Ovido
Lingua
  • Inglese
  • Spagnolo
  • Francese
  • Portoghese
  • Tedesco
  • Italiano
  • Olandese
  • Svedese
Testo
  • Maiuscole

Utente

  • Accedi
  • Crea account
  • Passa a Premium
Ovido
  • Home
  • Accedi
  • Crea account

Economie katern 2

Markt

Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product.

Vraag

De hoeveelheid producten die de klanten willen kopen.

Aanbod

De hoeveelheid producten die de verkopers willen verkopen.

Concrete markt

Markt met een zichtbare en vaste ontmoetingsplaats.

Abstracte markt

Markt zonder concrete ontmoetingsplaats waar de vragers en aanbieders elkaar ontmoeten.

Betalingsbereidheid

Het maximale bedrag dat een koper wil etalen voor een product.

Afzet

Het aantal verkochte producten.

Omzet

De totale geldopbrengst van verkopen.

Individuele vraaglijn

Lijn die het verband aangeeft tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid van een product van een individuele koper.

Collectieve vraaglijn

Lijn die het verband aangeeft tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid van een product van de gezamenlijke kopers.

Vraagfunctie

De vergelijking van de vraag naar een product.

Vraagfactoren

Factoren die de vraag bepalen: prijs, inkomen van consumenten, prijs van andere goederen, voorkeuren van consumenten, aantal consumenten.

Substitutiegoederen

Producten die andere producten kunnen vervangen.

Complementaire goederen

Producten die elkaar aanvullen.

Verschuiving op of langs de vraaglijn

Verandering op de vraaglijn die wordt veroorzaakt door een prijsverandering van het betreffende goed.

Verschuiving van de vraaglijn

Verandering van de vraaglijn die wordt veroorzaakt door overige vraagfactoren (behalve de prijs van het betreffende goed).

Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid

De mate waarin een relatieve prijsverandering zorgt voor een relatieve verandering in de gevraagde hoeveelheid.

Inelastische vraag

De gevraagde hoeveelheid reageert in verhouding minder sterk op een prijsverandering van prijs.

Elastische vraag

De gevraagde hoeveelheid reageert in verhouding sterk op een verandering van de prijs.

Prijselasticiteit van de omzet

De mate waarin een relatieve prijsverandering zorgt voor een relatieve verandering van de omzet.

Kruislingse prijselasticiteit van de vraag

De invloed van de relatieve prijsverandering van een product op de vraag naar een ander product.

Inkomenselasticiteit van de vraag

In welke mate een relatieve inkomensverandering zorgt voor een relatieve verandering in de gevraagde hoeveelheid.

Inferieure goederen

Producten die als kenmerk hebben dat de vraag ernaar in verhouding tot het inkomen daalt als het inkoment stijgt.

Drempelinkomen

Het inkomen dat bereikt moet worden vordat aan een product geld uitgegeven wordt.

Verkoopbereidheid

De prijs waartegen een producten producten wil aanbieden.

Constante of vaste kosten

Kosten die niet veranderen naarmate je meer of minder gaat produceren.

Variabele kosten

Kosten die veranderen naarmate je meer of minder gaat produceren.

Totale kosten

Totale variabele en constante kosten opgeteld.

Proportioneel variabele kosten

Variabele kosten die per eenheid product gelijk blijven als de productieomvang stijgt.

Gemiddelde totale kosten

Totale kosten gedeeld door de productieomvang.

Gemiddelde variabele kosten

Totale variabele kosten gedeeld door de productieomvang.

Gemiddelde constante kosten

Totale constante kosten gedeeld door de productieomvang.

Marginale kosten

De toename van de totale kosten als gevolg van het produceren van 1 extra product.

Degressief variabele kosten

Variabele kosten die per eenheid product dalen als de productieomvang stijgt.

Progressief variabele kosten

Variabele kosten die per eenheid product stijgen als de productieomvang stijgt.

