prikkel waarvoor de prikkeldrempel van het zintuig het laagst is
uiteinden van bepaalde zenuwen waarin een impuls ontstaat door extreme druk, door extreme temperaturen of door chemische stoffen die vrijkomen bij beschadiging of ontsteking van weefsel
binnenste laag van de wand van het oog met lichtreceptoren
aanpassing van de gevoeligheid van een zintuig aan een aanhoudende prikkelsterkte
plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat
ruimte tussen het hoornvlies en de iris
mechanische receptoren waarin een impuls ontstaat als het celmembraan wordt vervormd door lichte aanraking of druk
centrum van het netvlies waarmee je het scherpst kunt zien
gevoelige organen die prikkels uit het interne en externe milieu kunnen waarnemen
ruimte tussen de iris en de ooglens
opening in de iris
receptoren in de huid waarin een impuls ontstaat door warmte of kou
receptoren die een impuls afgeven als hun celmembraan buigt of uitrekt; bijvoorbeeld tast- en drukreceptoren
drempelwaarde waarboven een prikkel een impuls veroorzaakt in een zintuigcel
receptoren waarin een impuls ontstaat door zichtbaar licht
receptoren die bepaalde moleculen uit de omgeving binden, bijvoorbeeld smaak- en reukreceptoren
plaats in de hersenen waar de impulsen worden verwerkt die ontstaan in het netvlies
diepte zien door het vergelijken van de beelden van beide ogen in gezichtscentra in de hersenen
lichtreceptoren in het netvlies met een lage prikkeldrempel voor licht, waarmee je contrasten (zwart-grijs-wit) kunt waarnemen
lichtreceptoren in het netvlies met een hoge prikkeldrempel voor licht, waarmee je kleuren en details kunt waarnemen
gedeeltelijke kruising van uitlopers in beide oogzenuwen, net boven de hypothalamus