Als een verorderning en de hogere regeling elkaar niet doorkruisen en niet strijdig zijn, kunnen de regelingen blijven bestaan naast elkaar.
Een avv kan buiten werking worden gesteld als:
- de avv onmiskenbaar onverbindend is
- er grote schade wordt verwacht als de avv toch uitgevoerd zal worden
- er geen andere rechtsgang openstaat om een voorziening te treffen
Als een uitzending uiterst onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig is en iemand benadeeld wordt, kan met succes worden gevraagd om een uitzending te verbeiden op grond van art. 7 Gw
De rechter mag de overheid wel bevelen om maateregelen te treffen, maar mag niet bepalen welke maatregelen de overheid moet treffen.
Een tongzoen kan niet gelijkgesteld worden aan geslachtgemeenschap of een vergelijkbare gedraging. Hierdoor is art. 242 Sr niet meer van toepassing op een tongzoen.
Het idemniteitsbeginsel is niet onverenigbaar met de herbouwwaarde: schade mag dus worden uitgekeerd op grond van deze waarde.
De grondslag van vordering van de eisende partij bepaalt de competentie van de burgerlijke rechter. Als deze zijn vordering baseert op een privaatrechtelijke regel is dus de burgerlijke rechter bevoegd.
De burgerlijke rechter is bevoegd in een geschil te oordelen als het gaat om schuldvorderingen.
Een natuurlijke verbintenis kan voortvloeien uit een dringende plicht van moraal en fatsoen.
Wie zich beroept op het ontbreken van de wil moet aantonen dat de wederpartij begreep (of redelijkerwijs heeft moeten begrijpen) dat deze wil ontbrak.
Een advertentie waarin een individueel bepaald goed te kooop aangeboden wordt, is geen (vrijblijvend) aanbod maar een uitnodiging tot onderhandelen. Hierbij zijn verschillende factoren van belang.
De verkeersopvattingen verzetten zich ertegen dat men op grond van dwaling de nietigheid niet in kan roepen van een speculatieve overeenkomst met een argument dat men zich achter gezien in de werkelijke waarde had vergist.
Wie eigen onderzoek nalaat en op de juistheid van de mededelingen van diens wederpartij vertrouwt, kan zich toch beroepen op dwaling.
Voor de vaststelling van de inhoud van de overeenkomst moet niet alleen naar de taalkundige uitleg gekeken worden, maar ook naar de bedoeling van de partijen, de maatschappelijke positie van partijen, hun kennis van het recht en hun wederzijdse verwachtingen daaromtrent.
Onder een onrechtmatige daad valt teven handelen of nalaten in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Als een object op meerdere plaatsen kan staan op een eigendom, hoeft niet de plaats gekozen te worden die het minste nadeel toebrengt aan derde; er is niet per definitie sprake van misbruik van eigendomsrecht.
Wanneer iemand geen redelijk belang heeft bij het plaatsen van een object en deze plaatsing bedoeld is om achterliggende bedoeling te maskeren, kan dit misbruik van bevoegdheid opleveren.
Verbintenissen kunnen alleen ontstaan als deze uit de wet voortvloeien (art. 6:1 BW). Let wel: dit hoeft niet rechtsreeks op grond van de wet. De verbintenis moet passen in ons wettelijk stelsel. Dit betekent dat een verbintenis ook kan onstaan uit het ongeschreven recht.
Aan de hand van de volgende ciriteria kan worden vastgesteld of sprake is van gevaarzetting:
- De mate van waarschijnlijkheid dat het slachtoffer het geval niet tijdig herkent
- De kans op een ongeval
- De ernst van de mogelijke gevolgen
- De vraag of veiligsmaatregelen meer of minder gemakkelijk getroffen kunnen worden
Een gedraging is slechts onrechtmatig als de mate van waarschijnlijkheid van het ongeval als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.
Hinder die iemand ondervindt in het genot van zijn eigendom moet beschouwd worden als een inbreuk op diens eigendomrecht.
Schadevergoeding uit onrechtmatige daad kan ook bestaan uit de overdracht van een huis.
Een gebouw dat duurzaam met de grond verenigd is in de zin van art. 3:3 BW moet naar haar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven.
Of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade en nog vele andere omstandigheden van het geval. Hier vallen plaatselijke omstandigheden onder.