Ovido
Lingua
  • Inglese
  • Spagnolo
  • Francese
  • Portoghese
  • Tedesco
  • Italiano
  • Olandese
  • Svedese
Testo
  • Maiuscole

Utente

  • Accedi
  • Crea account
  • Passa a Premium
Ovido
  • Home
  • Accedi
  • Crea account

Biologie: DNA

adenine

een stikstofbase

allel

1 van de genen van een genenpaar / variant van een gen

anticodon

basentriplet aan het uiteinde van een tRNA-molecuul dat het complementaire codon op een mRNA-molecuul ontdekt

antisense-DNA

moleculair biologen noemen een stuk DNA dat afgelezen wordt of afleesbaar is een antisense en het tegenovergestelde, dus niet afleesbaar, sense (letterlijk vertaald staat sense voor betekenis)

basenparing

de stikstofbasen van beide nucleotidenketens zijn twee aan twee met elkaar verbonden (A+T en C+G)

biotechnologie

verzamelnaam van alle technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens

cDNA

complementaire DNA of copyDNA

centromeer

deel van een chromosoom, waar de twee zusterchromatiden aan elkaar verbonden zijn. Bij de kerndeling hecht aan het centromeer de spoeldraad vast

chromatide

Eén van de twee helften van een chromosoom, die bij het centromeer aan elkaar verbonden zijn. In de vroegste stadia van de celdeling zijn de chromatiden als overlangs helften van een chromosoom te zien

chromosoom

structuur, die in lineaire volgorde genre genen bevat. Chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten en zijn te zien tijdens mitose en meiose

cisgenese

het inbrengen van DNA m.b.v. recombinant DNA techniek dat afkomstig is van een organisme van dezelfde soort

coderende streng

de nucleotideketen die niet wordt gebruikt tijdens de teanscriptie

codon

groep van drie nucleotidebasen (triplet), die codeert voor een bepaald aminozuur in een eiwit

colchicine

stof die zorgt dat bij de mitose de microtubili van het spoelfiguur worden afgebroken; hierdoor ontstaat polyploïde

corepressor

repressor die juist actief wordt wanneer er een bepaald molecuul aan bindt

crossing-over

verschijnsel tijdens de meiose waarbij twee homologe chromosen stukken DNA uitwisselen

cytosine

een stikstofbase

deletie

het verwijderen van een nucleotidepaar in het DNA

desoxyribose

een suiker met 5 C-atomen per molecuul, bestanddeel van DNA

DNA

desoxyribonucleïnezuur, een keten (molecuul) opgebouwd uit nucleotiden, die bestaan uit een suiker (desoxyribose) en stikstofbase

DNA-fingerprint

is de naam voor een methode om uit DNA van een individu (mens, dier of plant) bepaalde stukjes te selecteren en met het analoge gebied in een ander individu van dezelfde soort te vergelijken

DNA-ligase

enzym dat korte DNA-fragmenten aan elkaar koppelt

DNA-methylering

is een epigenetisch proces waarbij een methylgroep (CH3-groep) aan een DNA-molecuul wordt toegevoegd. Hierdoor verandert de structuur van het DNA, dat dientengevolge niet langer afleesbaar is tijdens bijvoorbeeld een transcriptie

DNA-polymerase

enzym dat langs de enkelvoudige nucleotideketens schuift tijdens de DNA-replicatie en er voor zorgt dat er DNA dubbelstrengen ontstaan

DNA-replicatie

het kopiëren van het DNA, waarna een chromosoom bestaat uit twee chromatiden die vastzitten met een centromeer

