achteren opzwellen

Hypertensie

Een te hoge bloeddruk die boven de 140/90 ligt

Perifere vaatziekten

Verwijst naar elke afwijking in de slagaders of aders buiten het hart. Het zorgt voor acute ischemie en kan leiden tot CI

Aorta aneurysma

Een plaatselijke dilatatie en verzwakking van een arteriële wand

Sacculaire vorm

Een uitpuilende wand aan 1 kant

Spoelvorming

Een omtrek verwijding van een stukje van de arterie

Ontleden

Ontstaar nadat er een scheur in het intima, waardoor bloed langs de lengte van het vat tussen de lagen van de arteriële wand kan stromen

Spataderen

Onregelmatige, verwijde en kronkelige gebieden van oppervlakkige of diepe aderen. Kan ontstaan door een defect of zwakte in de aderwand of kleppen

Tromboflebitis

Verwijst naar de ontwikkeling van een trombus is een ader waar een ontsteking aanwezig is. De bloedplaatjes hechten zich aan de ontstoken plek en er ontwikkeld zich een trombus

Flebotrombose

Er vormt zich spontaan een trombus in de ader, zonder voorafgaande ontsteking

Astma

Periodieke periodes van ernstige maar reversibele bronchiale obstructie treden op bij personen met overgevoelige luchtwegen

Chronische astma

Langdurige aandoening. Hierbij richten andere soorten stimuli zich oo hyperreactieve weefsels in de luchtwegen, waardoor de acute aanval wordt geïnitieerd

Acute astma

Acute episodes die worden beroorzaakt door een type 1 hypersensitiviteitsreactie op een geïnhaleerd antigeen

COPD

Is een groep van veel voorkomende chronische ademhalingsstoornissen die worden gekenmerkt door progressieve weefseldegeneratie en obstructie van de luchtwegen en longen

Emfyseem

Er is vernietiging van de alveolaire wanden wat leidt tot grote permanent opgeblazsn alveolaire luchtruimten

Chronische bronchitis

Komt door veranderingen in de bronchiën als gevolg van constante irritatie door roken of blootstelling aan industriële vervuiling, de effecten zijn onomkeerbaar. Het slijmvlies is opgezwollen en ontstoken. Er is hypertrofie en hyperplasie van de slijmklieren en er wordt meer slijm geproduceerd. Chronische irritatie en ontsteking leiden tot fibrose en verdikking van de bronchiën en verdere obstructie

Bronchinctasie

Onomkeerbare abnormale verwijding of verwijding van de middelgrote bronchiën. Leidt tot obstructie van de luchtwegen of verzwakking van de spier- en elastische vezels in de bronchiën of een combinatie hiervan

Verkoudheid

Wordt veroorzaakt door een infectie van de bovenste luchtwegen en de slijmvliezen van de neus- en keelholte is rood en gezwollen en er is een verhoogde slijmsecretie

Bronchiolotis

Veelvoorkomende infectie bij kinderen tot 12 maanden oud en wordt veroorzaakt door het respiratour syncytieel virus

Longontsteking

Ontstaat na een besmetting en kan zich ontwikkelen als een primair acute infectie in de longen of kan secundair zijn aan een andere respiratoire of systemische aandoening waarbij de weefselweerstand vermindert is

Tuberculose

Is een infectie die meestal wordt veroorzaakt door mycobacterium tuberculosis en voornamelijk de longen aantast, maar de ziekteverwekker kan ook andere organen binnendringen

Cyctische fibrose

Een defect wat een abnormale dikke secretie van slijm veroorzaakt wat de doorgang naar de longen blokkeert

Longoedeem

Vochtophoping in de longblaasjesen het interstitiële genied en belemmerd zuurstof om te diffunderen

Longembolie

Bloedstolsel of een massa van een ander soort materiaal dat de longslagader of een tak hiervan blokkeert en dus geen bloed meer toelaat

Atelectasis

Een niet-vormige of instorting van een long of een deel, wat leidt tot een verminderde gasuitwisseling en hypoxie, waardoor de bloedsomloop in de longen verstoord raakt

