Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen en schrijven.
Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven: voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
Opeenhoping van mensen in een gebied.
De verdeling van mensen over een land of gebied.
Het geld dat alle inwoners van een land samen verdienen.
Het gemiddelde aantal levendgeborenen per duizend inwoners per jaar.
Ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector.
Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen en informatie te vervoeren.
Het aantal goederen of diensten dat je van je geld kunt kopen.
Het houden van dieren over verbouwen van gewassen voor menselijk gebruik.
Het gemiddelde aantal te verwachten levensjaren bij geboorte.
Kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom in een gebied kunt meten.
Het niveau van de armoede of rijkdom in een land.
Werk waarbij producten regelrecht uit de natuur gehaald worden.
Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.
Reden om te verhuizen uit een bepaald gebied.
Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt.
Het gemiddelde aantal overleden personen per duizend inwoners per jaar.
Alle bedrijven die zicht bezighouden met het verlenen van diensten, in het bijzonder commerciële dienstverlening.
Het proces waarbij steeds meer mensen in de stad gaan wonen.
Productie voor eigen gebruik.
Het gemiddelde aantal kinderen dan in het eerste jaar overlijdt, per duizend levendgeborenen, per jaar.
Bedrijf dat veel arbeid nodig heeft.
Mensen die betaal werk (willen) doen.
Dienstverlening met als doel geld te verdienen, zoals handel, banken, transport, winkels, horeca.
Als er in een jaar meer mensen worden geboren dan dat er sterven.
Als een bedrijf dure kapitaalgoederen(machines) nodig heeft om te kunnen produceren.
Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboortes min het aantal sterftes.
Niet-commerciële diensten, zoals gezondheidszorg, onderwijs, defensie, brandweer en rechtspraak.
Verandering van het bevolkingsaantal door vestiging min vertrek.
Het percentage stedelingen in een land.
Het gemiddelde inkomen per inwoner per jaar.
Het aantal artsen per duizend inwoners.
De samenstelling van de bevolking in leeftijdsgroepen.
Rijk land met een hoog ontwikkelingspeil.
Arm land met een laag ontwikkelingspeil.
Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle economische groei doormaakt.
De hoeveelheid energie uit eten die iemand gemiddeld per dag binnenkrijgt.