tp ndls
beginnen
begon begonnen begonnen commencer
blijven
bleef bleven gebleven rester
gaan
ging gingen gegaan aller
komen
kwam kwamen gekomen venir
sterven
stierf stierven gestorven mourrir
stijgen
steeg stegen gestegen s'elever
vallen
viel vielen gevallen tomber
verdwijnen
verdween verdwenen verdwenen disparaitre
vertrekken
vertrok Vertrokken vertrokken partir
worden
werd werden geworden devenir
zijn
was waren geweest etre
bakken
bakte bakten gebakken cuire
bedriegen
bedroog bedrogen bedrogen tromper
begrijpen
begreep begrepen begrepen comprendre
besluiten
besloot besloten besloten decider
bezoeken
bezocht bezochten bezocht visiter
Bieden
bood boden geboden offrir
binden
Bond bonden gebonden lier
breken
brak braken gebroken casser,briser
brengen
bracht brachten gebracht apporter
denken
dacht dachten gedacht penser
doen
Deed deden gedaan faire
dragen
Droeg droegen gedragen porter
drinken
dronk dronken gedronken boire
duiken
dook doken gedoken plonger
eten
at aten gegeten manger
genezen
Genas genazen genezen guerir
genieten
genoot genoten genoten jouir
geven
gaf gaven gegeven donner
grijpen
greep grepen gegrepen saisir
hebben
Had hadden gehad avoir
helpen
hielp hielpen geholpen aider
Heten
heette heetten geheten s'appeler
houden
hield hielden gehouden tenir
jagen
joen/jaagde joegen/jaagden gejaagd chasser
kiezen
koos kozen gekozen choisir
kijken
keek keken gekeken regarder
klimmen
Klom klommen geklommen grimper
kopen
Kocht kochten geKocht acheter
krijgen
Kreeg gekregen gekregen recevoir
Lachen
lachte lachten gelachen rire
laten
liet lieten gelaten laisser
lezen
Las Lazen Gelezen lire
liegen
Loog Logen Gelogen mentir
liggen
lag lagen gelegen etre couche
lopen
liep liepen gelopen courir
nemen
Nam namen genomen prendrr
Rijden
reed reden gereden rouler
roepen
riep riepen geroepen crier,appeler
scheppen
schiep schiepen geschapen creer
schijnen
scheen schenen geschenen sembler,briller
schrijven
Schreef schreven geschreven ecrire
slaan
Sloeg sloegen geslagen frapper
slapen
Sliep sliepen Geslapen dormir
sluiten
Sloot sloten gesloten fermer
spijten
speet / gespeten causer du regret
spreken
Sprak Spraken gesproken parler
hangen
hing hingen gehangen pendre
springen
sprong sprongen gesprongen sauter
staan
stond stonden gestaan etre debout
stelen
stal stalen gestolen voler,derober
strijken
streek streken gestreken repasser
trekken
trok trokken getrokken
vechten
vocht vochten gevochten se battre
verbieden
verbood verboden verboden interdire
vergelijken
vergeleek vergeleken vergeleken comparer
vergeten
vergat vergaten vergeten oublier
verkopen
verkocht verkochten verkocht oublier
verliezen
verloor verloren verloren perdre
verstaan
verstond verstonden verstaan comprendre
vinden
vond vonden gevonden trouver