Thema 4
de prikkel
Veranderingen in het uitwendige milieu (bv. licht, geluid, pijn) of het inwendige milieu (bv. honger, dorst, pijn) die organismen beïnvloeden.
de receptor
Zintuigcellen die specifieke prikkels kunnen opvangen en omzetten in zenuwimpulsen. De mens heeft foto-, mechano-, thermo-, chemo- en pijnreceptoren.
de mechanoreceptor
Zintuigcellen in de huid (tast- of druklichaampjes) of het oor (haarcellen), die reageren op verschillende impulsen zoals aanraking of (geluids)trillingen.
de thermoreceptor
Zintuigcellen die reageren op warmtetransport (afgifte of opname van thermische energie).
de chemoreceptor
Zintuigcellen in de neus of mond (haarcellen), die chemische prikkels (opgeloste geur- en smaakprikkels) waarnemen.
de pijnreceptor
Vrije zenuwuiteinden in de huid of organen die gespecialiseerd zijn in het waarnemen van prikkels die een schadelijke invloed op het organisme kunnen hebben.
de prikkeldrempelwaarde
De minimumsterkte van een prikkel om die te kunnen waarnemen.
de prikkelgewenning
Als een prikkel langere tijd aanhoudt, treedt er gewenning op. De prikkeldrempelwaarde wordt hierdoor tijdelijk verhoogt. Er vertrekken dan minder impulsen naar de hersenen en je wordt deze prikkel nog nauwelijks gewaar.
de prikkelfilter
De hersenen filteren impulsen weg die op dat moment minder van belang zijn. Hierdoor reageer je enkel op de voor jou belangrijke prikkels.
de oogkas
Benige holte in de aangezichtschedel waarin de oogbol en het omringende vetweefsel zijn gelegen.
de pupilreflex
Reflex waarbij de pupil vernauwt of verwijdt om de lichthoeveelheid in het oog te regelen. Dit gebeurt door samentrekking van spieren in de iris.
de iris
Regenboogvlies met spiertjes die de grootte van pupilopening regelen. De hoeveelheid pigment hierin bepaalt de oogkleur.
het traanvocht
Vocht dat geproduceerd wordt in de traanklieren. Het wordt afgevoerd vanuit de binnenste ooghoek via de traankanaaltjes en de traanbuis naar de neus. Het houdt de oogbol vochtig en reinigt deze van kleine onzuiverheden.
de traanklier
Klier die gelegen is boven de oogbollen en traanvocht afscheidt.
het traankanaaltje
Voeren het traanvocht vanuit de binnenste ooghoek af naar de traanbuis, die in verbinding staat met de neusholte.
de traanbuis
Verbinding tussen de traankanaaltjes en de neusholte.
het harde oogvlies
Buitenste witte stevige laag van het oog die de inwendige delen beschermt. Vooraan gaat het over in het doorzichtige hoornvlies.
het hoornvlies
Doorzichtige vlies vooraan de oogbol, waarlangs het licht het oog binnenkomt.
de oogspier
Hechten het oog vast aan de oogkas en zorgen voor de beweging van de ogen. We onderscheiden rechte en schuine spieren. Omdat de ogen samenwerken bewegen ze simultaan in dezelfde richting.
het glasachtig lichaam
Geleiachtige heldere vloeistof tussen de ooglens en het netvlies. Het zorgt ervoor dat het oog zijn bolle vorm en stevigheid behoudt.
het oogvocht
Heldere vloeistof tussen het hoornvlies en de ooglens (de oogkamers). Het regelt de oogdruk vooraan in het oog.
de ooglens
Doorzichtig en elastisch dubbelbol orgaan die de scheiding vormt tussen de oogkamers en het glasachtig lichaam. Het kan vervormen (accommoderen) door kringspieren in het straallichaam, waardoor beelden van voorwerpen veraf of dichtbij kunnen worden scherp gesteld op het netvlies.
het netvlies
Vlies in het oog met fotoreceptoren die lichtprikkels opvangen en deze omzetten in zenuwimpulsen. Boven de fotoreceptoren ligt een laag zenuwcellen (waarop het licht invalt), onder de fotoreceptoren zit een pigmentlaag (die het licht absorbeert).
