een staat is soeverein als die op een bepaald, duidelijk begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent en het geweldsmonopolie heeft
het volk heeft directe zeggenschap
het volk kiest vertegenwoordigers die de beslissingen nemen en aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over het beleid
de bevolking kiest via verkiezingen een parlement
de bevolking kiest niet alleen het parlement, maar ook het staatshoofd
er is ook een niet-gekozen staatshoofd, van we de macht wordt beperkt wordt door een constitutie
ongelijkheid verminderen door ingrepen van de overheid
zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied
het verdwijnen van ideologie als leidraad voor hoe de samenleving moet worden ingericht
conservatieven willen dat de situatie van vroeger terugkeert
het land is onderdeel van een geglobaliseerde wereld, we zijn verbonden, 'wereldburgers'
globalisering is een bedreiging
alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels
de hoeveelheid stemmen die nodig is voor één zetel
een partij moet een minimumpercentage stemmen halen om mee te kunnen delen in de zetels
het land wordt verdeeld in districten, elk district levert één afgevaardigde voor het parlement
wordt van gesproken door de grote invloed van de media op de politieke situatie
er wordt onderzoek gedaan naar welke partijen samen een kabinet willen vormen
het kabinet wordt gevormd, meestal door de lijstrekker van de grootste partij
soort contract dat de hoofdlijnen bevat van het beleid dat het kabinet de komende jaren wil gaan voeren
na de val van het kabinet blijven de oude ministers nog in functie totdat er een nieuw kabinet is gevormd
minsters en staatssecretarissen
koning en ministers
eigen beleidsterrein, geeft leiding aan ambtenaren
staat onder de minister, is verantwoordelijk voor een deel van het beleidsterrein
niet de koning maar de minsters zijn verantwoordelijk
wetsvoorstellen aannemen of verwerpen
wetsvoorstellen wijzigen
zelf wetsvoorstellen indienen
de begroting kunnen goedkeuren, verwerpen of wijzigen
een verzoek aan een minister om iets te doen of juist niet
schriftelijk en mondeling vragen mogen stellen aan bewindslieden
een debat aan mogen vragen met een minister of staatssecretaris
een onderzoek kunnen instellen naar de rol van de regering en overheid bij kwesties van groot maatschappelijk belang
politieke cultuur Nederland. Het streven naar consensus
er is een duidelijke taakverdeling tussen regering en parlement -> trias politica
theorie waarbij wordt uitgegaan van vier fasen voor politieke besluitvorming
alle individuele burgers, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces
de wisselwerking tussen deze actoren
via persoonlijk contact proberen steun te krijgen voor je standpunten en belangen
hogere instanties voeren geen taken uit die lagere instanties kunnen doen
taken worden verplaatst naar lagere instanties
de aangesloten landen hebben bevoegdheden overgedragen aan de EU. meeste stemmen gelden
besluiten kunnen alleen genomen worden met instemming van alle afzonderlijke landen
het recht om een besluit tegen te houden
uitspraken waarin bepaald gedrag van een land wordt veroordeeld