DNA-sequentie

volgorde van de vier bouwstenen waaruit DNA is opgebouwd

enhancers

een cis-element dat de transcriptie van het DNA bevordert. Een enhancer zit voor of achter de promoter van een gen

epigenetica

de studie van wijzigingen in de genexpressie zonder dat er wijzingingen in de DNA-sequentie plaats vinden

epigenetische factoren

invloeden die de werking van genen beïnvloeden, zoals stress, voeding en drugs

exons

de coderende stukken DNA in een gen

gelelektroforese

een scheidingstechniek die moleculen onder invloed van een elektrisch veld laat bewegen in een gel

genetische modificatie

veranderen van het DNA van een bepaald organisme, bijv. het overbrengen van DNA van het ene organisme naar het andere

genexpressie

het tot uiting komen van een gen

genoom

de volledige set genen vane en organisme inclusief niet-coderend DNA

genoommutatie (ploïdiemutatie)

mutaties waarbij het aantal chromosomen in een cel veranderd is

genregulatie

het aan of uitzetten van een gen

gentherapie

het inbrengen van genetisch materiaal in (menselijke) cellen in het kader van een geneeskundige behandeling

guanine

een stikstofbase

haplotype

de unieke combinatie van allelen op een chromosoom

helicase

enzym dat zorgt dat het dubbelstrengs-DNA uit elkaar 'ritst'

helixstructuur

de molecuulstructuur van het DNA, dat uit een dubbelspiraal bestaat en RNA dat uit een enkelspiraal bestaat. Een helix is een spiraalvorm waarbij elk punt dezelfde afstand heeft tot de centrale as

histonen

eiwitten waaromheen DNA ligt gerold in een chromosoom

homologe chromosomen

de twee chromosomen van een chromosomenpaar

inductor

stof die de genexpressie op gang brengt

insertie

het toevoegen van een nucleotidepaar in het DNA

introns

niet coderende stukken DNA in een gen

junk-DNA

niet-coderend DNA. De naam voor stukken DNA in het genoom die geen bekende functie hebben. Ongeveer 95% van het menselijk genoom wordt beschouwd als "junk-DNA"

klonen

een kunstmatige wijze van reproductie, waarbij een identieke genetische kopie van een organisme wordt geproduceerd

matrijsstreng

zie template-streng

micro-RNA (miRNA)

een kort RNA dat de expressie van genen remt door het afbreken of blokkeren van mRNA-moleculen zodat geen translatie meer kan plaats vinden

multipotent

multipotente stamcellen differentiëren tot een beperkt aantal celtypen

mutatie

verandering in de volgorde van het DNA of RNA

niet-coderende DNA

het junk-DNA. De naam voor de stukken DNA in het genoom die geen bekende functie hebben. Ongeveer 95% van het menselijk genoom wordt beschouwd als "junk-DNA"

non-disjuntie

tijdens de meiose 1 gaat een paar homologe chromosomen naar dezelfde pool en komen samen terecht in een van de dochtercellen

nucleïnezuur

een stof, waarvan elk molecuul bestaat uit één of twee strengen nucleotiden, die samen één of twee polynucleotideketens vormen. Nucleïnezuur komt voor in DNA (2 ketens) en RNA (1 keten)

nucleosoom

een aantal histonen met eromheen gewikkeld DNA

nucleotide

bestanddeel van nucleïnezuren. Een nucleotidemolecuul bestaat uit een monosarcharide, een organische base en een fosfaatgroep

omnipotent

omnipotent stamcellen differentiëren tot elk celtype

oncogen

een oncogen ontstaat na mutaties uit een proto-oncogen. Een oncogen zet een cel aan tot abnormaal snel groeien en delen

operator

deel van het operon dat dicht bij of op de promoter ligt, waaraan een regulatoreiwit (repressor of activator) zich kan binden en daardoor de affiniteit van de promotor voor de RNA-polymerase vermindert of verhoogt

PCR

PCR (Polymerase Ketting Reactie) is een methode om kleine hoeveelheden van een specifiek stuk DNA een groot aantal keren te vermeerderen

plasmide

korte stukken circulair DNA in sommige prokayoten

pluripotent

pluripotente stamcellen differentiëren tot nog veel celtypes van het organisme

polyploïdie

organisme met een veelvoud chromosomen, bijvoorbeeld 4n

primer

klein stukje DNA of RNA dat gebruikt wordt als startpunt van polymerase ketting reactie (PCR). Er zijn steeds twee primers nodig, één voor de 5'-streng en één voor de 3'-streng. Deze worden de forward en de reverse primer genoemd.

