Nederlands beeldspraak
Beeldspraak
figuurlijk taalgebruik, waarbij je een beeld gebruikt om iets duidelijk te maken.
Object
iets wat er echt is
beeld
iets wat op het object lijkt of waaar het een overeenkomst mee heeft.
vergelijking
beeldspraak waarbij je iets wat er echt is (het object), vergelijkt met iets anders wat er op lijkt (het beeld)
metafoor
beeldspraak waarbij object en beeld samenvallen; het object word vervangen door beeld
personificatie
beeldspraak waarbij iets nietmenselijk (een voorwerp, plant, dier of een abstract begrip als idee of geluk) een menselijke eigenschap krijgt