Wanneer een verband tussen A en B veroorzaakt worddt door een derde factor.
Onderzoek kan op verschillede manieren worden uitgevoerd met allemaal een andere manier van bewijskracht.
Mensen random in een bepaalde groep plaatsen om verschillen tussen groepen te hebben.
Deelnemers uit de controlegroep kunnen via deelnemers uit de experimentele groep informatie ontvangen over de experimentele stimulus.
Dit wordt ook wel besmetting genoemd.
Voor elke deelnemer wordt een gelijke deelnemer op alle relevante kenmerken gezocht (alle combinaties zijn gelijk aan elkaar).
Streven naar vergelijkbare frequentieverdelingen van een aantal kenmerken (E-groep en C-groep per afzonderlijk kenmerk gelijk aan elkaar).
Een ontwerp waarin geselecteerde deelnemers vooraf worden ingedeeld in blokken.
Angst van de onderzoeker dat deelnemers zich anders gaan gedragen.
Deelnemers moeten reageren op verschillende denkbeeldige scenario's.
Als er iets in het nieuws komt, kun je er vanuit gaan dat dit effect heeft op de bevolking.
Wanneer een onderzoeker zijn resultaten enkel baseert op gebupliceerde artikelen en ten onrechte denkt dat een interventie heel effectief is.
Omdat de onderzoeker graag wil weten of een interventie in de praktijk werkt, zodat hij de juiste adviezen kan geven.
Omdat deze onderzoeker graag wil weten hoe en waarom iets werkt zoals het werkt.
Wanneer scores op metingen beïnvloedt worden doordat deelnemers al eerder op dezelfde wijze zijn gemeten. Het Solomon-viergroepenontwerp biedt de mogelijkheid om dit testeffect te onderzoeken.
Dit is een effect wat alleen optreedt in ontwerpen waarbij deelnemers meerdere keren worden gemeten. Hierbij worden bij de metingen verschillende dataverzamelingstechnieken gebruikt. Het is mogelijk dat verschillen tussen voor- en nameting niet toe te schrijven zijn aan de manipulatie maar aan de instrumentatie, verschillen tussen de gebruikte instrumenten.
Dit is een effect wat optreedt wanneer deelnemers uit de controlegroep informatie (via de experimentele groep) ontvangen over de experimentele stimulus. De controlegroep is hierdoor minder onscheidbaar van de experimentele groep.
Dit wordt ook wel contaminatie of besmetting genoemd.
Selectie treedt op wanneer groepen verschillen op achtergrondkenmerken en deze achtergrondkenmerken tevens samenhangen met de afhankelijke variabele.
Hiervan is sprake wanneer door randomisatie/matching voor de proefleider onbekend is welke deelnemers aan welke conditie meedoen. Verwachtingen bij de deelnemers en bij de proefleider kunnen dan geen rol spelen in de uitkomsten van het onderzoek.
Wanneer de proefleider weet welke personen in de controle- of experimentele groep zitten, waardoor er bepaalde verwachtingen kunnen zijn.
Hiervan is sprake wanneer de scores op een nameting veranderen doordat deelnemers ouder, wijzer, milder of meer ervaren worden.
Hierbij worden twee condities vergeleken.
Hierbij worden drie of meer condities onderling vergeleken.
Volgens deze analyse worden eerst scores op afhankelijke variabele aangepast, door voor ieder groep te berekenen wat de gemiddelde score zou zijn geweest als alle groepen vergelijkbaar zouden izjn op een specifieke eigenschap. Vervolgens worden de aangepaste gemiddelden onderling vergeleken, om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag.
Een manier van dataverzameling wanneer onderzoekers gebruik maken van gegevens die spontaan worden gegenereerd en zij niemand hoeven te vragen om deel te nemen aan hun onderzoek.
Besparing van tijd en geld
Biedt de mogelijkheid gegevens te vergelijken
Informatie op basis van registraties is veelal spontaan en niet uitgelokt.
De onderzoeker heeft geen invloed op hoe en wat er is verzameld. Afhankelijk van het beschikbare aanbod.
De vraagstellingen die hiermee beantwoordt kunnen worden zijn beperkt.
Niet geschikt voor onderzoek naar individuele gedragingen of houdingen
Bespaart veel tijd en geld
Data is meestal snel te verkrijgen
Participanten hoeven niet nogmaals gevraagd te worden om mee te doen aan hetzelfde onderzoek
Reactiviteit: of deelnemers aan onderzoek gedrag vertoonden wat zij niet zouden hebben vertoond als zij niet wisten dat ze deelnamen aan een onderzoek.
De gegevens zijn destijds meestal met een bepaald doel verzameld.
De kwaliteit van de secundaire analyses is afhankelijk van de kwaliteit van de oorsponkelijke gegevens.
Onderzoeker is gebonden aan keuze van de eerdere onderzoekers als eeheden, variabelen en waarden
Het is niet duidelijk onder welke omstandigheden de data zijn verzameld, door wie, wanneer en hoe