Ovido
Langue
  • Anglais
  • Espagnol
  • Français
  • Portugais
  • Allemand
  • Italienne
  • Néerlandais
  • Suédois
Texte
  • Majuscules

Utilisateur

  • Se connecter
  • Créer un compte
  • Passer à Premium
Ovido
  • Accueil
  • Se connecter
  • Créer un compte

Hoofdstuk 1,2,3

doelen sociaal werk

het bevorderen van maatschappelijke verandering en ontwikkeling
het bevorderen van de sociale cohesie

het bevrijden van mensen uit de onderdrukking en hen bemoedigen en ondersteunen om vastgelopen situaties los te wrikken

principes doelen sociaal werk

sociale rechtvaardigheid
mensenrechten

collectieve verantwoordelijkheid

respect voor diversiteit

kennis dat wordt gebruikt bij het realiseren van de doelen sociaal werk

theorieen over sociaal werk
kennis uit de sociale en geesteswetenschappen

lokale kennis uit de gemeenschappen waarin sociaal werk zich beweegt

vier verschillende betekenissen sociaal werk

een cluster van beroepen in de sector zorg en welzijn
een sector of domein, in dit geval zorg en welzijn

een specifieke opleiding

een kennisdomein

kerntaken sociaal werk

ondersteunen en wegwijs maken
voor iemand zorgen

ontwikkelen en opvoeden

ingrijpen en optreden

gedrag beinvloeden

verhoudingen beinvloeden

signaleren, agenderen en politiseren

drie hoofdterreinen sociaal werk

welzijn en samenleving
jeugd

zorg

individuele orientatie

toegankelijke hulpverlening gericht op individuele vragen en noden

collectieve orientatie

sociaal werkers richten zich via collectieve processen en arrangementen op de sociale samenhang of sociale cohesie in het werkgebied

lokalisering

de trend om voor sociale en zorgproblemen het laagste overheidsniveau, de gemeente, verantwoordelijk te stellen

territorialisering

gaat gepaard met lokalisering, vanuit een bepaald gebied wordt gekeken naar wat noodzakelijke voorzieningen zijn op terreinen als veiligheid, educatie, zorg, duurzaamheid, woningbouw en ruimtelijke ordening

negatieve en positieve preventie

het organiseren van preventie gebeurt volgens de principes nabijheid, integraliteit en tijdigheid.
negatieve preventie probeert barrieres op te werpen om ongewenst gedrag in het publieke domein tegen te gaan.

positieve preventie tracht burgers om zodanig te integreren dat ze zich gedragen als normale, zelfredzame en verantwoordelijke elementen van de samenleving

versterking burgerschap en civil society

actief burgerschap is de term om aan te duiden dat ieder mens vooral zelf verantwoordelijk is voor de eigen levens-, gezins- en werkomstandigheden en dat iedere burger zich inzet voor zijn gezin, vrienden, buurt, gemeente en de samenleving.
het ideaal van de civil society is een samenleving waarin burgers veel zelf doen en de staat op de achtergrond blijft

vermaatschappelijking van de zorg

de zorg krijgt meer in en door de samenleving vorm. de samenleving zou zich nadrukkelijk moeten openstellen voor mensen met een beperking en hen actief moeten helpen bij hun maatschappelijke participatie

privatisering

de laatste 15 jaar is de overheid actief bezig om taken en diensten af te stoten en over te laten aan de markt. in de sociale sector is dit volop aan de orde, bijvoorbeeld door mensen zelf te laten betalen voor zorg en welzijnsdiensten, maar ook door mensen die een stoornis of ernstige tekortkoming hebben, een persoonsgebonden budget toe te kennen

beroepscode

hier staat gedragsregels en normen in opgenomen

normatief beroep

een beroep waarin je vanuit bepaalde waarden moet werken

beschermende rol

wanneer je als sociaal werker kiest zonder meer partij

intermediaire rol

wanneer je als sociaal werker een weg moet vinden tussen conflicterende belangen

verschillende rollen sociaal werk

veranderaar
verbinder

onderzoeker

renaissance

wedergeboorte, wat duidde op de hernieuwde belangstelling voor de griekse en romeinse oudheid

humanisten

schrijvers en geleerden in 1500 die in de kunst, archtectuur, literatuur en filosofie werkten

rasphuis

in 1596 opgericht, jonge mannelijke misdadigers werden hier opgesloten. ze moesten er monotone dwangarbeid verrichten, voornamelijk hout raspen.

