NL examen
onjuiste oorzaak-gevolg relatie
er wordt aangenomen dat omdat A gebeurt en daarna B plaatsvindt, A wel de oorzaak van B moet zijn. In werkelijkheid kan dat verband volledig ontbreken.
welke drogredenen: Sinds de invoering van elektrische scooters zijn er meer verkeersongelukken. Elektrische scooters maken het verkeer dus gevaarlijker.
onjuiste oorzaak-gevolg relatie
verkeerde vergelijking
twee dingen met elkaar worden vergeleken die eigenlijk niet vergelijkbaar zijn.
welke drogredenen: Als kinderen kunnen multitasken op hun telefoon, dan moeten ze toch ook tegelijkertijd huiswerk kunnen maken en Netflix kijken?
verkeerde vergelijking
overgehaaste genaralisatie
Hierbij wordt een conclusie getrokken op basis van één of enkele gevallen, zonder voldoende bewijs.
welke drogredenen: Mijn buurman werkt thuis en doet nooit iets. Thuiswerken zorgt dus voor luiheid.
overgehaaste generalisatie
cirkel redening
je herhaalt eigenlijk gewoon je standpunt in andere woorden, zonder echte onderbouwing.
welke drogredening: We moeten deze regels volgen omdat het belangrijk is dat regels gevolgd worden.
cirkel redening
persoonlijke aanval
De persoon (de ‘tegenstander’) wordt aangevallen en niet zijn of haar argumenten.
welke drogreden: Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
persoonlijke aanval
ontduiken van bewijslast
Er wordt niks bewezen; er wordt gedaan alsof er geen bewijs nodig is.
welke drogreden: Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de regels van voetbal?
ontduiken van bewijslast
vertekenen van het standpunt
Je verdraait de woorden van de ander om die makkelijker aan te vallen.
welke drogreden: Je vindt het niet nodig om honden verplicht aangelijnd te laten zijn? Dus jij wilt dat iedereen gebeten wordt?!
vertekenen van het standpunt
bespelen van het publiek
Er wordt iets beweerd waar je als publiek niet snel tegenin durft te gaan.
welke drogreden: U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
bespelen van het publiek
onjuist beroep op authoriteit
Er wordt een bekend persoon aangehaald om het standpunt mee te onderbouwen, maar deze persoon heeft weinig te maken met de zaak.
welke drogreden: De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
onjuist beroep op authoriteit
onjuist beroep op een kenmerk
Een irrelevant kenmerk wordt uitvergroot om een conclusie te trekken.
welke drogreden: Hij draagt een bril, dus hij zal wel intelligent zijn.
onjuist beroep op een kenmerk
overdrijven voor en nadelen
De voordelen of nadelen van iets worden buiten proportie opgeblazen.
welke drogreden: Als we zonnepanelen installeren, zijn al onze energieproblemen opgelost!
overdrijven voor en nadelen
vals dilemma
Er wordt gedaan alsof er maar twee keuzes zijn, terwijl er in werkelijkheid meerdere alternatieven bestaan.
welke drogreden: Of we verhogen de belasting, of de economie stort volledig in.
vals dilemma
Wat is het verschil tussen een oorzaak en een reden?
Oorzaak: waardoor iets gebeurt.
Reden: waarom iets gebeurt.
Wat is het verschil tussen een uiteenzetting, beschouwing en betoog?
Uiteenzetting = informerende tekst.
Beschouwing = afwegende tekst tussen
voordelen – en nadelen of overeenkomsten en verschillen. Het oordeel is aan de lezer.
Betoog = overtuigende tekst. De schrijver
probeert zijn mening over te dragen aan de
lezer.
Wat zijn signaalwoorden?
Woorden die de verbanden aangeven in een tekst, of een verband tussen zinsdelen, zinnen of alinea’s.
Noem drie signaalwoorden van een tijdverband (tussen alinea’s).
Toen, terwijl, voordat, nadat, daarna, zodra
Noem drie signaalwoorden van een opsommend verband (ten eerste, ten tweede, ten derde mag niet).
