De hoeveelheid verkochte producten in een bepaalde periode
De waarde van de (door onderneming over een bepaalde periode) verkochte hoeveelheid goederen en diensten
Alle kosten bij elkaar opgereked
Alle kosten die afhangen van productie (bv het personeels salaris)
Kosten die niet afhangen van productie (bv de huur van het pand)
De totale kosten per eenheids product
Gemiddelde van de variabele kosten
Gemiddelde van de constante kosten
De opbrengst per verkocht product
De winst per verkocht product
De extra opbrengsten als er 1 eenheid extra wordt geproduceerd
De extra kosten als er 1 eenheid extra wordt geproduceerd
Als de opbrengsten van 1 extra product die geproduceerd hoger zijn dan de kosten is er sprake van winst
De omzet waarbij de winst precies nul is
De afzet waarbij geen winst en geen verlies wordt gemaakt.
Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs
het verschil tussen de evenwichtsprijs en de reserveringsprijs van een goed.
Goederen en diensten die elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld een auto met benzine
Concurrerende goederen en diensten die elkaar in de ogen van de kopers kunnen vervangen. Bijvoorbeeld een ato met een trein
Producten waarvan consumenten bij stijging van het inkomen minder kopen
Producte waarbij de gevraagde hoeveelheid relatief minder sterk verandert dan de verandering van het inkomen