groei of blijven level
voortplanting
regeneratie
chromatine wordt verder opgerold en worden chromosomen gevormd
het begint bij ontstaan van cel en eindigt met deling van cel
interfase: wanneer de cel actief is wordt aan eiwitvorming gedaan, de cel groeit en bereid zich voor op celdeling.
De chrimatinevezels verdubbelen zich(DNA-replicatie) net voor de celdeling
celdeling: de moedercel deelt zich tot dochtercellen
het verdubbelen van DNA voorafgaand aan de vorming van chromosomen en celdeling, is noodzakelijk omdat elke dochtercel evenveel DNA moet hebben als de moedercel
1.De DNA-dubbelstreng wordt ontrold en de 2complementaire DNA strengen gaan uit elkaar omdat de H-bruggen tussen de nucleotiden ATCGverbroken worden door enzym DNA-helicase.
2. Aan de 2 DNA-enkelstrengen die ontstaan worden complementaire basen of nucleotiden ACGT gekoppeld door enzym DNA polymerase
3. De nucleotiden die zijn aangebouwd worden met elkaar verbonden door enzym DNA-ligase
Zo ontstaan er 2 nieuwe dubbelstrengen DNA die ook identiek zijn aan de oorspronkelijke DNA streng.
eerst replicatie en dan 4 fasen
a. profase
-centriolen paar splitst zich en elk centriool gaat naar een pool
-kern membraan verdwijt
-vanuit de centriolen onstaan fijne dradenstructuue: de spoelfiguur
-de chromosomen rangschikken zich in het evenaarsvlak
- de spoelfiguur wordt verder uitgebouwd en 'grijpt' de chromosomen in het centromeer
-de spoeldraden verkorten zich en trekken de zusterchromatiden uit elkaar waarbij het centromeer splitst
-de zusterchromatiden gaan elk naar een andere pool, van elk chromosoom gaat één chromatide naar de éne en één chromatide naar de sndere pool
-de chromatiden(chromosomen) ontrollen teruf naar chromatine
-er ontstaan aan beide polen rond het chromatine een kernmembraan
- het celmateriaal verdeeld zich en de celmembraan snoert steeds verder in
-er ontstaan nu twee nieuwe cellen, namelijk 2 dochtercellen
-er onstaan twee dochtercellrn uit één moedercel
-dochtercellen hebben idrntiek DNA als moedercel
-aantal chromosomen is ook gelijk(diploïd wordt diploïd, haploïd wordt haploïd)
-als nakomelingen ontstaan door mitosedelingen dan spreekt men van een vegetative vermenigvuldiging
eerst replicatie
dan 1e meiotische deling of de eigenlijke reductiedeling
2e meiotische deling( die in feite een mitose is)
-splitsing centriolenpaar, elk migreert naar een pool+ verdwijnen kernmembraan+ spoelfiguur uit centriolen
-de homologe chromosomen gaan over heel hun lengte dicht bij elkaar aanliggen(dus 4 chromatiden tegenover elkaar)
-er gebeurt recombinatie of overkruising waarbij niet-zusterchromatiden kunnen gekruist liggen en kunnen DNA uitgewisseld worden. Op de plaatsen waar de overkruising gebeurt, blijven de chromosomen nog aan elkaar vast
-de chromosomen rangschikken zich in het evenaarsvlak waarbij de homologe chromosomen(de na recombinatie niet-zuster chrolatideb) bij elkaar in het evenaarsvlak blijven liggen
-de spoelfiguur wordt verder uitgevouwd en "grijpt" de chromosomen die per paar samen liggen in het centromeer
- de spoeldraden verkorten en trekken de homologe chromosomen uit elkaar, waarbij een volledige chromosoom naar de ene pool gaat en een naar de andere pool, de uitgewisselde DNA gaat met de nieuwe eigenaar mee
-in veel gevallen is er geen telofase, de celmembraan snoert in en de 2e meiotische deling zet dadelijk in
-*de dochtercellen hebben de helft van het aantal chromosomen als de moedercel(2n wordt n, diploïd wordt haploïd)
deze wordt soms overslagen als telofase niet is afgewerkt, als dit wel gebeurt dan is het idem als bij mitose
-de spoeldraden verkorten en trekken de zusterchromatiden uit elkaar waarbij het centromeer splitst
-de zusterchromatiden gaan elk naar een andere pool, van elk chromosoom gaat 1 chromatide naar de ene en een chromatide naar de andere pool
-de chromatiden(chromosomen) ontrollen terug tot chromatine
-er ontstaat aan beide polen rond het chromatine een kernmembraan
- het celmateriaal verdeelt zich en de celmembraan snoert zich verder in
- er ontstaan uit elke cel(van de 1e meiotische deling) 2 dochtercellen
-er ontstaan 4dochtercellen uit 1 moedercel
-de dochtercellen hebben allemaal verschillend DNA die ook verschillend is van het DNA van de moedercel, wat veroorzaakt is door recombinatie. Elke dochter is uniek.
-het aantal chromosomen in dochtercellen is de helft aan aantal chromosomen in moedercel(diploïd wordt haploïd)
-*voortplantingscellen of gameten worden door meiose gevormd, ze hebben allemaal verschillend erfelijk materiaal.
De nakomelingen=verschillend DNA, uniek individuen
-chromatiden van homologe chromosomen gekruist liggen
-er kunnen stukjes DNA uitgewisseld worden tussen niet-zusterchromatiden
- gebeurt willekeurig en is dus altijd verschillend
-dochtercellen DNA verschillend onderling en van moedercel
vegetatieve vermenigvuldiging: geen gespecialiseerde cellen voor vermenig vuldiging, gebeurt alleen door mitotische delingen
bv aardbeien maken uitloopers(stolonen)
aseksuele voortplanting: gespecialiseerde voortplantingscellen maar geen geslachtscellen
vb sporen bij varens
seksuele voortplanting
-geslachtscellen of gameten of voortplantingscellen, -voortplantingsorganen nodig
- gameten versmelten tot bevruchte eicel of zygote