chemie blok 2
stereo-isomerie
atomen zijn op dezelfde manier verbonden maar de ruimtelijke positie van de atomen verschilt
enantiomeren
de twee spiegelbeeldisomeren
alcohols
ROH
Ethers
ROR
Aldehydes
RCHO
Ketones
RCOR
Carboxylic acids
RCOOH
Esters
RCOOR
amines
R3N
naamgeving alkanolen
plaatsnumm van de functionele groep word voor naam functionele groep geplaatst
lipiden zijn...
niet wateroplosbare celcomponenten
triglycerides welke is welke: vet en olie
vet is verzadigde triglyceride olie onverzadigt
phospholipiden welke groep?
fosfaat groep voor een vetzuur
glycolipiden welke groep?
een suikergroep voor een vetzuur
3 kenmerken voor celmembraan (lipiden)
samenstelling uit glyco enof phospholipiden / lipifen dubbellaag en celwand is afscheidimg voor cellulaire structuren
steroiden
lipiden met gemeenschappelijke 4-ring structuur
2 kenmerken voor steroiden
deel van celmembraan en cholesterol als basis voor andere steroiden en hormonen
wat zijn allemaal lipiden
fatty acids, steroids, triglycerides
waarvoor zijn koolhydraten verantwoordelijk?
korte termijn energie opslag
een koolhydraad is een
simpele koolwaterstof
conplexe koolwaterstoffen
polysaccharides
welke 3 biomoleculen zijn er?
aminozuren, peptides en eiwitten
2 klassificaties van eiwitten
globulair en vezelig
primaire structuur
aminozuren, polypeptide keten
secundaire structuur
alfa hekix en beta sheet
tertiare structuur
interacties tussen de rest groepen van aminozuren
quartaire eiwitsrructuur
de conformatie, eiwitvouwing
eiwitproductie DNA
desoxyribonucleic acid
eiwitprodyctoe RNA
ribonucleic acid
welke nucleotiden vormen basenparen?
Adenine met thymine en guanine met cytosine
DNA bestaat uit?
suiker fosfaat groep en een base
biopolymeren
materialen die je kan vinden in de natuur
synthetische polymeren
door de mens gemaakt
3 belangrijke biopolymeren
polysacchariden, eiwitten en polynucleotiden
eigenschappen biopolymeren
complex, grote verscheidenheid, lineair of vertakt, vouwpatroon uniek per biopolymeer
oxyzuren
bevatten waterstof en een oxy-anion
oxyanion
bevat zuurstof en een ander element
definitie volgens arrhenius
Base: stof die opgelost OH- vormt Zuur: stof die opgelost H+ vormt
Definitie Bronsted-Lowry
Zuur: staat protonen af donor. Base: neemt protonen op acceptor
amfolyten
stoffen die protonen kunnen opnemen en afstaan ook wel amfotere
wat zijn 5 lipiden
fatty acids, triglyceride, fosfolipide, glycolipide en steroiden
purines
adenine en guanine
pyromidine
tyrimine en cytosine