prion

infectieus eiwit

promotor

specifieke plaats in DNA waar RNA-polymerase zich kan binden aan het DNA-molecuul

proto-oncogen

coderen voor eiwitten die de celgroei en celdifferentiatie stimuleren. Door een mutatie kan een proto-oncogen veranderen in een oncogen

puff

zichtbare verdikkingen in een chromosoom tijdens de vele DNA-replicaties

puntmutatie

een verandering in 1 nucleotidepaar

recombinant-DNA-techniek

techniek waarbij delen van het DNA van verschillende organismen bij elkaar gebracht worden

recombinatie

het ontstaan van nieuwe combinaties van allelen. Recombinatie kan het gevolg zijn van de toevalsverdeling van beide homologe chromosomen bij de meiose over de haploïde cellen. Recombinatie kan ook het gevolg zijn van crossing-over

regulatorgen

genen die regelen dat de juiste genen op de juiste moment tot expressie komen

release-factor

speciaal eiwitmolecuul dat bindt aan het stopcodon in het mRNA, waardoor de polypeptideketen loslaat en het kleine en grote ribosoomdeel uit elkaar gaan

repressor

is een DNA- of RNA-bindend eiwit dat de expressie van een of meerdere genen verhindert door te binden op de operator. Een DNA-bindende repressor blokkeert het aanhechten van RNA-polymerase aan de promotor, waardoor het aanmaken van mRNA (de transcriptie van het gen) verhinderd wordt

restrictie-enzym

enzym dat DNA-moleculen op specifieke plaatsen in stukken kan verdelen

ribose

een suiker dat in RNA zit i.p.v. de desoxyribose in DNA

RNA

ribonucleïnezuur, nucleïnezuur dat ribose als sacharide en de basen uracil, adenine, guanine en cytosine bevat. RNA bestaat uit een enkele streng nucleotiden

RNA-interferentie (RNAi)

proces waarbij een kort RNA de expressie van genen remt door het afbreken of blokkeren van mRNA-moleculen zodat geen translatie meer kan plaats vinden

RNA-polymerase

enzym dat ervoor zorgt dat er een RNA-keten langs een deel van DNA-keten wordt gevormd.

RNA-processing

het bewerken van het pre-mRNA molecuul

sequentie

volgorde van nucleotiden

spiceosoom

knipt de introns uit het pre-mRNA en plakt de exons vervolgens aan elkaar

splicing

proces dat wordt uitgevoerd door spliceosoom

startcodon

codon (AUG) waarmee het af te lezen deel van het mRNA-molecuul begint

stopcodon

codon of triplet in mRNA dat niet codeert voor een aminozuur, maar het einde aangeeft van de eiwitsynthese

structuurgenen

genen die de info bevatten voor de eiwitsynthese in ribosomen

template-streng

de nucleotideketen waarlangs het mRNA ontstaat tijdens de transcriptie

thymine

een stikstofbase

transcriptie

vorming van mRNA door een afschrift van een deel van het DNA te maken. De RNA-streng is complementair aan het deel van het DNA dat de informatie bevat voor de vorming van het RNA-molecuul

transcriptiefactor

eiwit dat zich bindt aan specifieke DNA-sequenties, waardoor de hoeveelheid oftranscriptie van genetische informatie van DNA naar mRNA gecontroleerd wordt

transgeen

een trangene organisme is een organisme dat een vreemd gen (een transgen) in zijn erfelijk materiaal draagt

transgenese

het inbrengen van DNA m.b.v. recombinant DNA techniek dat afkomstig us van een organisme van een ander soort

translatie

de vertaling van de reeks mRNA-codons in een reeks aminozuren met een specifiek volgorde, tijdens de vorming van het polypeptide (eiwit) door een ribosoom

tRNA

transfer-RNA dat helpt aminozuren nasr een ribosoom te verplaatsen

tumorsuppressorgen

gen dat info bevat voor een eiwit, die er voor zorgt dat een cel met te veel of onherstelbare DNA-schade overgaat tot celdood

uracil

in plaats van thymine bevat RNA-nucleotide de stikstofbase uracil (U)