spinhuis

rasphuis voor vrouwen, waar wol spinnen hun voornaamste taak was

verlichtingsdenken

vanaf 1650 tot 1800, een beweging van filosofen, politieke denkers en natuurwetenschappers die het dogmatische geloof in het absolute gezag van kerk en bijbel niet meer accepteerden

maatschappij tot nut van 't algemeen

opgericht door vader en zoon nieuwenhuijzen in 1784, ze zette zich sterk in op volksverlichting en volksontwikkeling. motto was: beschaving door ontwikkeling van kennis en deugden. ze verrichtte pionierswerk door het stichten van scholen en bibliotheken en richtte de spaarbank op

instituut voor doven in groningen

opgericht in 1790, het eerste instituut in nederland waar niet alleen dove kinderen een opleiding kregen, maar ook kinderen met een verstandelijke beperking

werkverschaffingsproject johannes van den bosch

arme gezinnen en werklozen uit de steden wilde hij naar drenthe sturen om het land te ontginnen en er vervolgens akkerbouw en veeteelt te bedrijven

maatschappij van weldadigheid van johannes van den bosch

opgericht in 1818, een soort projectontwikkelingsmaatschappij. in de dorpen willemsoord, frederiksoord en wilhelminaoord werden wegen aangelegd en huizen en voorzieningen gebouwd

armenpatronaat

kwam vanaf 1820 in nederland, nieuw aan deze methode van armenzorg was dat ze niet uitsluitend door geestelijken, maar vooral door leken werden uitgeoefend. de methoden kenmerkten zich door kleinschaligheid, individualisering door persoonlijke aandacht en vertrouwen winnen, onderzoek door middel van huisbezoek, persoonlijk toezicht en begeleiding en methodisch werken

paupers

armen die soms al generaties lang werkloos waren en van de bedeling moest leven

sociaal-liberale

ontplooiden nieuwe initiatieven en stuwden bestaande activiteiten in een nieuwe richting

woningswerk

sociaal-liberalen richtten woningbouwverenigingen op die arbeidswoningen bouwen

ons huis

eerste volkshuis in nederland, opgericht in 1892 in amsterdam, geinspireerd op toynbee hall in het londense east end

settlementswork

academici en studenten vestigden zich in de armsten wijken, door tussen het volk te wonen, trachten ze de kloof tussen arm en rijk te overbruggen

sociale samenhang

kent tussen mensen doorgaans een ruimtelijk component, denk aan bijvoorbeeld een buurt, club, bejaardentehuis, stad of land

verschillende niveaus sociale samenhang

samenhang binnen een groep mensen
samenhang tussen groepen

samenhang binnen een grote sociale eenheid

superdiversiteit

het feit dat vooral de grote steden toegegroeid zijn naar een demografische situatie waarin geen etnische groep meer in de meerderheid is en waar talloze kleinere en grotere culturele gemeenschappen ontstaan

groeiende diversiteit

de diversiteit neemt niet alleen toe door de toename van het aantal etniciteiten, maar ook doordat binnen culturele groepen zelf aanzienlijke verschillen bestaan

sociaal kapitaal

het onderlinge vertrouwen tussen mensen en tussen groepen in een samenleving

bonding (binding)

bonding duidt op het vermogen van mensen om bindingen aan te gaan die bijdragen aan een goede groepsinterne samenhang

bridging (overbrugging)

duidt op het vermogen van mensen om onderlinge verschullen te overbruggen

linking (verbinding)

de sociaal werker heeft een rol om te zorgen dat mensen verbindingen realiseren die hen verder op weg kunnen helpen

wijkgericht werken

een aanpak die gericht is op een wijk of buurt. deze aanpak komt voort uit de overtuiging dat sociale problemen zoals armoede, gebrek aan sociale samenhang, verloedering en dergelijke zich concentreren op bepaalde plekken en in bepaalde buurten

systeemtheoretische aanpak

sociaal werkers in wijkteams proberen integrale hulp te verlenen en zich te richten op een samenhangende benadering

t-shaped sociaal werkers

specialisten met generalistische competenties die interdisciplinair kunnen werken in diverse teams en werkomstandigheden

maatschappelijk werker

ondersteunt mensen die problemen hebben met hun sociaal functioneren

sociaal makelaar

iemand die contant schakelt en verbindt tussen partijen en die helpt om plekken en initiatieven te faciliteren en te ontwikkelen ten behoeve van de leefbaarheid van wijk en buurt

wijkmanager

accent ligt op ketenregie: zorgt dat partijen optimaal samenwerken aan gezamenlijke opgaven

multiproblems

bijvoorbeeld verslaving, geen vast adres, eenzaamheid en psychische problemen.