het vaatvlies
Laag in het oog tussen het netvlies en het harde oogvlies, het bevat grotere bloedvaten die het oog voorzien van de nodige stoffen.
de oogzenuw
Stuurt de opgevangen beelden als zenuwimpulsen vanuit de ogen door naar de hersenen.
de lichtbreking
Fysische verschijnsel dat lichtstralen van richting doet veranderen aan het grensvlak tussen twee doorzichtige middenstoffen. Hoe meer de massadichtheid van de middenstoffen van elkaar verschilt, hoe groter de lichtbreking.
de accommodatie
Het vervormen van de ooglens (waarbij ook de lichtbreking verandert), zodat het beeld van voorwerpen dichtbij of veraf scherp gesteld wordt op het netvlies.
de lensbandjes
Bevestigen de ooglens aan het straallichaam. Hangen deze los, dan wordt de ooglens boller (scherpstellen van voorwerpen dichtbij). Worden ze strak aangetrokken door het straallichaam, dan trekken ze aan de ooglens waardoor deze platter wordt (scherpstellen van voorwerpen veraf).
het straallichaam
Accommodatiespier die beelden kan scherpstellen op het netvlies, door de ooglens van vorm te veranderen. Trekken de kringspieren samen, dan hangen de lensbandjes los en wordt de ooglens boller (scherpstellen van voorwerpen dichtbij). Ontspannen de kringspieren, dan worden de lensbandjes strak getrokken en wordt de ooglens platter (scherpstellen van voorwerpen veraf).
het nabijheidspunt
De kleinste afstand waarop je een voorwerp van dichtbij nog scherp kunt zien. De ooglens neemt dan de meest bolle vorm aan.
de fotoreceptor
Zintuigcellen die lichtprikkels opvangen en omzetten ze in zenuwimpulsen. We onderscheiden twee soorten, staafjes en kegeltjes.
de pigmentcel
Onderste laag van het netvlies (ligt tegen het vaatvlies aan). Deze cellen herstellen het pigment in de fotoreceptoren en voorkomen reflectie door het licht te absorberen.
het staafje
Fotoreceptoren die werken bij weinig licht, hierdoor zien we vormen in grijstinten. De meeste komen voor rondom de gele vlek en meer naar de rand toe van het netvlies.
het kegeltje
Fotoreceptoren (blauw – groen – rood) die werken bij veel licht hierdoor zien we scherpe vormen in kleur. De meeste komen voor in de gele vlek.
de gele vlek
Plaats centraal op het netvlies, recht achter de pupil en de ooglens. Het bevat vooral kegeltjes, zodat het beeld dat hier wordt gevormd een scherpe waarneming in kleur oplevert.
de blinde vlek
Plaats op het netvlies waar de oogzenuw vertrekt. Beelden kunnen hier niet opgevangen en omgezet worden in zenuwimpulsen, door het gebrek aan fotoreceptoren.
de nawerking
De tijd die nodig is om nieuw pigment aan te maken in de fotoreceptoren. Bij negatieve nabeelden verschijnt tijdelijk de complementaire kleur. Bij positieve nabeelden lijken de beelden met elkaar verbonden, zoals in een film.
het binoculair zien
Het kijken met twee ogen. Hierdoor heb je dieptezicht (3D zicht) en een groter gezichtsveld.
de optische illusie
Iets wat het oog waarneemt, maar door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt.
het fytochroom
Fotoreceptor in de plant die gevoelig is voor rood en verrood licht. Het stimuleert de lengtegroei van de plant.
het cryptochroom
Fotoreceptor in de plant die gevoelig is voor blauw en UV-licht. Het remt de lengtegroei van de plant, waardoor deze meer in de breedte groeit en steviger wordt.
