16.1 Post en telecommunicatie
de posterijen, het postkantoor
Correos
de post
el correo
de postzegel
el sello
de brief
la carta
de ansichtkaart, de briefkaart
la (tarjeta) postal
het drukwerk
el impreso
de porto
el franqueo
ontvangen, krijgen
recibir
sturen, zenden
mandar
het pakket, het pakje
el paquete
de postgiro (betalingssysteem)
el giro postal
aangetekend
certificado
certificada
de aangetekende brief
la carta registrada
zenden
enviar
de verzending, de zending
el envío
onder rembours
contra reembolso
spoed-, expresse
urgente
per luchtpost
por avión
de luchtpost
el correo aéreo
de brievenbus
el buzón
de postbode
el cartero
la cartera
het adres
la dirección
las señas
de geadresseerde
el destinatario
de naam en het adres van de afzender
el remite
de afzender
el remitente
la remitente
de postcode
el código postal
de postbus
el apartado (postal)
el apartado de Correos
Telefónica (Spaanse telefoononderneming)
la (Compañía) Telefónica
de telefoon
el teléfono
opbellen, telefoneren
llamar por teléfono
het telefoonnummer
el número de teléfono
het telefoonboek
la guía telefónica
de informatie
la información
de telefooncel
la cabina telefónica
de telefoonkaart
la tarjeta telefónica
de tikken
los pasos
het netnummer
el prefijo
de verbinding
la línea
de mobiel, het mobieltje
el móvil
het bereik
la cobertura
het bericht, de sms
el mensaje
draaien, kiezen
marcar
het telefoongesprek, het telefoontje
la llamada
het lokale gesprek
la llamada urbana
het interlokale gesprek
la conferencia
de videoconferentie
la videoconferencia
het antwoordapparaat, de voicemail
el contestador automático
de verbinding
la comunicación
in gesprek zijn
estar comunicando
overgaan, rinkelen
sonar
opnemen
descolgar
ophangen
colgar
bereiken
localizar
doorverbinden
poner
het faxapparaat, de fax
el telefax
de fax
el fax
de telex
el télex