frans werkwoorden
veranderen
changer
corrigeren
corriger
verhuizen
déménager
aanmoedigen
encourager
mixen
mélanger
zwemmen
nager
sneeuwen
neiger
delen
partager
beschermen
protéger
opruimen
ranger
vooruitgaan
avancer
aankondigen
annoncer
bewegen
déplacer
wissen
effacer
gooien
lancer
dreigen
menacer
plaatsen
placer
uitspreken
prononcer
hopen
espérer
prefereren
préférer
beschermen
protéger
herhalen
répéter
kopen
acheter
leiden
mener
bevriezen
geler
wegen
peser
lopen
se promener
roepen
s'appeler
herinneren
rappeler
project
projeter
afwijzen
rejeter
andersteunen
appuyer
gebruiken
employer
vervelen
ennuyer
sturen
envoyer
afvegen
s'essuyer
schoonmaken
nettoyer
betalen
payer
instaleren
instaler
dienen
servir
nemen
prendre
gaan
aller
mengen
mélanger
verwelkomen
accueillir
zeggen
dire
doen
faire
storen
déranger
uitgaan
sortir
zetten
mettre
ontvangen
recevoire
toevertrouwen
confier
vullen
remplir
drinken
boire
kunnen
pouvoir
begginen
commencer
waarschuwen
avertir
inschrijven
inscrire
komen
venir
snijden
couper
eindigen
finir
kennen
conaître
zijn
être
studeren
étudier
ruiken
sentir
zich begeven
se rendre
ontdekken
découvrir
zich amuseren
s'amuser
kiezen
choisir
hebben
avoir
waarderen
apprécier
bewegen
bouger
kopen
acheter
hopen
espérer
gooien
jeter
sturen
envoyer
wegen
peser
verkiezen
préférer
verwerpen
rejeter
afdrogen
essuyer
bevriezen
geler
overdrijven
exagérer
roepen
appeler
zich afdrogen
s'essuyer
meenemen
emmener
heten
s'appeler
zich vervelen
s'ennuyer
meebrengen
amener
herinneren
rappeler
proberen
essayer
optillen
lever
zich herineren
se rappeler
betalen
payer