Ovido
Sprache
  • Englisch
  • Spanisch
  • Französisch
  • Portugiesisch
  • Deutsch
  • Italienisch
  • Niederländisch
  • Schwedisch
Text
  • Großbuchstaben

Benutzer

  • Anmelden
  • Konto erstellen
  • Auf Premium upgraden
Ovido
  • Startseite
  • Einloggen
  • Konto erstellen

Economie H2/3 begrippen

Afzet

De hoeveelheid verkochte producten in een bepaalde periode

Omzet

De waarde van de (door onderneming over een bepaalde periode) verkochte hoeveelheid goederen en diensten

Totale kosten (TK)

Alle kosten bij elkaar opgereked

Totale variabele kosten (TVK)

Alle kosten die afhangen van productie (bv het personeels salaris)

Totale constante kosten (TCK)

Kosten die niet afhangen van productie (bv de huur van het pand)

Gemiddelde totale kosten (GTK)

De totale kosten per eenheids product

Gemiddelde variabele kosten (GVK)

Gemiddelde van de variabele kosten

Gemiddelde constante kosten (GCK)

Gemiddelde van de constante kosten

Gemiddelde oprengst (GO)

De opbrengst per verkocht product

Gemiddelde winst (GW)

De winst per verkocht product

Marginale omzet (MO)

De extra opbrengsten als er 1 eenheid extra wordt geproduceerd

Marginale kosten (MK)

De extra kosten als er 1 eenheid extra wordt geproduceerd

Marginale winst (MW)

Als de opbrengsten van 1 extra product die geproduceerd hoger zijn dan de kosten is er sprake van winst

Break-evenomzet (BEO)

De omzet waarbij de winst precies nul is

Break-evenafzet (BEA)

De afzet waarbij geen winst en geen verlies wordt gemaakt.

Consumentensurplus

Het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs

Producentensurplus

het verschil tussen de evenwichtsprijs en de reserveringsprijs van een goed.

Complementaire goederen en diensten

Goederen en diensten die elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld een auto met benzine

Substitutiegoederen en -diensten

Concurrerende goederen en diensten die elkaar in de ogen van de kopers kunnen vervangen. Bijvoorbeeld een ato met een trein

Inferieure producten

Producten waarvan consumenten bij stijging van het inkomen minder kopen

Noodzakelijke/primaire producten

Producte waarbij de gevraagde hoeveelheid relatief minder sterk verandert dan de verandering van het inkomen

Quiz
Economie formules H2/3/6/9/10/11
500 단어
Maths
bacteria
PATHOLOGY 1
acids
lukas sahlin
Ontwikkelingspsychologie
Economie H9/10/11 begrippen
NEUROSCIENCES
fungi
Organelles functions
plants cell
bio- Mrs H Gren
Bio 105 Lecture 6
social studies
Ions polyatomiques
historu rubia
HHD: undersumption, high intake, low intake of fruit and veg, dairy, fat, fibre
micro
Expressions je suis fatigué
Personnalité
♡ describing appearance
Expressions communes
feelings/symptoms
Bio 111 Lecture 12
Measurements and Dimensions
Adjectif
Expression de ses impressions
Questions
Expression de sentiment
Verbe
♡ Marqueurs de temps
kenneth fahlberg
mikaela björklund fahlberg
madonna
science pt.1
Émotions
INDG
Science Cell Quiz Unit 1
BBP181 midterm prep
tottenham hotspur
kenneth fahlberg
njurunda
matfors
schack
fotboll
Spanish
verb rule
Geneesmiddelkunde