Quiz |
---|
Leptin |
SCIENCE QUIZ |
science terre et espace( pergélisol, ressources énergétiques , bassins versant, circulation océaniques, glaciers et banquise) |
Arabisch Les 13 A |
Funciones Matematicas |
Conceptos de Costos |
vocabulary or terms related with President |
Général |
bio paper 2 |
Infractions |
code de couleurs |
Code Chiffres |
Code de communication |
Engels vocabulairy 4.1 t/m 4.4 |
hochbahn |
27 April 1949 |
Suiwer Wiskunde |
Op sy brander plank |
ww2 test |
Tsunami - Kobus de Wet |
Verbs |
Gedige uitleg |
thema 3 |
ORTODONCIA I |
Ges |
hge |
Geschiedenis Tijdlijntijdlijn paragraaf 6.1, 6.2, 6.3, 6.4 1vwo |
Espagnol |
Unit 3: electricity |
Bio AW 4 |
Verbos en pasado |
Lo |
Neuroanatomia y todo lo relacionado |
fisiologia da nutrição |
Pathologie ortho aandoeningen |
Chapter 7 |
vocabulary 3.6 |
hematopoyesis, eritrocitos, hemoglobina |
Spanish vocab |
Civil War |
hormonal biochemistry |
stats |
Spanish Vocab Test 5.2 |
Religions provHögtider |
Examen de Enfermeria |
BS |
Geschidenis |
Afr gr 4 |
Neurologiskt status |
Psyk status Ö-ABCDE |
anglais les defauts suiteles defauts suites |
Anglaisles defauts |
enviro |
flashcards |
PARCIAL 1 M |
german 23 |
rizal |
Didnt remeber ones |
CISSP Week 2 |
social studys |
blood and lymphatics of head and neck |
fundamentos e teoria organizacional UNIDADE 1 |
skull |
división de la economia |
pares craneales |
biomed - innervation of head and neck |
2 Do Parcial |
vjezbe |
WC ISLAM Test |
pedagogisk ledarskapfrågor om pedagogisk ledarskap |
GabySe le llama denotacion cuando se utiliza el significado literario de una palabra
Entrevista es el género que es considerado como fundamental del periodismo
Te busqué por todas partes es una opción ... |
restoration FINAL DATES |
Embalsamamiento - copia |
orações subordinadas substantivas subjetiva |
orações subordinadas |
migration FULL DATES |
bio 20 |
Lectures 2, 3, 4 |
Present Perfect |
Japanska |
Cuisine: cooking & discussing dishes |
Korea |
Anglais voc |
LEXICON |
corroto |
Embalsamamiento |
Civil |
Conectors |
Biologi 2: Nervsystemet |
rights and responsibilities |
Ripasso manuale storia medievale |
Rights and responsibilites citizenship gcse |
chapitre 6 |
Autores y obras griego |
U.7 |
U.6 |
U.4 and U.5 |
U.3 |
Abbreviations |
Biologia 1 |
Fisica 1 |
Danny |
tnpsc unit 8 |
social development: parenting and families |
manual de operaciones de guerra irregular |
1987 Philippine Constitution |
tema 2 recursos humanos |
U.2 |
2.Biologie 11/2 Dissimilation - Kopie |
atypical gender devlopment |
sintaxishila |
2.Biologie 11/2 Dissimilation Julian2. |
synonyms and antonyms |
Canadian Confederation |
chapitre 5 |
Concepto de energía y ley de conservación de la energía |
Métodos de separación de mezclas |
Sustancias puras y mezclas homo y hetero |
Estados de agregación (sólido, líquido y gaseoso)y cambio de estado |
Ley de conservación de la masa |
Fenómenos físicos y químicos (materia) |
ENV 101 |
codigo de justicia militar |
UPPLYSNINGENkör!! |
ÅRTAL FRANSKA REVOLUTIONENkör!! |
FRANSKA REVOLUTIONEN 2Kör!! |
Tema 1 recursos humNos |
ACD 2 |
Dutch |
MIX 3 (400 PAGS) |
LAB QUIZ 7 |
introduction to guidance |
gr 4 eng |
Eng fal gr 4 |
pizze |
engelska 3 |
lo |
Expressões em ingles |
slt explanations for gender |
Business |
Business |
Interior design: planning, décor and repairs |
MIX 2 (400 PAGS) |
FRANSKA REVOLUTIONENKör!! |
Science review |
Science |
Social |
acides et bases forts faibles |
bränsle |
bränsle och utsläpp från bilar |
tolc |
psychological treatment for schiz |
Aminoácidos y sus estructuras |
root/combing vowel |
avvikande provna k ca hb krea lever |
