Ovido
Language
  • English
  • Spanish
  • French
  • Portuguese
  • German
  • Italian
  • Dutch
  • Swedish
Text
  • Uppercase

User

  • Log in
  • Create account
  • Upgrade to Premium
Ovido
  • Home
  • Log in
  • Create account

Filosofie begrippen module 2

sociale filosofie

filosofie over samenlevingen (gezin/land)

politieke filosofie

filosofie over organisatiestructuur/bestuur van die samenleving

praktijken

een complexe coöperatieve activiteit met standaarden van excellentie

instituties

instellingen, faciliteren een praktijk (gericht op geld en status)

utopie

ideaal beeld van een samenleving waarin iedereen gelukkig is

dystopie

schrikbeeld van een hele slechte/problematische samenleving. Bedoeld als waarschuwing voor onze samenleving

negatieve vrijheid

afwezigheid van belemmering (zoals wet) om keuzes te maken (liberalisme)

positieve vrijheid

mogelijkheid/ruimte voor zelfontwikkeling

autarkie

zelfvoorzienendheid

aristocratie

beperkte democratie waarbij alleen elite mannen mogen stemmen

democratie

het volk heeft de uiteindelijke macht/regeert
indirect: via volksvertegenwoordigers

direct: via referenda

dictatuur

alleenheerschappij

monarchie

staatshoofd vanuit koningshuis (erfelijk)

oligarchie

een klein groepje heeft de macht

republiek

president is gekozen staatshoofd

tirannie

onderdrukkende alleenheerschappij

theocratie

geestelijkheid heeft de macht

natuurlijke rechtvaardigheid

iedereen kent zijn plek en handelt daarnaar, het individu is ondergeschikt aan de staat

filosoof-koning

de meest wijze wijze die alleen regeert

werkers, wachters, wijzen

rangen van de maatschappij, aangeboren
boeren, vaklieden, kooplieden: matigheid

soldaten, politie, bewakers: moed

filosofen, wetenschappers (politici, rechters): wijsheid

+rechtvaardigheid

decadentie

moreel verval. Als leiders ondeugdelijk zijn en/of er geen natuurlijke rechtvaardigheid is

machiavellisme

de heerser moet sterk zijn en alles doen om aan de macht te blijven (om zo oorlog te voorkomen)

opportunisme

van alle kansen maximaal profiteren

contractfilosoof

filosoof die uitgaat van een staat gebaseerd op sociaal contract (overeenkomst van iedereen met iedereen)

Leviathan/de soeverein

alleenheerser, sterfelijke God, zo eng dat niemand tegen durft te spreken

natuurtoestand (Hobbes)

toestand buiten de geordende samenleving (staat). Oorlog allen tegen allen (ieder voor zich)

natuurrecht (Hobbes)

vrijheid om eigen macht te gebruiken om in leven te blijven

natuurwet (Hobbes)

1. Je moet je leven leiden op een manier waardoor je zelf in leven blijft
2. fundamentele natuurwet door vrede, je moet voor vrede sommige van je vrije rechten afstaan

sociaal contract (Locke)

er moet een staat worden opgericht om bezit te beschermen

natuurtoestand (Locke)

de vrije mens leeft in de natuur en neemt uit die natuur wat hij nodig heeft (er ontstaat tekort en uiteindelijk toch strijd)

natuurrecht (Locke)

rechten die je van nature hebt, gelden voor alle mensen
1. recht op leven -> gezondheid

2. recht op bezit

3. recht op vrijheid

het doel van de staat is om deze rechten te beschermen voor alle burgers

volkssoevereiniteit

het volk is uiteindelijk de heerser/heeft uiteindelijk de macht

liberalisme (Locke)

de overheid moet de burgers zo veel mogelijk vrijheid geven (met rust laten), vrijheid als natuurrecht

natuurstaat

toestand zonder staat, volledige vrijheid en zelfbepaling, best mogelijke toestand

vervreemding (Rousseau)

een vreemdeling voor jezelf worden / jezelf uit het oog raken

de algemene wil

alle besluiten zijn gebaseerd op de wil van iedereen, het echte sociaal contract, volledige directe democratie.
Hiermee kunnen we in de buurt komen van de natuurstaat

revoluties

gereedschapsgebruik en landbouw. Hierdoor is de natuurstaat veranderd in een moderne natiestaat

perfectibilité

(vervol)maakbaarheid

amour-propre

onnatuurlijke en slechte vorm van zelfliefde
ijdelheid -> bezit, status,geld

amour-de-soi

natuurlijke zelfliefde
willen overleven, vrij willen zijn en jezelf willen zijn

pseudo-contract

wat de staat is, een nepcontract (stiekem is het contract alleen van de bezitters)

schadebeginsel

de overheid mag alleen ingrijpen in het leven van burgers als deze met hun daden anderen of de maatschappij of de staat schade toebrengen

liberalisme (Mill)

vrijheid centraal, inperking van de macht van de overheid

vrijheid van meningsuiting

alles mogen zeggen. Essentieel voor een politieke maatschappij, nders veranderen levende overtuigingen in dode dogma's