Ook, bovendien, tenslotte, niet alleen…. maar ook, vervolgens
Noem een signaalwoord waar je een standpunt aan kunt herkennen.
Ik vind, mijn mening is
Noem drie signaalwoorden waar je het slot aan kunt herkennen
Dus, kortom, daarom, samengevat, resumerend
Noem twee signaalwoorden waar je een argument aan kunt herkennen.
Omdat, want, daarom.
Wat is een aanleiding?
Omstandigheid die ertoe leidt dat er iets gebeurt.
Wat is een aspect?
Een kant van een zaak, facet.
Wat is een constatering
Vaststelling, waarneming
Wat is een bewering?
Verdediging van een mening, iets wat beweerd wordt, opvatting
Wat betekent relativeren?
Zeggen of bewijzen dat iets minder belangrijk is, op het betrekkelijke van iets wijzen
Wat is een nuancering?
Het minder zwart-wit voorstellen van een zaak (niet goed, niet slecht, maar ertussenin).
Noem drie schrijfdoelen.
Informeren, amuseren, activeren, opiniëren, overtuigen, adviseren.
Noem drie aspecten die de inleiding in zich kan hebben.
Aanleiding noemen.
Achtergrondinformatie geven.
Anekdote geven.
Hoofdgedachte aangeven.
Doel van de tekst aangeven.
Actualiteit aangeven.
Noem drie aspecten die het slot in zich kan hebben
Aansporing, toekomstverwachting, conclusie, samenvatting, uitsmijter.
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Waar de tekst over gaat in een zin.
Wat is het onderwerp van een tekst?
Waar de tekst over gaat in een woord / aantal woorden.
Geef een voorbeeldzin met een reden – verband.
Signaalwoord: omdat, daarom, verklaart, reden, want.
Geef een voorbeeldzin met een doel – middel – verband.
Signaalwoord: door middel van, met de bedoeling, om….te.
Geef een voorbeeldzin met een oorzaak – gevolg – verband.
Signaalwoord: doordat, daardoor, waardoor, zodat, te wijten aan, te danken aan.
Cuestionario |
---|
PROPONENTS AND THEORIES |
Spaans zinnen |
Les 4 |
Spaans woordjes en zinnen |
Stoffgemische und fachbegriffeFachbegriffe:Atomkern,ordnunszahl, Elementarteilchen, Nukleolen,Periode,Hauptgruppe, Atomhülle, Massenzahl, Valenzelektronen,Elemente, Kernladungszahl
stoffgemische:Heterogen, Gemenge,Suspension, Emu... |
químicaaquí me voy a guiar por componentes, mezclas, y elementos |
FINALS chptr 6 |
FINALS chptr 5 |
ethics virtue |
educi |
biologie |
an timpeallacht |
answering questions |
Spás vocab |
sprawdzian |
TEMAS 4 Y 5 |
Stoma |
TEMA 3. OTITIS MEDIA AGUDA Y SECRETORA |
Geog Paper 1 Case Studies |
Ses C8 |
Geog Paper 1 |
Physics Test 3 |
Ethics Deon |
20 |
significado de las palabras |
St. Ignatius Quiz Religion |
Traduce_semana_20_parte2 |
Verbi irregolari |
frans |
snowfall |
optikwie entsthet eine mondfinsterniss |
12 Une semaine chargéeFranska glosor från Escalade 1, kapitel 12 |
11.2 Vacances en EuropeFranska glosor från Escalade 1, kapitel 11, del 2. |
11.1 Vacances en EuropeFranska glosor från Escalade 1, kapitel 11, del 1. |
Evolotion IIFragen 25 - 43 |
fikh 5 |
TEMA 2. PATOLGÍA DEL OÍDO EXTERNO |
FINALS 1.3 |
