insufficiente circulatie waarbij de doorbloeding van de oorganen en weefsels tekort schiet
een tekort aan circulerend vermogen
Hemorragisch: bloeding (in/uitwendig spontaan/traumatisch)
niet-Hemorragisch: bijv bij dehydratie of brandwonden.
Normaal bloedvolume kan het hart onvoldoende wegpompen. Stuwing van met name halsvenen.
beschadigde myocardcellen, ritmestoornissen of klepaandoeningen -> per slag wordt er minder bloed uitgepompt
obstructie in de circulatie zorgt voor in/uitstroom belemmering. -> hart minder goed vullen -> Cardiac output.
Longembolie, spanningspneumothorax, pericard-tamponade
relatief te veel Vasodilatatie (met/zonder verhoogde permeabiliteit)
1. autoregulatie van bloeddruk door/voor de vitale organen.
2. verhoging hartfrequentie
3. vasoconstrictie in perifere vaten (niet bij distributieve shock)/ herverdeling van bloed waardoor niet vitale minder en vitale organen meer bloed ontvangen.
4. versnellen en verdiepen van de ademhaling
Tachypneu, tachycardie, vertraagde cappilaire refill tijd, verwardheid, bleke/ grauwe/ klamme/ koude/ soms cyanotisch (Bij warme shock is de huis rood en warm)
Zwakke pols, hypotensie, vertraagde bewustzijn, oligurie/anurie, grauwe en gemarmende huid.
koorts, zwelling, jeuk, pijn op de borst, dyspneu, gestuwde halsvenen, bloeding, stijve nek en petechiën.
lichamelijk onderzoek, meten/ monitoren van vitale functies.
-achterhalen oorzaak shock
-vaststellen mate orgaanfalen
- Herstel en ondersteuning van ventilatie en circulatie
- Behandelen van onderliggende aandoeningen
VIP
V- Ventilatie en Oxygenatie
I- Infusie
P- Perfusie
kan niet eten en drinken.
1 vullingstoestand van het bloedvat
2 slagvolume
3 elasticiteit van de vaatwand
4 de perifere weerstand
snelle herkenning, adequate behandeling, aanpakken van onderliggende oorzaak.