Pleurale effusie

De aanwezigheid van overmatig vocht in de pleuraholte

Pneumothorax (klaplong)

Verwijst naar lucht in de pleuraholte, dit verhinderd de uiteenzetting van de long, wat leidt tot atelectase

Diabetes mellitus

Wordt veroorzaakt door een tekort aan insulinesecretie of door het uitblijven van een reactie van de cellen op insuline. Een tekort aan insuline leidt tot een abnormaal koolhydraat- eiwit-, en vetmetabolisme, omdat de transport van glucose naar de cellen wordt verstoord

Diabetes type 1

De b-cellen worden vernietigd, waardoor er een tekort aan insuline optreed

Diabetes type 2

Verminderde effectiviteit van insuline of een tekort hieraan, vaak in combinatie met overgewicht

Obesitas

Metabolische veranderingen, vermindere activiteit en een ongezond dieet is een bedreiging voor de gezondheid. Kan leideb tot diabetes type 2, hart- en vaatziekten en permanente gewrichtsschade

Metabool syndroom

Aanwezigheid van een aanzienlijke vetmassa in de buik, resulterend in een grotere tailleomvang, veranderingen in het glucosemetabolisme en veranderingen in het lipoproteïnemetabolisme

Neuropathie

Aantasting aan het zenuwstelsel bij de perifere delen van het lichaam

Angiopathie

Verminderde vaten en verminderde gewrichtsvrijheid

Charcot voet

Voet is volledig ingezakt, zitten er scheurtjes/breukjes in de voet die niet worden gevoeld en is de voet warm, rood en opgezwollen

LDL cholesterol

Er wordt teveel vet naar weefsels getransporteerd

HDL cholesterol

Transporteert het vet van het vetweefsel naar de lever waar het verbrand wordt

Hypoparathyreoïdie

De bijschildklier maakt te weinig of geen bijschildklierhormoon aan

Groeihormoon

Heeft invloed op alle celken en kan zorgen voor dwerggroei (tekort aan groeihormoon) en gigantisme (teveel aan groeihormoon)

Diabetes insipidus

Tekort aan ADH (antidiuretisch hormoon) (adh reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan)

Struma

Vergroting van de schildklier

Hypothyreoïdie

Traag of niet werkende schildklier waardoor er geen schildklierhormoon wordt afgegeven aan het bloed

Hyperthyreoïdie

Te snel werkende schildklier, waardoor er teveel schildklierhormoon wordt aangemaakt en afgegeven aan het bloed

Syndroom van cushing

Teveel aan glucocorticoïden (cortisol)

Ziekte van Addison

De bijnierschors maakt geen of onvoldoende hormonen aan.
Tekort aan adrenocorticale secreties, glucocorticoïden, mineralocorticoïden en androgenen

Disstress

Een persoon kan zich niet aanpassennaan de stress en er ontstaan schadelijke effecten

Quiz
SES
religion
social studies notes 1/31
Capitals (inverse)
FL 4 Kommunikayionssystem
cyber security 1-3
HIZTEGIA HARD
HIZTEGIA
Pigs
Wordly Wise 3000 lesson 1
Teeth
HT (Context) CRIMBS PPWNG
marketing chapter 9
BHV-Toets
home services pricing
Genetics midterm 1
Anthro week 3 flashcards
Antho week 4 quiz
emprical studies intro
ak se3
biology B6
unit 6 bio
WC Reading Quiz #2
Study-HOSA
Supply Chain
psychometry
trophosphere geography
chemie
geography atmosphere
Biologi 5.2 Energi och materia + 5.3
Pathologie orthopedie breuken
spainsh unit 2 b
AP1
Revalida
scince test flash cards
French Vocab Test
songbirds and snakes vocab
Spanska glosor
geo110
french
Lobsters
Social Terms Jan-Feb
Pathologie orthopedie bovenste extremiteit
KNSS 307 ( development of human locomotions
KNSS 307( Early Motor Development
Modern studies test
The limbic system
English vocabulary
Pathology unit 1
History quiz 4