Ovido
Idioma
  • Inglés
  • Español
  • Francés
  • Portuguesa
  • Alemán
  • Italiana
  • Holandés
  • Sueco
Texto
  • Mayúsculas

Usuario

  • Iniciar sesión
  • Crear cuenta
  • Actualizar a Premium
Ovido
  • Inicio
  • Iniciar sesión
  • Crear cuenta

filosofie begrippen module 2

epistemologie

kennisleer, houdt zich bezig met cognitieve oordelen

cognitief oordeel

uitspraak met een waarheidswaarde, kan waar of onwaar zijn

scepticisme

stelselmatig twijfelen aan alles, opvatting dat er geen zekere kennis bestaat

gerechtvaardigde ware overtuiging

ik heb een goede reden om het te geloven, het is feitelijk het geval, ik geloof het echt (=kennis)

Gettier-probleem

een gerechtvaardigde ware overtuiging waarvan de rechtvaardiging alleen bij toeval klopt
conclusie: de rechtvaardigingseis van de klassieke definitie van kennis (gerechtvaardigde ware overtuiging) klopt niet

empirisme

kennis komt voort uit zintuiglijke waarneming

rationalisme

kennis komt voort uit denkvermogen / redeneren

demarcatie

het afbouwen van wetenschap en pseudowetenschap

demarcatieprobleem

het blijkt moeilijk om een correct demarcatiecriterium op te stellen

empirische cyclus

model van empirische wetenschap: vraag -> hypothese -> metingen -> conclusie -> evaluatie / discussie

inductie

redeneren op basis van herhaaldelijke waarneming, bij elke waarneming wordt de conclusie iets zekerder, maar nooit 100%

deductie

logisch geldige afleiding, 100% zekerheid

abductie

redeneren op basis van waarschijnlijkheid, onzeker

technè

praktische kennis, weten hoe je iets doet / maakt

epistèmè

kennis, Aristoteles: theoretische kennis, weten hoe iets is, waar het van gemaakt is etc.

tabula rasa

onbeschreven blad: veel leervermogen maar totaal geen aangeboren kennis (zo wordt de mens geboren) -> argument voor empirisme

indruk / idee

indrukken krijg je binnen via zintuigen, worden door de geest omgezet in ideeën

enkelvoudig idee

concepten van één eigenschap

samengesteld idee

we voegen enkelvoudige ideeën door middel van verbeelding samen tot samengestelde ideeën (bijv. stoel)

primaire eigenschappen

met meerdere zintuigen waar te nemen en zitten in het object zelf (=objectief)

secundaire eigenschappen

met slechts één zintuig waar te nemen, zitten in de waarnemer (=subjectief)

esse est percipi

te zijn is te worden waargenomen

immaterialisme

er bestaat geen materiële buitenwereld (de wereld bestaat volledig als perceptie of denkbeeld)

subjectief idealisme

objecten en hun eigenschappen betsaan alleen als en voor zover ik ze kan waarnemen

objectief idealisme

God neemt de hele tijd alles waar, dus alles bestaat de hele tijd

inductieprobleem

inductie geeft nooit 100% zekerheid, omdat bij inductie denken wordt gebruikt en vanwege de vork van Hume kan dat niet leiden tot nieuwe kennis (want deze denkstap is gebaseerd op verbeelding en we kunnen ons ook onzin verbeelden)

analytische oordelen

zijn begripsverhelderend, er wordt geen nieuwe informatie toegevoegd aan het onderwerp

synthetische oordelen

voegen nieuwe informatie toe aan het onderwerp

Hume's Fork

indeling van cognitieve oordelen
a priori: analytisch, synthetisch Kant

a posteriori: alleen synthetisch

a priori

onafhankelijk van de waarneming te bepalen

a posteriori

aleen via de waarneming te bepalen (moet gecontroleerd worden in de werkelijkheid)

(radicaal) empirisme

alleen directe waarneming in het moment leidt tot kennis, want elke verwerking is gebaseerd op verbeelding

ficties

causaliteit, substantie, subject (3 ficties-verzinsel)

causaliteit

oorzaak-gevolgdenken, wij nemen dat nooit rechtstreeks waar. zonder causaliteit en substantie kan er geen natuurwetenschap zijn. causaliteit is gebaseerd op inductie (=verbeelding, inductieprobleem)

substantie

dat objecten / de buitenwereld van 'spul' gemaakt is

subject

persoonlijke identiteit: menselijke kern / persoonlijkheid die min of meer constant is, wij veranderen voortdurend maar zeggen dat we dezelfde persoon zijn omdat we lijken op oude versies van onszelf

psychologische noodzakelijkheid

we moeten geloven in deze ficties, ookal zijn ze niet gerechtvaardigd, om psychische redenen

synthetisch a priori

is belangrijk, omdat a posteriori - redeneringen veranderlijk en dus niet zeker zijn. ze hebben ook geen voorspellende waarde (bijv. transcendentaalfilosofie, rekensom)

transcendentaalfilosofie

filosofie via mogelijkheidsvoorwaarden

transcendentaal subject

zintuigen + verstand en rede, ''ik''

aanschouwingsvormen

geven vorm aan de zintuiglijke aanschouwing

categorieën

substantie en causaliteit, noodzakelijk voor verstand

intersubjectiviteit

onze kennis van de buitenwereld is intersubjectief, omdat normaal gevormde waarnemers het met elkaar eens zullen zijn over over zekere kennis (waarneming)

waarheidsconditionele betekenis

je kent de betekenis van een uitspraak als je de voorwaarden kent waaronder deze waar is, als ik de voorwaarden niet kan definiëren, is een zin sowieso betekenisloos

betekenis en referent

2 soorten betekenis:

