Engels Vocabulairy 1.1 t/m 1.4
access
toegang
alone
alleen
awesome
geweldig
is called
heten
are keen on
graag willen
centre
centrum
chat
kletsen
confident
zelfverzekerd
different
verschillend
difficult
moeilijk
favourite
favoriet(e)
free
gratis
hang out
ergens zijn, rondhangen
kind
aardig
lonely
eenzaam
lost
verdwaald
meet
ontmoeten
member
lid
only child
enig kind
pleased
blij
quiet
stil/rustig
shy
verlegen
worried
bezorgd
acting
acteren/toneelspelen
activity
activiteit
apply
zich opgeven
are into
geïnteresseerd zijn in
blond
blond
both
beide
curious
nieuwsgierig
curly
krullend
drama club
toneelclub
encourage
stimuleren/aanmoedigen
enjoy
genieten van
especially
vooral
excellent
uitstekend
exciting
spannend
form
klas
interested
geïnteresseerd
join
aansluiten bij/deelnemen
organise
organiseren
put on
opvoeren
quite
nogal
school hall
aula
select
selecteren/uitkiezen
yourself
(je)zelf
boyfriend
vriendje
choice
keuze
cute
schattig
dining room
eetkamer
floor
verdieping
follow
volgen
hurry up
opschieten
if
als/indien
irritating
irritant
neighbours
buren
remember
zich herinneren
return
terugkeer
seat
stoel/zitplaats
serious
serieus/ernstig
shelf
plank
steps
treden
tired
moe
true
waar
upstairs
boven
view
uitzicht
article
artikel/stuk
assistant
assistent
aunt
tante
collect
verzamelen
congratulations
gefeliciteerd
cousin
neef, nicht (zoon/dochter van oom/tante)
gran
oma
grandad
opa
hobbies
hobby's
important
belangrijk
interesting
interessant
magazine
tijdschrift
nephew
neefje(zoon van broer/zus)
newspaper
krant
niece
nichtje(dochter van broer/zus)
office
kantoor
show
tonen/laten zien
so
dus
sure
zeker/natuurlijk
tell
vertellen
uncle
oom