service integration

verschillende vormen van hulpverlening moeten op elkaar afgestemd worden en moeten zich richten op een specifieke combinatie van problemen van de betreffende burgers

de buurthuiswerker

de organisatoren van activiteten, de kenners van de buurt en zorgen vaak voor het beheer van het centrum

sociale competenties

hoe je met andere mensen kunt omgaan en hoe je andere mensen met jou laat omgaan

culturele comptenties

het vermogen om je te uiten op verbale en non-verbale wijze en het vermogen om andere mensen te begrijpen

interculturele competenties

het vermogen om met diversiteit om te gaan

socialisatie

de overdracht binnen het gezin, school, media, buurt, publieke ruimte en vrijetijdsvoorzieningen

leeftijdsfasen 0-23 jaar

0-3 jaar baby/peuter
4-6 jaar kleuter

6-12 jaar basisschoolkind

13-18 jaar puber/adolescent

18-23 jaar jongvolwassene

pedagogische stoornissen

ernstige problemen die zijn veroorzaakt door de opvoeding, bijvoorbeeld misbruik, verwaarlozing en een eenzijdige opvoeding

sociale stoornissen

kunnen voortkomen uit een zeker gebrek aan sociale vaardigheden, deels uit meer groepsgebonden kenmerken

strong ties

als je opgevoed wordt in een wereld waar heel sterke en beperkende banden zijn, bijvoorbeeld in een streng gelovig milieu, kan dat leiden tot onvermogen om je in andere milieus te bewegen

weak ties

door om te gaan met veel mensen uit verschillende achtergronden, vergroot je je sociale en culturele competenties en dus je kans om je in de moderne maatschappij te handhaven en vooruit te komen

peergroup

een groep van gelijken of een vriendengroep die intensief met elkaar omgaat. in zo een groep heersen bepaalde normen en waarden

jeugdcultuur

kenmerkt zich door een gemeenschappelijke levensstijl die zich uit in bepaalde opvattingen

individualisme en identiteit

staat de laatste vijftig jaar centraal in de ontwikkelingspsychologie. de jeugdfase dient om jezelf los te maken, zelfstandig te worden en een eigen identiteit te verwerven

jeugdbeleid

hierin formuleren en regelen we hoe ondersteuning het beste geboden kan worden. is vooral gericht op het leren samenleven, sociaal functioneren en toegang krijgen tot onderwijs, arbeidsmarkt, jeugdzorg etc. veelvoorkomende doelen zijn bescherming, ontplooiing of ontwikkeling, gedrag, participatie en activering

operatie jong

acht ministers besloten samen te gaan werken om tot een integraal en goed afgestemd jeugdbeleid te komen

voor- en vroegschoolse educatie

heeft als doel om onderwijsachterstanden bij kinderen zo veel mogelijk te voorkomen of te verminderen via een doorgaande educatiebe lijn. gaat om combinaties tussen peuterspeelzalen en voorschoolse educatieactiviteiten

Quiz
Cirkulation
PRELIM (1-50)
what is a business?
Biologi kroppen åk 8 Kap 6.1
latin
Historia universal
Dacriocistitis, ectropión y entropión
bio 2 exam diapo systeme dygestif
Epiescleritis y Queratitis
STRATEGY FORMULATION
Conjuntivitis bacteriana y vernal
DLD EXAM REVIEWER
sts L4 M
Tracoma
Spelling
Math
Math
Line
DM manifestaciones oculares
.....
incas
Feuerwehr
Computer Science Test Y8 Unit1
atomic structure
Český jazyk
New words v.41
chem 30 oct exam
geo 20 oct exam
math 20 oct exam
ela 20 oct exam
bio 30 oct exam
BLED CHAP 38
STS L1 M
v.42
EDP
BLED CHAP 13
sts L2 M
philo
Math by Clarissa
pyschology RM key terms
chap.7 derivations
Latin chap.7 vocab
Midterms: ELEC
Jugo gástrico
sara
Parts of the Microscope 🔬
Parts of the Microscope 🔬
NBCD 2
41
PSY chap 3