3.2 Medische zorg
de arts, de dokter
el médico
la médica
de tandarts
el dentista
la dentista
de vulling
el empaste
de specialist
el especialista
la especialista
het spreekuur, het consult
la consulta
de spreekkamer, de praktijk, de artsenpraktijk
el consultorio
de verpleegkundige
el enfermero
la enfermera
de homeopathie
la homeopatía
de homeopaat
el homeópata
la homeópata
het ziekenhuis
el hospital
de kliniek, de praktijk, de artsenpraktijk
la clínica
Spoedgevallen
Urgencias
de polikliniek
el ambulatario
el dispensario
de brancard
la camilla
de ic (intensive care)
la UVI (Unidad de Vigilancia Intensiva)
intensief
intensivo
intensiva
de ziektekostenverzekering
el seguro de enfermedad
de sociale zekerheid, de sociale verzekeringen
la Seguridad Social
de eertsehulppost
la casa de socorro
de röntgenfoto
la radiografía
gezwollen, opgezwollen
hinchado
hinchada
de ontsteking, de zwelling
la inflamación
ontsteken, opzwellen
inflamarse
verstuiken, verzwikken
torcerse
de breuk
la fractura
gecompliceerd, ingewikkeld
complicado
complicada
verbinden
vendar
de injectie, de prik
la inyección
een injectie geven
inyectar
de operatie, de ingreep
la operación
opereren
operar
de chirurgie
la cirugía
de chirurg
el cirujano
la cirujana
de operatiekamer, de ok
el quirófano
de anesthesie, de verdoving
la anestesia
bewust, bij bewustzijn
consciente
de CT-scan, de computertomografie
la tomografía computerizada
de MRI-scan
la resonancia magnética
transplanteren
transplantar
de orgaandonatie
la donación de órganos
klonen
clonar
de ambulance
la ambulancia
het noodgeval, het spoedgeval
la urgencia
de eerste hulp
los primeros auxilios
de apotheek
la farmacia
het voorschrift
la receta
het medicijn, het geneesmiddel
el medicamento
la medicina
de pil, het tablet
la pastilla
de aspirine
la aspirina
de pijnstiller
el analgésico
het tablet
el comprimido
het middel, het geneesmiddel
el remedio
de pleister
la tirita
de hechtpleister, de leukoplast
el esparadrapo
de druppel
las gotas
het verband
la venda
de zalf
la pomada
wrijven
frotar
de bril
las gafas
scheel zijn/zien
cruzar la vista
scheel
bizco
bizca
bijziend
miope
de verziendheid
la vista cansada