basis van Piaget zijn theorie, het verwerken van schema's.
Kind bouwt schema's op, logische redenering.
Onderliggende denkstructuren
Strategieën waarmee kinderen de buitenwereld benaderen
Als ik dit doe, gebeurt er dat.
Van primitief en sensomotorisch (voelen en bewegen) naar toenemend abstract,
Je construeert een logica, door ervaring die je hebt opgedaan.
Aanpassen
hetzelfde gedrag wat je in een andere situatie ook kunt gebruiken.
Als je wortels kunt tellen, kan je ook blokken tellen.
Bestaande kennis en vaardigheden in een nieuwe situatie toepassen.
Proces waarmee kinderen veranderen in denken en gedrag om effectiever te kunnen functioneren.
Van borstvoeding (zuigreflex) over gaan naar de fles (zuigreflex)
Het kind moet iets nieuws ontwikkelen om hetzelfde doel te bereiken.
Het kind gaat van drinken naar vast voedsel, zijn handeling moet veranderen om nu voeding binnen te krijgen.
(mondbewegingen veranderen)
Evenwicht zoeken
doe je nieuwe vaardigheden op of je past vaardigheden die je al kent in nieuwe situatie toe, is de drijvende kracht achter ontwikkeling volgens Piaget.
Wat verwacht de buitenwereld en wat kan ik om aan die eisen te voldoen
De ontwikkeling van het gedrag van de baby
iets kan voor iets anders staan. Taal is bijvoorbeeld een vorm van symbolisch denken.
Weten dat voorwerpen aanwezig blijven, ook al zijn ze uit het zicht verdwenen
Eerste levensjaar
dat gedachten gebeurtenissen in de materiële wereld kunnen beïnvloeden.
Is het vormen en vasthouden van innerlijke beelden
Een banaan gebruiken als telefoon
geen of teveel bevrediging