Quiz
6
5
4
AK AW 2
Climat+Vegetation
Transcription and Translation Study Guide
history test...idk the last one
Geographie Physique
N400 ( Live since you bacame a permanent resident)
N400 ( Address)
Introdution+cartes
N400
Ashley
LiliesLilles
WalleyeWalleye
SaturnSaturn
Psych Final
Organisatiekunde hoofdstuk 2
Paragraf 1-8 + 10
profit formuale
Urinalysis
Semaine 3 (månader)
hoofdstuk2
Budgetering
CLIMAS DEL PERU
geschiedenis begrippen 5.2
geschiedenis begrippen 5.1
geschiedenis begrippen 4.4
geschiedenis begrippen 4.3
geschiedenis begrippen 4.2
geschiedenis begrippen 4.1
werkwoorden op er
frans bijvoegelijk naamwoord
History
christmas carol - epithets
Viktiga datum i andra världskrigwt
Förintelsen
s
ma se3criminaliteit en werk
3. equations,calculations + electrolysis
thailand
Business Finance Mod 4
Busines Finance Mod 3
Business Finance Mod 2
Business Finance Mod 1
Business Finance 8
Contemp Mod 4
Contemp Mod3
Contemp Mod 2
svenska j-ljudet
frenchfrench speaking
Contemp Mod 1
Scheikunde samengestelde ionen
MIL
jakttider - hund som följer vilt
Corporate Law
science
biology
Physicsphysics exam prep
Fysik "ELEKTRICITET" - Liv åk 9
Organisatiekunde h1
Andra världskriget
acca ma
f
Literary Devices
401 Verpleegplan Thema 2
Biology Unit 4: Animal Anatomy
organisatiekunde Hoofdstuk 0voor studie
401 Verpleegplan Thema 1
Scheikunde ionen
pointspoint values for the dmv
A christmas Carol quotes and context
Revue Science Globale
Faciologi, arbetsglasögon och felsökning
Strategie 1.0 2.0 en 3.0
Big mac Index
sociale psychologie
basketball
mapeh pe
syror och baser
TOEIC
State Capitals
ARW2arresten
Ordförråd A SubstantivOrdkunskap svenska
IPAplace and manner of articulation
Phases de la Lune (sciences de la terre)
science
Sociology education external factors
Acid and Bases - Chemistry of Life
Congo
REDOX- Chemistry of life
BVH AW 2
French definite articlesLearn how to properly use the French definite articles
French definite articlesLearn about French articles
WW8
biologi
dowlenflashcards to study for test
KA 2
neuro
Determiners
Pronouns
302 Thema 16, 17, 18 ,19
Verbs and Adverbs
biological explanations to aggression
offender profiling
Theories and Concepts
Nederlands leesvaardigheid 1Nederlands :(
Adjectives
KNSS 307 ( theoretical perspectives in motor development)
6 Times Tables
7 Times Tables
les espaces productifs
9 Times Tables
frans vocab b
Fyisk Tenta 2Flashcards till tenta 2 i Fysik alfa
contract law
AS BUSINESS | mock exam revision
Tonsättare
no kemi kol
adjectives
Japan
samhällsekonomi 2.0
Sport en identiteit
geography test
verbs
Vrouwen in Nazi-Duitsland
Spanish Imperfect tenseA quiz on the imperfect tense in Spanish
Receptorer
Spanish writing sentence starters
MH 1 Social Work Avans Breda
prefix
final social
302 Thema 15
midterm
midterm
green technology
what is population
pollution
caring for the earth
caring for the earth
four spheres of the earth geography
Business: keywords
classification + diagnosis of schizophrenia
