Ovido
Sprache
  • Englisch
  • Spanisch
  • Französisch
  • Portugiesisch
  • Deutsch
  • Italienisch
  • Niederländisch
  • Schwedisch
Text
  • Großbuchstaben

Benutzer

  • Anmelden
  • Konto erstellen
  • Auf Premium upgraden
Ovido
  • Startseite
  • Einloggen
  • Konto erstellen

biologie se4

conserveermiddel

stof die een voedingsmiddel langer houdbaar maakt

conserveren

voedsel langer houdbaar maken

enzym

eiwit dat reacties versnelt zonder zelf te worden verbruikt

enzymactiviteit

snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt

optimumkromme

diagram van de enzymactiviteit met een minimum, een optimum en een maximum

optimumtemperatuur

temperatuur waarbij de enzymactiviteit optimaal (het snelst) is

pasteuriseren

een product gedurende korte tijd verhitten tot 72 graden

pH

zuurgraad: een lage pH betekend een hoge zuurgraad

steriliseren

een product verhitten tot 130-140 graden

voedselinfectie

besmetting door ziekmakende bacteriën of schimmels in het voedsel

voedselvergiftiging

vergiftiging door giftige stoffen in het voedsel, die vrijkomen bij de afbraaj door bacteriën en schimmels

zuurgraad

geeft aan of een stof zuur (pH<7), neutraal(pH=7) of basisch(pH >7) is

beschermende stof

stof die helpt om ziekten te voorkomen (mineralen en vitaminen)

bouwstof

stof die wordt gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel)

brandstof

stof die wordt verbruikt bij verbranding (vooral glucose)

eiwitten

voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als bouwstof, soms als brandstof

koolhydraten

voedingsstoffen die worden gebruikt als brandstof, bouwstof en reservestof (glucoese, zetmeel en cellulose)

mineralen

voedingsstoffen die worden gebrukt als bouwstof en beschermende stof (zouten en ijzer)

onverzadigd vet

zit vooral in plantaardige producten (noten/avocado) en vis; verkleint het risico op hart-en vaatziekten; dient vooral als bouwstof

verzadigd vet

zit vooral in dierlijke producten en snacks; verhoogt het risico op hart-en vaatziekten; dient vooral als brandstof

vetten

voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als brandstof, die kan worden opgeslagen als reservestof

vitaminen

voedingsstoffen die dienen als beschermende stof; worden aangeduid met een letter (vitamine A, vitamine B1)

voedingsmiddel

product dat je eet/drinkt

voedingsstof

bruikbaar bestanddeel van voedingsmiddelen (eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mideralen en vitaminen)

voedingsvezel

plantaardige stof die mensen niet kunnen verteren; bevordert de darmbewegingen en de stoelgang

water

voedingsstof die wordt gebruikt als bouwstof

energieverbruik

hoeveelheid energie die wordt verbruikt voor stofwisseling en lichamelijke activiteit samen

grondstofwisseling

energie die nodig is voor de stofwisseling van een lichaam in rust

ondergewicht

wanneer een persoon minder weegt dan gezond is

ondervoeding

tekort aan bepaalde voedingsstoffen

overgewicht

wanneer een persoon meer weegt dan gezond is

overvoeding

meer eten dan het lichaam nodig heeft aan energie

schijf van vijf

hulpmiddel om allevoedingsstoffen via voeding binnen te krijgen die per dag nodig is

vermageren

wanneer een persoon lichaamsgewicht verliest door een tekort aan energie via de voeding

darmperistaltiek

het afwisselend samentrekken van kring- en lengtespieren

vertering

het afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen in verteringsproducten die wel door de darmwand heen kunnen en in het bloed kunnen worden opgenomen

verteringsklieren

maken verteringssappen die vaak enzymen bevatten (speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren)

verteringssap

kan voedingsstoffen verteren (speeksel, maagsap)

alvleesklier

produceert alvleessap

alvleessap

versteringssap dat bestaat uit verschillende enzymen die eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

anus

kringspier die de uitgang van de endeldarm afsluit

darmsap

verteringssap dat bestaat uit verschillende enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken

dikke darm

hier wordt een groot deel van het water aan devoedselbrij onttrokken; hierin leven veel (soorten) bacteriën die helpen bij de vertering

dunne darm

hier wordt darmsap afgegeven aan de voedselbrij en wordt water met opgeloste voedingsstoffen en verteringsproducten opgenomen

emulgeren

grote vetdruppels verdelen in kleine vetdruppeltjes

endeldarm

slaat ontlasting op totdat je aandrang krijgt om te poepen

gal

vloeistof die vetten emulgeert

kiezen

vermalen het voedsel in de mondholte

lever

produceert gal

maag

hier wordt voedsel gekneed en vermengd met maagsap

maagportier

kringspier die de uitgang van de maag afsluit

maagsap

verteringssap dat onder andere bestaat uit water, zoutzuur en een enzym dat eiwitten verteert.