test vies urinàries |
tppd 7 |
scheikunde |
Evolution IFragen 1 - 24 |
Ordi Cirugía |
Parcial Cirugía |
Finals ict in various content areas |
FINALS TPACK |
Bio Paper 1 |
Futur simple |
Futur proche |
Imparfait |
Passé composé |
TENMA 16. ITS |
Gezondheid |
DER |
fcdfe |
fefff |
DIE |
Biologi prov |
DAS |
Origin and meanings |
classes of anano |
latino |
Biology Test 3 |
futur simple uitzonderingen |
Franz Julifrnz vokab |
comentario de texto |
Epi tenta |
Vocabulary_week_20 |
emily |
Netwerk ANS3 |
ANS test 4 |
Biokemi 6.5, 6.6, 6.7 DNA, vitaminer och vatten |
hidrurs |
GE 5 FINALS 1.2 |
GE 5 FINALS |
67 |
unit 1 |
Fats |
WG Französisch |
Serufe |
de lingära religonerna |
prepositions |
franska 3 np muntligt |
Nkosi sikelel' i-Afrika |
Motor + Volvo Språk |
Anglais unit 5 |
house / rooms |
Cuestiones Bloque 3 |
i,he.she give |
Vir Sara Baartman |
Macbeth |
Camillas frågorRetina del 1 |
indirekte redeindirekte rede |
Macronährstoffe |
TEMA 14 Y 15. MANEJO DE LA FIEBRE DEL VIAJERO |
regular verbs |
ACC key ideas and QuotesThe message of Dickens. |
Section A Alexander II |
producción |
Niederdeutsch (Dahlenroder Platt) (Dahlenrode, Rosdorf, Deutschland) |
Random |
Beschaffungsprozessbeneeb |
Französische revolution |
TEMA 12 LEPTOSPIROSIS |
Vocabulary_week_19 |
MIX IDEAS PARA LLEVAR A CASA |
SIGe-Plan |
Oeuvres XIX |
Kinders van die wind |
Griego |
Natuurkunde Beweging 1 |
Bertils frågorIris, Ciliarkropp, främre/bakre kammare, linsen |
Meere und Ozeane in zentrum der Globalisierung |
2000 most common 1 |
Latein |
jp importantes famille |
Frankreich, ein maritime Grossmacht ? |
23 |
figure de style |
hoofdsteden amerika |
Unit 5 |
test 4 - copy |
Sociales 2 |
EstudioEstudialo diario |
Test nefro |
Camillas frågorSklera, konjunktiva, glaskropp |
Kapitel 2, del 2Avsnitt 4, kontoklass 1 |
ato ilocutorio |
La Scuola (unità 6) |
Biokemi 6.4 Enzymer och reaktioner i kroppen |
Test |
Toets11 |
SIN |
Analytisk kemi |
Mibi |
unit 10 |
Oncología Ordinario |
classificwtion |
Legislacion |
18.9 Ecologie en milieubescherming |
18.8 Stad, land en infrastructuur |
engels |
18.7 Dieren |
schuleprüfung |
18.6 Planten, bloemen en bomen |
Entrep mind L4 Quiz |
Bio Klassenarbeit |
18.5 Materie en stoffen |
18.4 Klimaat en weer |
Frans Verbo Labo |
18.3 Wateren en kusten |
Pulmo |
18.2 Geografie |
18.1 Heelal en aarde |
wirtschaft |
La evolución de la mujer |
chemie |
Español B1 |
GWabschluss |
Computer Science Test 3 |
oihanabac |
Frankreich in der Welt |
estructura |
classification |
geometria solida |
Voyage en martinique |
KA 2 |
giver |
Biologie: DNADNA und weiteres |
Region IX-XIV |
Region IV-B TO VIII |
ki5 |
Music signs |
storia educazione |
Iris, cillarkropp, främre och bakre kammare samt ögonlinsen (Bertil Sterner) |
EliMathe |
Provet i mekanik. |
5 vamos y a |
svåra ord, sugning av lufväggar och syregasbehandling |
bio |
english essential words |
english |
spanska läs |
leonie |