libertarisme

niets mag de keuzevrijheid van burgers in de weg staan (heftigere vorm van liberalisme)

nachtwakersstaat

overheid die alleen bestaat uit politie, leger en rechtssysteem

verzorgingsstaat

staat betaald sociale regelingen, gezondheidszorg en onderwijs

dialectiek

model voor het verloop van de geschiedenis via elkaar opheffende tegenstellingen

aufhebung

opheffing, er ontstaat een nieuwe tegenstelling, de oude verdwijnt

historisch idealisme (Hegel)

these, antithese en synthese zijn denkbeelden

historisch materialisme (Marx)

de verloop van de geschiedenis wordt gestuurd door materiële omstandigheden

onderbouw

materiële basis van de maatschappij

bovenbouw

ideologische bovenlaag (religie, filosofie, politiek, media), wordt bepaald door de onderbouw

kapitalistische economie

kapitalisme: mensen kunnen zelf kapitaal bezitten, zijn kapitalisten

meerwaarde

wat het product meer waard is dan grondstoffen, arbeidskosten en vaste kosten (nettowinst)

accumulatie

de opeenhoping van bezit bij een (kleine) meerderheid, stijgt altijd als mensen kapitaal bezitten

vervreemding (Marx)

niet meer mens kunnen zijn (geen gezinsleven, hobby's of vrije tijd)

verelendung

de proletariër krijgt het in een kapitalistische maatschappij steeds slechter: steeds harder werken voor steeds minder geld

het subject als product

geen kern, vast karakter

epistèmè

het heersende mensbeeld in een bepaald tijdperk

discipline

disciplinering: heeft als doel normalisering, maar de norm is altijd verzonnen of willekeurig

machtspraktijken

uitoefeningen van macht door instituties, vaak onder de oppervlakte (onderwijs, zorg etc.)

structuralisme

wij worden volledig gevormd door sociale structuren

sociale conditionering

goed gedrag belonen en slecht gedrag afstraffen onderling tussen gelijken

sociale controle

elkaar in de gaten houden en controleren op wangedrag

vita activa

arbeiden, werken, handelen

vita contemplativa

het beschouwende leven (nadenken, filosoferen. (Denk aan Marx' bovenbouw)

arbeiden

zorgen voor overleving, salaris verdienen en uitgeven

werken

produceren van duurzame goederen (vakmanschap, hobby, kunst)

handelen

jezelf uiten in de polis (stad/gemeenschap), deelnemen aan debat, discussie en politieke besluiten

banaliteit van het kwaad

het kwaad is niet groots en duivels, maar juist alledaags (Eichmann WOII)

consensus

dat iedereen het met elkaar eens is/de beslissing steunt

intersubjectiviteit

als de beslissing gericht is op consensus is deze intersubjectief: tussen personen tot stand gekomen (vanuit overleg) en dus door die personen gesteund

machtsvrij diskurs/discours

manier van spreken / overleggen zonder machtsuitingen

communicatief handelen

gebaseerd op overleg samen en zonder machtsuitoefening

strategisch handelen

je eigen doelen behalen en de 'vijand' overwinnen -> individualistisch en met veel machtsgebruik

leefwereld

onze persoonlijke levenssfeer met vrienden en familie (er wordt communicatief gehandeld)

systeem

grote bedrijven, huidige politiek (er wordt strategisch gehandeld)

originele positie

denkbeeldig moment waarop je de staat opricht en inricht (wetten, regels, bezitsverdeling) -> gedachtenexperiment

sluier van onwetendheid

waarbij je niet weet wat jouw positie in de maatschappij is (gedachtenexperiment)

verdelende rechtvaardigheid

(principes 2a en 2b) rechtvaardige verdeling van middelen en macht. De principes garanderen een min of meer rechtvaardige verdeling

procedurele rechtvaardigheid

de rechtvaardige uitkomst wordt gegarandeerd door de rechtvaardige procedure

Quiz
PT most used verbs (35)
Ions polyatomiques
ions monoatomiques
sc.hum
WHF 3
Chapter 6/9 - copy
law
social
conflict and peace
Health conditons
Franse woordjes voorwerpen beschrijven
spanish assessment
FRANS AAAA
Most used words in English
Unit 3 Part 2
Analytisk kemi
Classics test 1
Unit 3 Part 1
Bunding enertgy
Bio 112L Respiratory System
bättre jakt - dovvilt - nya
religion
CREE phrases
Proof Reading/Editing
CREE NOUNS
CREE BODY PARTS
CREE FOODS
CREE ANIMALS
biologia hormonas
Psychology 100 Final (Chapters 9-14)
Law Midterm
History of the Atom Model
FAR Revenue Recognition
Science topic 9
1-10th Amendments
Estilo indirecto
tyska 1
tranlate
English 2
nouns pt1
Buddhism reading quiz #2
latn 7
Cold War Questions - copy
cree prepositions pt2
cree prepositions
spainish 💵🤪💅👰‍♂️
Zenuwstelsel Y1-KT
Chapter 6 - copy
Axial/Appendicular Skeleton 4/5 - copy
plant id week 2