Bindweefsel
Wat is bindweefsel
Is te karakteriseren als een hoeveelheid in gel gerangschikte vezels en cellen die voor productie zorgen
Waar zorgt de fibroblast voor
Stabiliteit, signalering, communicatie, mobiliteit, productie, opruimwerkzaamheden
Wat doen macrofagen
Worden in beenmerg gemaakt. Bij weefselschade maken ze de opruimacties af die de granulocyten zijn begonnen. Daarnaast verwijderen ze al het overtollige weefselmateriaal uit het wondgebied
Gewrichtsbindweefsel
Bestaat voor het grootste gedeelte uit collagene vezels. Zowel pezen als ligamenten zijn gebouwd om trekkrachten zonder noemenswaardige verlenging te weerstaan.
Voeding gewrichtsbindweefsel
De voeding van de kraakbeencellen wordt verzorgd vanuit het synoviale membraan van het gewrichtskapsel en door diffusie van kraakbeenmatrix
Spierbindweefsel bestaat uit
Endomysium, perimysium, epimysium
Endomysium
Honinggraatvormig netwerk van dunnen collagene vezeld dat de gehele lengte van de spiervezels omhult. Het verbindt de naastliggende spiervezeld onderling met capillairen
Perimysium
De collagene vezels voegen zich samen tot een weefselnet van kruisende vezels. De dikte is afhankelijk van de functie en de trainingstoestand van spieren
Epimysium
Omgeeft de spier in zijn geheel. Spieren kunnen met het epimysium en fascie werken als een eigen eenheid tussen andere spieren, maar ze kunnen er ook mee verbonden zijn
Structuur van pezen
Slierweefsel is dmv straf bindweefsel verbinden met het skelet of met de fascie om de krachten voor bewegingen over te dragen
Fibroblast
Maakt bindweefsel en is de producent die verantwoordelijk is voor allerlei intracellulaire structuren in bindweefsel
Losmazig bindweefsel
Bevat veel intracellulaire substantie met veel collagene en weinig elastische vezels
Reticulair bindweefsel
Opgebouwd uit reticulumcellen en reticulaire vezels. Komt voornamelijk voor in beenmerg, milt en lymfeklieren. In de mazen van het netwerk komt bloed en lymfe voor en vindt de vorming can bloedcellen en bloedplaatjes plaats
Collageen
Bestaat uit aminozuren die in elkaar zijn gedraaid tot het bindweefsel vormt. Het is het wezenlijk verbindende bestandsdeek van alle bindweefselcomponenten van het lichaam
Vezelig bindweefsel
Bevat veel elastische of collagene vezels. Wanneer het elastische vezels heeft wordt het gevonden in wanden van grote arteriën en in ligamenta flava van de wervelkolom. Wanneer het veel collagene vezels bevat komt het voor in de vorm van pezen, peesbladen en gewrichtsbanden. Deze bieden alle een grote weerstand tegen trekkrachten
Collageen type 1
90% van al het bindweefsel is trekvast in de lengterichting en kan sterk belast worden, daardoor erg stabiel
Collageen type 2
Structuren waarbij drukbelasting voorkomt in het gewricht. Het ks afhankelijk van hoe het gewricht beweegt en hoe de vezels worden aangelegd. De vezel wordt zelf niet op druk belast op het moment dat het gewricht wordt belast, maar er wordt water gebonden. Zo dient het als een stootkussen
Collageen type 3
Het bindweefsel loopt alle kanten op als een soort spinnenweb. Het mket ten opzichte van elkaar kunnen verglijden zonder dat er wrijving ontstaat. Tijdens het verschuiven gaan er wel vezels kapot, maar pakt het felijk weer op (hobbylijm). Het repareert dus ook
Kraakbeen
Wordt gemaakt voor chondroblasten. Ze zwellen op, worden rond en scheiden kraakbeenstoffen uit. Om het kraalbeen gaat het bindweefsel zich verdichten tot het pericondrium. Draagt bij aan de groei en voeding van het onderliggende kraakbeen. Bestaat uit collageen type 2
Hyalien kraakbeen
Er komen weinig collagene vezels in voor. Komt voor op gewrichtsvlakken
Elastisch kraakbeen
Heeft veel elastische vezels waardoor het enorm buigzaam is
Vezelig kraakbeen
Bestaat grotendeels uit collagene vezels die in evenwijdige bundels gerangschikt zijn en waartussen de cellen en de grondsubstantie liggen. Komt voornamelijk voor ij de anulus fibrosus van de tussenwervelschijven, disci en meniscus van synoviale gewrichten
Hoe wordt kraakbeen gevoed
