Grondlegger van moderne economie, arbeidsverdeling verhoogt productiviteit = efficientie
4e eeuw voor christus theorieën over leidinggeven, taakverdeling en specialisatie
dat je moest zorgen voor het behouden van macht en uitbreiding ervan (rond 1500)
Een van de eerste filosofen die gesteld heeft dat management een vak is en dat dit geleerd moet worden (1870)
De zijderoute is een van de oudste handelsroutes
Mercantilisme staat voor dat bezit van goud en geld de enige welvaartsbron was.
Taylor werd de grondlegger van het huidige scientific management rond 1900
1. Maken van een wetenschappelijke analyse wat gecontroleerd moet worden. Wat kan resulteren in standaardisatie en normalisatie van het productieproces.
2. Een taakverdeling en training van de arbeiders, wat de productiviteit verhoogt.
3. Een hechte vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
4. Bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor het analyseren van en het zoeken naar werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden.
5. De juiste man op de juiste plaats voor zorgvuldige selectie.
6. Invoeren van prestatiebeloningen -> lagere productiekosten.
Taylor heeft dit bedacht
Deze theorie onderscheid 6 onafhankelijke managementgebieden. En was bedoeld als onderwijsmodel.
1. Technisch
2. Commercieel
3. Financieel
4. Zelfbeschermend
5. Boekhouding
6. Besturing
Iedere werknemer heeft 1 (directe) baas boven zich. Fayol.
De theorie van bureaucatie. Gaat over overheidsorganisaties en grote bedrijven. Als de kenmerken goed uitgevoerd werden was er een optimale organisatievorm (meest doelmatig) (rond 1920)
Human Relations-beweging ontstond toen scientific Management de belangrijkste stroming was (rond 1945)
Hierdoor ontstond samenwerking, want dit verbeterde de resultaten
die bepalen op welke markt organisaties zich richten en welke goederen of diensten zij aanbieden.
hoog aantal geboorten en een hoog migratiesaldo
Na de 50
Het succes van de organisatie
Warren. g Bannis omschreef het als een middennmoot van taylor en Mayo.
gaat over de behoeftes
een revisionist die een theorie opstelde genaamd systeembenadering net na tweede wereldoorlog
de systeembenadering stelt dat het management organisatieproblemen intergraal aan dient te pakken.
Contingentie is bepaaldheid door situatie en draait vooral om te kijken voor organisatie om te kijken naar hun omgeving.
een organisatie moet streven naar geen fouten (kwaliteitszorg)
dit is een ideaaltypische organisatie