gs woordjes
abstracte kunst
kunst die geen verband houdt met de zichtbare werkelijkheid
bondgenootschap
een afspraak tussen landen om samen te werken, vooral op militair gebied
centralen
duitsland en oostenrijk-hongarije 1e wwo
1e wereldoorlog
oorlog tussen 1914 en 1918 die gevolgen had voor alle werelddelen
facisme
denkbeeld die in italie opkwam in de jaren 1920 die streefde naar een sterke staat onder een sterke leider en die tegen de democratie was.
gealieerden 1e wo
lett: bondgenoten. britten en fransen.
ideologie
politieke leer: een ssmenhangend geheel van ideeën over de manier waarop de samenleving zou moeten worden ingericht. op economische, politiek-bestuurlijk, sociaal en soms cultuur gebied.
inflatie
het stijgen van de prijzen van producten en diensten, waardoor het geld minder waard word.
loopgravenoorlog
oorlog waarin soldaten greppels uitgraven en daarin bescherming zoeken tegen de vijand.
massamedium
een middel waarmee je grote groepen mensen kunt bereiken: kranten, tijdschriften, radio, film, televisie en internet.
moderne massasamenleving
een samenleving waarin een groot deel van de bevolking in steden leeft en waarin mensen elkaar gemakkelijk kunnen bereiken dankzij een goed transportsysteem en massamedia.
neutraliteitspolitiek
het streven van een land om in een conflict of oorlog geen partij te kiezen
ontkerkelijking
het verschijnsel dat mensen niet meer naar de kerk gaan en vaak ook niet meer in God geloven
propaganda
reclame voor politieke ideeën of voor een politicus via massammedia, met als doel zoveel mensen te overtuigen.
republiek van Weimar
benaming voor het Democratische Duitsland in de periode 1919-1933
totale oorlog
oorlog waarbij niet alleen het leger, maar ook de hele samenleving is betrokken.
verdrag van Versailles
belangerijkste vredesovereenkomst na afloop van de 1e wereldoorlog, gesloten in 1919
wapenwedloop
een race tussen landen om zoveel mogelijk en zo krachtif mogelijke wapens te maken, omdat hun vijanden dat ook doen.
aanleiding
een oorzaak die onmiddelijk voorafgaat aan de gebeurtenis die hij veroorzaakt.
bedoeld gevolg
een gevolg dat gewenst en voorzien is
onbedoeld gevolg
een gevolg dat niet voorzien is
gevolg op korte termijn
een gevolg dat direct of kort na een gebeurtenis plaatsvind.
gevolg op lange termijn
een gevolg dat pas enige tijd na een gebeurtenis plaatsvind
jaartal: eerste elektrische lamp
1882
jaartal: eerste filmvoorstelling
1896
jaartal: bondgenootschap tussen frank en britt
1904
jaartal: eerste wereldoorlog
1914-1918
verdrag van Versailles
1919
zeer hoge inflatie in Duitsland
1920-1923
mussolini aan de macht Italië
1922