de vacacionesspanskaläxa
history words
TS jaar 1
cell
samhällsekonomi
passe compose / futur proche / etre pronoun changes
Glosor kap 10
Swedish
PE
Sciences de la terre
METOD OCH STATISTIK
biologie hoofdstuk 2
GS AW 2 H. 4
Sociology Education topic1&2
Ewan RamsayMicroeconomics
nervsystemet
ALLEMANDmots de liaison
statistik mom 1
nationalekonomi
ekonomi
Chapter 4- tissues and membranes
Anthro week 2 flashcards
TCCORAF
adverbs
idk
physics dynamics revision
dynamics
Nurul idah SALAH2nd Year Aalimah nurul idah vocabs kitabus salah Page 82 textbook.
Neurotransmitters
MIE542: Human Factors Integration (Before Test 1)
unit bio
French clothes
HRE 101 EXAM REVIEW
Collaboration in China
La cavité orale!
spanish foods
history quiz 2
Data Analytics Chapter 2 - VISData Visualization (VIS)
interior design vocab 1
civics
FASS
enrique
Data Analytics Chapter 1 - EDAExplorative Daya Analysis (EDA)
The Eucharist
final test
Living Midterm
Optical Instruments
Motor and Generators
décolonialisme d'Afrique
bio ch 2 & 3
spanish speakingAH spanish speaking - inequality
citations
Enchantment 2
The danish girl
Enchantment
Drug use (Group 1)Match the drug name with it's use
Biological approach
Travel extra information
Drug Names (Group 1)Match the Brand name with the generic name
NGO toets paragraaf 2.1 & 2.2
SEJARAH
Economics Final Exam Part 1
combining forms
Chapter 1- Organization of the bodyessentials of Anatomy
Economics Final Exam Part 2
KOREANMemorize these
quant quiz 1
DanceSocial Dance
Key terms 11.1
Spanish.
World Geographymrs. Davis
Masonry 1st Degree Section 3
c
Masonry 1st Degree Section 2
maatschappijleerja
Physics: energy equations
escalatorinterview questions
Technologycomic strip of spaghetti measure
My vocab
econ
r
test 2
scheikunded
Sports
scheikunde min ionen
U.S States
History
French going down the hill :(me no no wanna
german
Movies and Tv
Anglais
engels
eng
Biologie vragen bss 3.4
Biologie vragen bss 3.3
Biologie vragen bss 3.2
a-level bio❤️‍🔥
Biologie vragen bss 3.1
Dekolonisatie
Israël en Palestina
Aardrijkskunde vragen par 3.3
Computer ScienceSection 1.1.1
Masonry 1st Degree Section 1
Le produit de l'ettiquetage er de la stigmatisation
la déviance
middeleeuwen namen
oudheid namen
scheikunde plus ionen
FACTOR NATURALEZA Y TRABAJO
german school subjects
internationaal recht - ARW 2
ATENCION Y MEMORIA
CIUDADANIA
TAHUANTINSUYO
materials and their structure
Space
Presidents Quiz 19-46
Weimar study guide
psychology
FILOSOFIA PERUANA
RELIEVES ANDINOS
Facing a Fear - FictionFacing a Fear
RELIEVES DE LA COSTA
CRISIS DE LA REPUBLICA
DERECHO ROMANO
SOCIEDAD ROMANA
MAGISTRATURAS ROMANAS
The Magic Book -FictionThe Magic Book
factores productivos
CranberriesCranberries
MatterMatter
Photosynthesis
unit 2 civics
Kända titlar från de 4 periodernaHej
CarrotsCarrots
JellyfishJellyfish
EU-recht - ARW 2
french vocab
steriod metabolism
CatsCats
Science 🧪🧬🔬😭Studying for Science testtt 😭
Coagulation
engelskavv
Final exam
Show me Tell me
AS PSYCH | mock exam revision