VBM
Elk zorgverlener moet uitgaan van:
- Eerbied voor het mens zijn van ZV
- Door inzet om zijn/haar leven zo menswaardig mogelijk te maken
Soorten VBM
1) Fysieke interventie
- Pen + dopsysteem
- Driehoeksgordel (bekken)
- 5 puntsgordel (heupen, schouder, benen)
- Onrusthekkens
- Verpleegdeken
- Slaapzak
- Rolstoel in remstand
- Zetel in diepe zit/ligstand
- Geriatrische zetel/rolwagen met voorzettafel
- Beschermwant
- Polsteren van de handen
- Deur/afdeling sluiten
- Halve deur
- Dwaaldetectiesysteem
- Tentbed
2) Mechanische fixatie
3) Medicamenteuze fixatie
- Rustgevende medicatie
Alternatieve maatregelen
1) Preventief werken
2) ZV afleiden
3) ZV kans even om zijn onrust kwijt te raken
4) Isolement voorkomen
5) Milieu scheppen waar storend gedrag in veilig omgeving aanvaardbaar is
6) Rol van familie bij fixatie
Wie bepaalt VBM
1) Multidisciplinair besproken
2) Ingebed zijn in het handelingsplan
3) Uitgeschreven staan in fixatieplan
4) Kan niet zonder overleg
5) Geregristreerd in formulier
6) Periodiek geevalueerd worden
Fixatieprotocool
1) In welke situatie ZV gefixeerd mag worden
2) Hoe ZV gefixeerd
3) Welke controle en rapportage moeten gebeuren
4) Wie mag wijzigen
5) Redenen voor opheffen van fixatie
6) Wie je moet verwittigen
Risico van fixeren (5)
1) Verstikking
2) Angst
3) Agressief gedrag
4) Weefselbeschadiging
5) Verdriet
Observatie van verzorging bij gefixeerde ZV
1) Zit, ligt de ZV comfortabel
2) Heeft de fixatie haar doel bereikt
3) Controleer de ZV op mogelijke risicos die hij loopt door fixatie
4) Maak de fixatie om de 2 uur los voor beweging
5) Geef de ZV om de 2 uur kans om te drinken en urineren
6) Geef familie of bezoek duidelijke afspraken
7) Beantwoord de beloproep onmiddelijk