7.5: Sociale verhoudingen
elkaar begrijpen, met elkaar kunnen opschieten
entenderse
geloven, denken, menen
creer
denken, menen
pensar
de mening
la opinión
vinden, menen
opinar
het vooroordeel
el prejuicio
waarschijnlijk
probable
bekritiseren, beoordelen
criticar
kritisch, kritiek
crítico
crítica
tegengesteld
opuesto
opuesta
geconfronteerd worden met, het hoofd bieden aan
enfrentarse
het oordeel, de mening
el juicio
de conclusie, de slotsom, de beëindiging
la conclusión
zeker zijn
estar seguro
estar segura
schijnen, lijken
parecer
de mening, het oordeel
el parecer
beschouwen, overwegen, van mening zijn
considerar
het begrip, de mening
el concepto
het criterium, de maatstaf, het oordeel
el criterio
de invloed
la influencia
zich bemoeien
meterse
overdrijven
exagerar
de moeite waard zijn
valer la pena
verkiezen, de voorkeur geven aan
preferir
verkieslijk, de voorkeur hebbend
preferible
wenselijk, geschikt, passend
conveniente
betrekelijk, relatief
relativo
relativa
overeenkomen
corresponder
bedanken, waarderen
agradecer
bedanken
dar las gracias
heel graag, uiteraard
con mucho gusto
hoffelijk, beleefd
cortés
helpen
ayudar
de hulp, de steun
la ayuda
rekenen op, beschikken over
contar con
bereid zijn (tot)
estar dispuesto
estar dispuesta
estar dispuesto a
estar dispuesta a
essetieel, wezenlijk
esencial
zich wenden tot
dirigirse a
wat betreft, betreffende
en cuanto a
begeleiden, vergezellen
acompañar
zich voordoen, verschijnen, zich aandienen
presentarse
noodzakelijk, nodig
necesario
necesaria
moeten, behoren, verschuldigd zijn
deber
de plicht, de verplichting
el deber
la obligación
verplichten
obligar
de verplichting, de afspraak, het compromis
el compromiso
de dienst
el servicio
de belofte
la promesa
beloven, toezeggen
prometer
uitvoeren, nakomen, voltooien, voldoen
cumplir
de gunst
el favor
zeker, veilig
seguro
segura
excuseren, zich verontschuldigen
excusar
cadeau doen, schenken
regalar
het cadeau
el regalo
verrassen, verbazen
sorprender
de verrassing
la sorpresa
verrassend
sorprendente
gewoon, gebruikelijk, gangbaar
corriente
nuttig, bruikbaar
útil
nutteloos, zinloos, onbruikbaar
inútil
praktisch, handig
práctico
práctica
dienen, fungeren, bedienen
servir
verzorgen, zorgen voor, passen op
cuidar de
zich bezighouden met, zich zorgen maken over
ocuparse de
nodig zijn
hacer falta
de noodzaak, de behoefte
la necesidad
geheimzinnig, mysterieus
misterioso
misteriosa
waar, echt
verdadero
verdadera
het feit
el hecho
mogelijk
posible
de mogelijkheid, de kans
la posibilidad
de moeilijkheid
la dificultad
de waarschijnlijkheid
la probabilidad
het voordeel
la ventaja
het nadeel
la desventaja
de fout, de vergissing
el error
onjuist, vals
falso
falsa
negatief
negativo
negativa
fataal, zeer slecht, beroerd
fatal
de schuld
la culpa
bedriegen, oplichten
engañar
liegen
mentir
de leugen
la mentira
zich storen (aan), de moeite nemen
molestarse
storen, hinderen, boos maken
molestar
de hinder, de last
la molestia
slaan
pegar
de klap, de slag
el golpe
vechten, ruzie krijgen/maken
pelearse
het conflict, het geschil
el conflicto
gevaarlijk
peligroso
peligrosa
het respect, de eerbied
el respeto
de moed
el valor
waarderen, appreciëren
apreciar
te waarderen, achtenswaardig
apreciable
waarderen, schatten
estimar
verdienen
merecer
de verdienste
el mérito
de prijs, de onderscheiding
el premio