Wet van toe- en afnemende meeropbrengsten

Deze wet geeft aan dat als je een productiefactor toevoegt aan constant gehouden overige productiefactoren, de productie in eerste instantie minder dan evenredig zal stijgen en daarna meer dan evenredig.

Winst

Totale omzet/opbrengst min de totale kosten.

Gemiddelde opbrengst/omzet

Totale opbrengst/omzet gedeeld door de productieomvang.

Marginale opbrengst/omzet

De toename van de totale opbrengst/omzet als gevolg van het verkopen van 1 extra product.

Totale winst

Een productent berekent zijn totale winst door van zijn totale opbrengsten de totale kosten af te trekken.

Beak-even-punt (BEP)

Afzet waarbij de totale opbrengsten/omzet gelijk is aan de totale kosten.

Maximale winst

De productie waarbij uitbreiding van de productieomvang geen grotere winst of kleiner verlies oplevert (MO=MK).

Individuele aanbodlijn

Lijn die het verband weergeeft tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid van een enkele aanbieder.

Collectieve aanbodlijn

Lijn die het verband weergeeft tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid van de gezamenlijke aanbieders.

Aanbodfactoren

Omstandigheden die het totale aanbod van een goed of dienst beïnvloeden.

Prijselasticteit van het aanbod

Getal dat de relatieve verandering van het aanbod als gevolg van een relatieve prijsverandering aangeeft.

Marktmodel

Model dat je inzicht geeft in werking van vraag en aanbod.

Marktevenwicht

Evenwicht dat tot stand komt op een markt door het mechanisme van vraag en aanbod.

Evenwichtsprijs

De prijs bij marktevenwicht.

Evenwichtshoeveelheid

De hoeveelheid in het marktevenwicht.

Aanbodoverschot

Het aantal eenheden waarmee het aanbod de vraag op een markt overtreft.

Vraagoverschot

Het aantal eenheden waarmee de vraag het aanbod op een markt overtreft.

Marktmechanisme

De ''onizchtbare hand'' die ervoor zorgt dat een markt in evenwicht komt.

Consumentensurplus

Het verschil tussen de betalingsbereidheid van consumenten en de marktprijs, vermenigvuldigd met de verkochte hoeveelheid.

Producentensurplus

Het verschil tussen de prijs waarvoor een aanbieder zijn product minimaal wil verkopen en de marktprijs, vermenigvuldigd met de verkochte hoeveelheid.

Totale surplus

Consumenten- en producentensurplus bij elkaar opgeteld.

Pareto-efficiëntie

Het totale surplus is maximaal. Hiervan is sprake in marktevenwicht. Er is dan sprake van maximale doelmatigheid van de markt.

Marktmacht

De mate waarin een aanbieder zich onafhankelijk van de andere marktspelers gedragen.

Harberger-driehoek (deadweight-loss)

De afname van het totale surplus doordat de markt niet maximaal doelmatig werkt.

Quiz
Economie katern 1
Criminal Law- recklessness
EMC - La République française
Science
CFA
PSYCH 333: Infancy & Toddlerhood
PSYC-1000:Unit 2,
Vocabualry
Energy: Some Basic Principles
Phonetic alphabet
Clinical skill levels
physics 10
Radio Signals
diversity terms
Powerline Commands
Dispatch Regions
biology
Physics
Marxist theory
Ratio's
Soc Midterm #2-
Residential Tenancies Act
cells
PSYCH 333: Middle childhood
media theory midterm - semiotics
zinnen blz.22
spaans indefinido uitgangen ar
film
Psykologi - Stress och kriser
Lecture 7: Raster data analysis
Lecture 6: Raster structures
maarschappij - H 2 en 6
tenta 2
group 1 , group 7 , group 0
metals and non metals
biology gcse
Droit
Tidig utveckling 0-2 år
Histoire Géo Séquence 2
Psykoanalytisk teori (Stadieteorier)
Carbohydrates
french vocab - 5/11/23
german vocab 6/11/23
Biologie hoofdstuk H11
biology
biology
forces
Combinaciones frecuentes
Criminal law- intention
Espagnol