2.6 Uiterlijk
lang, groot
alto
alta
klein
bajo
baja
dik
gordo
gorda
slank
delgado
delgada
afvallen
adelgazar
aankomen, dikker worden, doen aankomen
engordar
sterk
fuerte
jeugdig
juvenil
lijken op
parecerse
mooi, knap
guapo
guapa
de schoonheid
la belleza
aantrekkelijk
atractivo
atractiva
lelijk
feo
fea
blond
rubio
rubia
de rimpel
la arruga
roodharig
pelirrojo
pelirroja
rood, gekleurd
colorado
colorada
kastanjebruin
castaño
castaña
krullend, gekruld
rizado
rizada
kaal
calvo
calva
bruin, gebruind, donkerharig
moreno
morena
zwart, donker
negro
negra
wit, blank
blanco
blanca
bleek
pálido
pálida
het figuur
el tipo
vrouwelijk
feminino
feminina
mannelijk
masculino
masculina
de snor
el bigote
de baard
la barba