Ovido
Sprache
  • Englisch
  • Spanisch
  • Französisch
  • Portugiesisch
  • Deutsch
  • Italienisch
  • Niederländisch
  • Schwedisch
Text
  • Großbuchstaben

Benutzer

  • Anmelden
  • Konto erstellen
  • Auf Premium upgraden
Ovido
  • Startseite
  • Einloggen
  • Konto erstellen

duits

aardig

nett

groot

groß

jong

jung

klein

klein

mooi

schön

mooi, knap

hübsch

vriendelijk

freundlich

heel erg

sehr

niet

nicht

doen

machen

hebben

haben

voorstellen

vorstellen

20

zwanzig

30

dreißig

40

vierzig

50

fünfzig

60

sechzig

70

siebzig

80

achtzig

90

neunzig

hondert

hundert

duizend

tausend

miljoen

eine Million

heten

heißen

komen

kommen

wonen

wohnen

zijn

sein

zonder

ohne

misschien

vielleicht

het mobieltje

das Handy

belangrijk

wichtig

kiezen

wählen

vertellen

erzählen

de familieleden

due Verwandten

daar

dort

voetbalelftal

die Fußballmanschaft

graag

gern

slim

schlau

het kwart

das Viertel

het aantal

die Zahl

houden van

mögen

leuk zijn

spaß machen

kloppen

stimmen

de verjaardag

der Geburtstag

het cadeau

das Geschenk

feliciteren

gratulieren

kletsen

quatschen

grappig

witzig

de broers en zussen

de Geschwister

de grootouders

die Großeltern

de ouders

die Eltern

de broer

der Bruder

de halfbroer

der halbbruder

de jongen

der Junge

de man

der Mann

de neef

der Cousin

de oom

der Onkel

de opa

der Opa

de vader

der Vater

de stiefvader

der Stiefvater

de vriend

der Freund

het gezin

die Familie

de halfzus

die Halbschwester

de moeder

die mutter

de nicht

die cousine

de oma

die oma

de stiefmoeder

die stiefmutter

de tante

die Tante

de vriendin

die Freundin

de vrouw

die Frau

de zus

die Schwester

het kind

das Kind

het meisje

das Mädchen

hoe

wie

waar

wo

waarvandaan

woher

wat

was

wie

wer

ik ben

ich bin

jij bent

du bist

hij is

er ist

zij is

sie ist

het is

es ist

het kind is

das Kind ist

wij zijn

wir sind

jullie zijn

ihr seid

zij zijn

sie sind

u bent

Sie sind

ik heb

ich habe

jij hebt

du hast

hij heeft

er hat

zij heeft

sie hat

het heeft

es hat

het kind heeft

das Kind hat

wij hebben

wir haben

jullie hebben

ihr habt

zij hebben

sie haben

u heeft

Sie haben

wie is

wer ist

wie heeft

wer hat

Quiz
poetry
Bone Muscles
Économie
C2.1 Purity and separating mixtures
atomes
Acronyms
D-T
Drama Lines
Anatomy and Physiology Test 3
Dutch vocabulary
Criminal Offenses Terms
♡ #
Vocab
Primary assessment
Witchcraze - Sceptical authors
Witchcraze - Case studies
1st case Term L.1
Imm. Term. L1
Cellular Processes
chapter 7 radio
språkhistoria
P-Block elements
machts middellen
Maatschappij 1.1, 1.2, 1.3, 1.4
Thatcher Economics
chemistry
Test
french revision
Spanish phrases
Anthropology
CompTIA A+ 1101/1102 Acronyms F-L
Dutch prepositions
chapter 8 vocab
chapter 6 radio
SOCIAL STUDIES DECK
More Muscles
annie
history 3 - the heat goes up
radio chapter 5
History
Biology
Japanese
french
Emergency Equipment
science
Hindouisme
business - unit 1
Topografi
Action words (hard)
action words