1. referent: het object waarnaar de uitspraak verwijst (noodzakelijk, anders is de zin betekenisloos)


2. de bedoeling van de spreker bij het doen van de uitspraak

correspondentie-opvatting

een uitspraak is waar indien deze correct correspondeert met de werkelijkheid

logisch positivisme

positivisme + deductieve logica
positivisme: wetenschap moet gebaseerd zijn op positieve feiten: feiten die zintuiglijk aan te treffen zijn in de werkelijkheid

verificatie

je moet als wetenschapper empirische bevestiging zoeken voor je hypothesen, elke keer dat je de hypothese bevestigd, wordt deze robuuster

reductionisme

1. alle kennis is te reduceren tot een basisopvatting (foundationalisme)
2. alle wetenschapsgebieden zijn te reduceren tot een basiswetenschap, namelijk natuurkunde

foundationalisme

basisopvatting die als waar wordt aangenomen (Hagrippa's trilemma, Wiener Kreis: wat je zintuiglijk waarneemt is waar)

holisme

geheel, wetenschap wordt opgevat als een geheel, alternatief voor de empirische dogma's

coherentie-opvatting

een uitspraak mag als waar worden aangenomen als deze goed samenhangt met andere 'ware' uitspraken (en correcte voorspellingen doet over de wereld)

reductionisme

de overtuiging dat elke betekenisvolle uitspraak (waar of onwaar) vertaalbaar wordt geacht in een uitspraak over directe ervaring

onderscheid

de overtuiging van een fundamentele kloof tussen analytische en synthetische waarheden

analytisch

sowieso waar

synthetisch

kan waar of niet waar zijn

verificatie

kritiek op Wiener Kreis: verificatie levert geen goede methode en geen goed demarcatiecriterium

falsificatie

proberen je theorie te weerleggen, elke keer dat dat niet lukt wordt de theorie robuuster

verificatieprobleem

methode: je ontdekt fouten in de theorie niet snel genoeg
demarcatiecriterium: het is niet streng genoeg om alle pseudowetenschap uit te sluiten

zoeklichttheorie

onze bestaande kennis functioneert als een zoeklicht om onze aandacht te richten

verwachtingshorizon

het spectrum van verwachte uitkomsten bepaald door het heersende paradigma

paradigma

wetenschappelijk denkkader, gevormd door de gezaghebbende theorieën in een bepaald vakgebied in een bepaald tijdperk

paradigmawisseling

als er te veel anomalieën komen en er een alternatief beschikbaar is, komt er een plotselinge paradigmawisseling

anomalie

waarnemingen die tegen het paradigma ingaan

revolutie

als er te veel anomalieën komen en er een alternatief beschikbaar is, komt er een revolutie

geesteswetenschap

houden zich bezig met het proberen te 'verstaan' van producten van menselijk denken

natuurwetenschap

houdt zich bezig met het verklaren van natuurlijke verschijnselen

verklaren

cijfermatige of datamatige (=meetbare) uitleg van hoe iets gebeurt

verstaan

begrijpen, interpreteren waarom mensen bepaalde keuzes hebben gemaakt

hermeneutiek

interpretatieleer

hermeneutische cirkel

geheel -> deel -> geheel' -> deel'

Cuestionario
20英语
Fysik, Rörelse
Fysik, kraft
describing house and rooms
prefixes
part of the house and garden
type of house
concorso 4
vocabulario unit 4
c# Season 2 chapter 11 part 1
c# Season 2 chapter 10 part 4
c# Season 2 chapter 10 part 3
c# Season 2 chapter 10 part 2
c# Season 2 Chapter 10 part 1
Geographic features
c# Season 2 chapter 9 part 3
Genetik
c# Season 2 chapter 9 part 2
c# Season 2 chapter 9 part 1
Vocabulario ingles
漢字 Lesson 9-13
Ruimtemeetkunde def
Histo tissus nerveux
yasir
yasir
Vocabulaire T7
landen
spanjoren
bisectriz
sozi
Omvårdnad
alphabet
PLENOS
20英语
Chapter 3
Quiz 2 Prelim
Religion quiz 1
literary terms
Braveheart
interrogazione
organica
kreglinger deel 3
kreglinger deel 2
Francês "Mes copains et moi
Come Sample
Political
Kreglinger deel 1
Sociolingvistik
vocabulaire Frans
Groupe