Het heeft geen bloedvaten. De cellen worden gevoed door stoffen vanuit het omringende bindweefsel door de tussenstof te diffunderen
Zona calcificata
Diepst; is het subchondrale bot wat onder het kraakbeen ligt
Zona radiata
Chondrocyten gaan loodrecht naar boven
Zona intermedia
Vezels buigen wat meer af en krijgen een curve
Zona superficialis
Vezels zijn zo gebogen dat de vezels recht aan het oppervlak liggen
Kraakbeen bij drukbelasting
Er ontstaat trekspanning op de collagene fibrillen doordat het vocht uit het kraakbeen treedt
Kraakbeen bij schuifbelasting
Er komt trekspanning op andere fibrillen te staan dan bij drukbelasting. Ook is er geen volume verandering
Kraakbeen bij trekbelasting
Door een te hoge trekbelasting op collagene fibrillen kan die gaan scheuren en daarmee degeneralisatie van het kraakbeen veroorzaken
Synovia
Zorgt voor een goede smering, lage wrijvingscoöefficiënt, bij het bewegen een lage viscositeit waardoor er minder warmte en minder rem onstaat en bij rust een hoge viscositeit waardoor het wegvloeien van synovia wordt vermindert
Kraakbeen van gewrichtsoppervlakken
Bestaat voor het grootste deel uit water en is niet voorzien van bloedvaten, lymfevaten en zenuwvezels
Gewrichtskraakbeen
Fungeert als een veerkrachtig stootkussen bij het opvangen van grote krachten, dat de compressiekracht voor een deel absorbeert en voor een groot deel doorgeeft aan het onderliggende bot. Direct na ontlasting van de krachten keert de oorspronkelijke vorm terug.
Krachten gewrichtskraakbeen
Krachten worden opgevangen door het water dat gebonden wordt door de waterverbindende proteoglycanen en glycoproteïnen
Proteoglycanen in kraakbeen
Het collagene netwerk wordt op spanning gehouden door de grote hoeveelheid proteoglycanen die door de chondrocyten worden geproduceerd.
Chondrocyten
Chondrocyten zijn kraakbeencellen die ingebed liggen in holtes (lacunae) binnen de kraakbeenmatrix. De chondrocyten worden gevoed via diffusie, zo worden ook afvalstoffen afgevoerd
Gladde spiervezels
Worden geïnnerveerd door vezels van het autonome zenuwstelsel en zijn niet door de wil te beïnvloeden, ook wel onwillekeurige spiervezels
Hartspiervezels
Worden geïnnerveerd door vezels van het autonome zenuwstelsel en staan niet onder de invloed van de wil
Dwarsgestreepte spiervezels
Vormen de spierbuiken van de dwarsgestreepte spieren en zijn door pezen of peesbladen verbonden met de bewegende delen van het lichaam. Je kunt het bewust aansturen.
Waaruit bestaan dwarsgestreepte spiervezels
Is opgebouwd uit spiervezels en draadvormige, meerkernige spiercellen. De spiercellen zijn gevuld met actine- en myosinefilamenten. Actine en myosine zijn langgerekte eiwitten, die zorgen voor beweging en kracht. Als een spiervezel samentrekt, trekken deze eiwitten zichzelf langs elkaar heen en verkorten zo de spier
Dwarsgestreepte spiervezels type 1
Trekken langzaam samen. Ze bevatten veel mitochondriën die nodig zijn om energie te maken. Ze kunnen het lang volhouden en zijn lang bestand tegen vermoeidheid. Ze brengen veel energie voort en zijn belangrijk voor een goede lichaamshouding. Ze kunnen langdurig arbeid leveren zonder vermoeid te raken. Daarom zijn ze constant aangespannen
Dwarsgestreepte spiervezels type 2
Kunnen heel snel samentrekken en kenmerken zich vanwege hun explosieve kracht. Ze worden wel snel moe, daarom kunnen ze niet voortdurend actief zijn
Dwarsgestreepte spiervezels type 3
Zijn redelijk krachtig en kunnen redelijk goed tegen vermoeidheid
Pezen en peesbladen
Bestaan uit parallel verlopende collagene vezels, die in bundels gerangschikt zijn. Ze worden lmgeven door een dunne laag losmazig bindweefsel
Innervatie spieren
Door zenuwen die uit motorische en sensibele vezels bestaan. In de spierbuik splitsen de motorische vezels zich in kleine takjes, die elk een aantal spiervezels innerveren.
Ligamenten
Plaatselijke versterkingen in het gewrichtskapsel dat de gewrichtsholte van de omgeving afsluit. Ze vormen een trekvaste verbinding van het ene botstuk naar het andere.
Viscoelastisch gedrag
Het ligament past zich aan, aan de kracht die geleverd wordt, zodat hij er minder last van heeft