bladgroenkorrels
kleurstof korrels
zetmeel korrels
vacuole
tussencelstof
stevigheid
celmembraan
cytoplasma
de celkern
chromosomen
DNA
je erfelijke eigenschappen
23 paren
46chromosomen
de celkern deelt zich in tweeën
het cytoplasma deelt zich in tweeën zodat twee cellen ontstaan
de gedeelde cellen vormen extra cytoplasma
moedercel
dochtercellen
het kopiëren van chromosomen, het spiraliseren van de dna-ketens hierdoor worden chromosomen korter&dikker, kerndeling, de twee dna-ketens gaan uit elkaar, celdeling, tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan twee celmembranen.
stap 1- van elk DNA-keten ontstaat een kopie. dna-ketens worden korter en dikker
2- kernmembraan verdwijnt. de chromosomen gaan in het midden van de cel liggen en gaan uitelkaar
3-de cel deelt. in elke dochtercel zit een chromosoom met twee dna-ketens
4-de 2 dna-keten gaan uitelkaar
5-er zijn 4 cellen ontstaan.
hormonen dat erfelijke informatie bevat voor het geslacht van de baby
xx
xy
de eikel
de voorhuid
de penis word dan groter en stijver dat noem je een erectie
de teelballen en bijballen
teelbal
bijballen
vervoeren zaadcellen uit de bijbal richting de prostaat
voegen vocht toe aan de zaadcellen
prostaat
vervoert het urine uit de blaas naar buiten
de binnenste en buitenste schaamlippen
aanraking
slijmvlies
cellen die zich kunnen ontwikkelen tot eicellen
vervoeren de eicel naar de baarmoeder. in de eieleider kan de eicel bevrucht worden door een zaadcel
de vagina
dat zijn kenmerken die al voor de geboorte aanwezig zijn
secundaire kenmerken bijvoorbeeld lagere stem, menstratie
hormonen
mannelijke geslachtshormonen testoseron
vrouwelijke geslachthormonen oestogenen
de onwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
rijpe follikel neemt veel vocht op waardoor die uiteindelijk barst hierdoor komt de eicel vrij
gele lichaam
door invloed van oestrogenen
als de eicel niet bevrucht wordt sterft het gele lichaam af. het baarmoederslijmvlies word dan niet meer instant gehouden waardoor er bloed vrij komt. het gaat via de vagina uit het lichaam
na de mesntruatie rijpt een nieuwe follikel. ong 14dagen na het begin van de menstuatie komt weer een eicel vrij. 2weken na de ovulatie is de eerste dag van de menstruatie
im de eicel smelten de kernen van de eicel en zaadcel samen
als de eicel word bevrucht blijft het gele lichaam in stand. het blijft hormonen produceren om het baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed te houden waardoor het baarmoederslijmvlies niet word afgesloten
baarmoeder
klompje cellen nestelt zich in het baarmoederslijmvlies
het ingenestelde klompje cellen (8e week)
weefsel van de moeder en weefsel van het embryo. het bloed van de moeder stroomt niet door het embryo.
navelstreng, het bestaat helemaal uit weefsel
beschermt het embryo tegen uitdroging en stoten zorgt ook voor constante temperatuur in de baarmoeder
vruchtvliezen
foetus
2 eicellen en 2 zaadcellen
1 eicel en 1 zaadcel die zijn gesplitst
indaling, ontsluiting, breken van vruchtvliezen, uitdrijving, nageboorte
indaling vind vaak plaats ene paar weken voor de bevalling. het hoofdje van de foetus zakt dan naar beneden
weeën
de baarmoederhals en de baarmoedermond worden wijder
weeën worden steeds krachtiger, spieren in de buikwand trekken nu ook samen
persweeën
de placenta, rest van de navelstreng en de rest van de vruchtvliezen komen naarbuiten via de vagina
zorge nervoor dat er geen bevruchting plaats kan vinden
beschermt tegen seksueel overdraagbare ziekten en zwangerschap
een buigzaam plastic voorwerp die door een arts in de baarmoeder word ingebracht
een zacht rubberen koepeltje dat de baarmoedermond bedekt
door een operatie word je onvruchtbaar gemaakt. dedokter knipt de zaadleider/eileider door
zaden
spoorplanten
geeft stevigheid, geeft vorm, geeft bescherming, maakt bewegen mogelijk
ze zijn langwerpig, komen voor in je ledematen
komen vooral voor in je schedel en romp, den kaan schedelbeenderen, ribben en schouderbladen
pijpbeenderen
werfels die met elkaar vergroeit zijn, ze kunnen niet bewegen
is verbonden door een naad, geen beweging
kraakbeen, beetje beweging voor ademhaling
gewrichten, veel beweging mogelijk
gewrichtskapels
gewrichtssmeerm hierdoor kunnen botten soepel bewegen
gewrichtskogel van de ene bot draait in de gewrichtskom van het andere
botten draaien om de lengteas om elkaar heen voor een draaiende beweging
het ene bit beweegt als een schanier ten opzichte van het andere bot
spierbundels
spiervezels
pezen
wervelen maet daarintussen tussenwervelschijven
verzamelnaam voor klachten die ontstaan door vaak achterelkaar dezelfde bewegingen te makren
een beschadiging va nweefsel zonder dat er iets gescheurt of gebroken is
voetbalknie