10.1: Vrije tijd, hobby, spel
zich vermaken
divertirse
het amusement, het vermaak
la diversión
amusant, leuk
divertido
divertida
de grap, het geintje
la broma
de mop, de grap
el chiste
zich bezighouden
entretenerse
de afleiding, het vermaak
la distracción
de vrije tijd
el tiempo libre
de vrijetijdsbesteding
el ocio
de kruiswoordpuzzel
el crucigrama
zich ontspannen, zich vermaken
distraerse
de vakantie
las vacaciones
de jaarmarkt, de kermis
la feria
het buurtfeest, het straatfeest, het dansfeest in de openlucht
la verbena
het pretpark
el parque de atracciones
het circus
el circo
de clown
el payaso
la payasa
het stierengevecht
la corrida de toros
uitgaan
salir
de discotheek
la discoteca
druk, levendig, opgewekt
animado
animada
de bar, het café, de nachtclub
el pub
dansen
bailar
de dans
el baile
la danza
wandelen
pasear
pasearse
de wandeling, het ommetje
el paseo
de wandeling, het ommetje, de ronde
la vuelta
de hobby, de liefhebberij
la afición
de amateur, de liefhebber, de fan
el aficionado
de amatrice, de liefhebster, de fan
la aficionada
het spel
el juego
het speelgoed
el juguete
la muñeca
de pop
spelen
jugar
de speelkaart
la carta
het spel, de partij
la partida
het schaak
el ajedrez
het domino
el dominó
kop of munt, het hinkelspel
la rayuela
de loterij
la lotería
de verloting
el sorteo
verloten
sortear
het casino
el casino
de weddenschap
la apuesta
het bedrog, de truc
la trampa
de dobbelsteen
el dado
de fotografie
la fotografía
de foto
la foto
het fototoestel, de camera
la cámara fotográfica
het filmrolletje
el rollo
el carrete (de fotos)
ontwikkelen (van een foto)
revelar
de dia
la diapositiva
de geheugenkaart
la tarjeta de memoria
de flitser
el flash
de afdruk, de kopie
la copia
de verzameling, de collectie
la collección
verzamelen
coleccionar
de verzamelaar
el coleccionista
de verzamelaarster
la coleccionista
handwerken
hacer labores
knutselen
hacer trabajos manuales