Gaser |
Diagnóstico, monitoramento e reporte da sustentabilidade corporativa |
alfabetização e letramento |
A TEST- Urinary system- molecules |
02- come si chiama? |
Přímačky FZS |
BIO 2102 EXAM 4 |
PROF PRAC |
anatomy |
Gov't Final (Part I) |
TYPES OF SPORTS |
Paes historia- Parte dos |
01- come sta? |
Vegetariers |
cell division |
Meteorologia |
PARTE 2 |
ABBREVAITION |
PRUEBA CIVIL |
musculo-squelettique - copie |
vocabulario 8 |
vocabulario 7 |
Indicatif: Futur Simple |
Indicatif: Passé Composé |
Indicatif: Présent |
Examen 2Requisitos de la demanda, etapas del proceso, pruebas, etc |
consonantal,ditongo, |
morfologia e sintaxe |
regência verbal |
Personalidad S13 |
historia |
Motivación y emoción s14 |
anatomía y fisiología |
Evolución |
Leyes de Mendel |
ADN |
Características de los seres vivos |
Metabolismo celular |
Reproducción |
Ciclo celular |
Transporte de membrana |
Transporte celular |
Teoría de la evolución |
Bio elementos |
Teorias de la biología |
Ácidos Nucleicos |
Ramas de la biología |
french |
chimie ♡ |
vocabulario 3.5 |
Distintivo M |
Distintivo M |
Duits schritt 24 (3vwo) |
systeme musculosquelettique |
AlexisDistintivo M |
KSI - youtuber |
kap 22 |
Chapitre 4 |
IZS |
Chapter 6 |
A TEST- Urinary system - Angiotensin system |
Ak🐷 |
Muskler |
hrvatski |
Chapter 6 convos |
Partie du corps |
arabiska (irakiska) |
human resources |
Skelettet |
sociologia della comunicazionesociologia |
Blues, jazz, country |
BINGO words |
Farmacia |
Celulas |
geo |
Science test |
Intención comunicativa del texto periodístico y de opiniónLa intención comunicativa de un texto periodístico y de un texto de opinión varía según el propósito y el enfoque del autor. Aquí están las diferencias clave:
1. **Texto periodístico:**
- **Intenció... |
Inferencia de ideas en el texto periodístico y de opiniónLa inferencia de ideas en el texto periodístico y de opinión implica extraer conclusiones y entender significados implícitos a partir de la información presentada, más allá de lo que está explícitamen... |
Interpretación de ideas (texto periodístico y de opinión)La interpretación de ideas en textos periodísticos y de opinión implica comprender el mensaje principal, identificar el punto de vista del autor y analizar cómo se respalda esa opinión con argumentos ... |
Interpretación de ideas (texyo periodístico y de opinión)La interpretación de ideas en el contexto periodístico y de opinión implica analizar y entender el significado detrás de las noticias, artículos o argumentos presentados. Esto implica comprender el co... |
tercer parcial |
Clasificación de los textos periodísticosLos textos periodísticos se pueden clasificar de varias formas, pero una clasificación común incluye:
1. **Informativos**: Proporcionan hechos y datos sobre eventos o situaciones.
2. **Opinión**: Exp... |
Tipología textual (en la totalidad o en fragmentos del texto periodístico/opinióLa tipología textual en textos periodísticos y de opinión puede variar, pero generalmente incluye:
1. **Informativo**: Proporciona hechos, datos y noticias sin opiniones explícitas del autor.
2. **Op... |
Jerarquización de ideas en el texto periodístico y dé opiniónLa jerarquización de ideas en el texto periodístico y de opinión es crucial para comunicar eficazmente información y argumentos. Esto implica organizar las ideas de manera que las más importantes o re... |
Noticia (qué, quién, cómo, cuándo, dónde y por qué?¡Claro! Aquí tienes un desglose de cada punto en una noticia:
1. **Qué**: Es la información principal o el evento que está siendo reportado. Describe el tema o la acción que ocurrió. Por ejemplo, "Un... |