maagsapklieren

produceren maagsap

maagzuur

verteringssap dat zorgt voor een lage pH in de maag; doodt bacteriën

mondholte

hier wordt voedsel gekauwd en vermengd met speeksel

slokdarm

hier wordt voedsel voortgeduwd naar de maag

speeksel

slijmerig verteringssap dat o.a bestaat uit water en een enzym dat zetmeel verteert; doodt bacteriën

speekselklieren

produceren speeksel

tanden

delen het voedsel in kleine stukjes

tong

duwt gekauwd voedsel naar de keelholte

12vingerige darm

hier worden gal en alvleessap afgegeven aan de voedselbrij

verteringsenzymen

breken voedingsstoffen af tot verteringsproducten die kunnen worden opgenomen in het bloed

alleseter

organisme dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel eet

cement

dun laagje dat het tandbeen van de wortel bedekt

fluoride

een behandeling met fluoride zorgt ervoor dat het glazuur sterker wordt, waardoor de tanden beter beschermt zijn tegen zuur

glazuur

harde stof die het tandbeen van de kroon bedekt

knipkiezen

scherpe kiezem; knippen voedsel in stukken

knobbelkiezen

kiezen met een knobbelig oppervlak; malen voedsel fijn

planteneter

organisme dat plantaardig voedsel eet

plooikiezen

kiezen met harde richels van glazuur; malen voedsel fijn

tandbederf

aantasting van het gebit door tandplak

tandbeen

het grootste deel waaruit tanden en kiezen bestaan; is bedekt met glazuur

tanderosie

aantasting van het gebit door zure voedingsstoffen

tandplak

dun laagje aanslag op tanden en kiezen; kan verkalken tot tandsteen

vleeseter

organisme dat dierlijk voedsel eet

wortel

hiermee zit een tand of kies bevestigd in de kaak

bloedplaatjes

delen van cellen zonder celkern; belangrijk voor de bloedstolling

bloedplasma

waterig deel van het bloed met plasma-eiwitten en andere opgeloste stoffen

hemoglobine

eiwit in rode bloedcellen dat zorgt voor de binding met zuurstof

leukemie

beenmergkanker

rodebloedcellen

rode bloedcellen zonder celkern; vervoeren zuurstof

witte bloedcellen

onregelmatig gevormde bloedcellen met celkern; maken ziektewekkers onschadelijk

ader

bloedvat dat bloed van de organen naar het hart vervoert

aderkleppen

plooien in de wand van een ader die verhinderen dat het bloed terugstroomt naar de organen

bloeddruk

druk van het bloed tegen de wand van een bloedvat

bloedsomploop

weg die het bloed door het lichaam aflegt

bloedvatenstelsel

vatenstelsel dat uit het hart en bloedvaten bestaat

dubbele bloedsomloop

bloedsomloop waarbij tijdens een rondgang door het lichaam het bloed twee keer door het hart stroomt

grote bloedsomloop

bloedsomloop tussen het hart en de rest van het lichaam

haarvaten

bloedvaten met een wand van een cellaag dik

kleine bloedsomloop

bloedsomloop tussen het hart en de longen

leverader

ader waarin bloed van de lever naar het hart stroomt

leverslagader

slagader waarin bloed van het hart naar de lever stroomt

poortader

ader waarin bloed van de darmen naar de lever stroomt

slagader

bloedvat dat bloed van het hart naar de organen vervoert

aorta

slagader waarin het bloed van het hart naar alle delen van het lichaam stroomt

boezems

zakvormige hart delen aan de bovenkant van het hart

bovenste holle ader

ader waarin bloed uit het hoofd en armen naar het hart stroomt

halvemaanvormige kleppen

kleppen in de aorta en longslagader dicht bij het hart; voorkomen terugstromen van het bloed

hartkleppen

kleppen in het hart tussen de boezems en de kamers; voorkomen terugstromen van het bloed

Quiz
final micro
Presentation 3
German
Week 9 flashcards-
vocabulary
begrippen geschiedenis
frans Babet
Kapitel D
HKK - VT åk8
Computer Science
Immune System - Cell Biology Semester 2
Buddhism test
Cardiac cycle part of the test
Heart anatomy part of test
Remember An Inspector Calls quotes
Nationalekonomiska teorier
nederlands
Autores romanticos
français
Unit 3 Gov't Exam (Part 2)
AFK
Unit 3 Exam (Part 1)
german 20
Dugga
snt web
airport codes
Brunst och Födsel
s
hkk
Bokstaveringalfabet
2 Look OLL After Cross
Aws S3
plant ID week 3
American West
practical lab 3 part 3
FRANS ÊTREEEE
FRANS DAGEN VAN DE WEEK
FRANS FFFF
TP revision key words
Biologi Prov
HKK prov
religon judendom
Law Midterm - copy
My Mandarin
FRANS EEEEE
FRANS BBBBB
Physics
AS ECONOMICS ⏐ Units 1n2 exam revision
engelska glosor unit 1
Functionalist