Ovido
Språk
  • Engelska
  • Spanska
  • Franska
  • Portugisiska
  • Tyska
  • Italienska
  • Nederländska
  • Svenska
Text
  • Stora bokstäver

Användare

  • Logga in
  • Skapa konto
  • Uppgradera till Premium
Ovido
  • Hem
  • Logga in
  • Skapa konto

GS BegrippenToets Periode 3

Romeinse Imperium

Het Romeinse Rijk.

Klassieke vormentaal

Manier van uitdrukken door de Grieken en de Romeinen.

Confrontatie

(Gewelddadig) treffen van twee groepen.

Germaanse cultuur

Alle gewoonten en gebruiken van de Germanen.

Romeinse Imperium

Het Romeinse Rijk.

Koning

Heerser over een gebied die opgevolgd wordt door een familielid.

Republiek

Land dat geen koning of keizer heeft.

Consul

Hoge bestuurder van Rome.

Senaat

Bestuursvergadering waarvan de leden uit de rijkste en machtigste families van Rome kwamen.

Aristocratie

Bestuursvorm waarbij een kleine groep rijken de macht heeft.

Volksvergadering

Vergadering van mannen met burgerrecht.

Burgerrecht

Het recht jezelf Romein te noemen met de daarbij horende voorrechten.

Imperium Romanum

Het Romeinse Rijk.

Bondgenootschap

Een afspraak om elkaar te helpen.

Dictator

Bestuurder met onbeperkte macht, alleenheerser.

Burgeroorlog

Oorlog tussen twee groepen binnen één land.

Keizer

Hoogste bestuurder in het Romeinse Rijk vanaf 27 voor Christus.

Provincie

Deel van een land met een eigen bestuur.

Pax Romana

Periode van rust en welvaart in het Romeinse Rijk in de eerste twee eeuwen na Christus.

Germanen

Door taal en afkomst met elkaar verwante volken in Midden- en Noord-West Europa.

Grote Volksverhuizingen

Grote verplaatsing van volken en stammen in Europa tussen 300 en 500 na Christus.

Imperium

een groot rijk onder de heerschappij van een keizer of een andere bestuurder.

Sociale laag

Een bepaalde bevolkingsgroep in een samenleving.

Liefdadigheid

Het geven van hulp zonder er iets voor terug te verwachten.

Slaven

Mensen die het bezit zijn gemaakt van een ander en niet vrij zijn en geen rechten hebben.

Agrarisch-stedelijke samenleving

Maatschappij waarin de landbouw het belangrijkste middel van bestaan is, maar waar steden een belangrijke functie hebben.

Grootgrondbezitter

Persoon of instantie die veel grond in bezit heeft.

Opstand

In verzet komen tegen de machtigste persoon of instantie.

Polytheïsme

Godsdienst waarin meerdere goden worden vereerd.

Monotheïsme

Godsdienst waarin maar één god wordt vereerd.

Profeten

Personen die boodschappen van God doorgeven.

Tenach

Het heilige boek van de joodse godsdienst.

Oude Testament

OT, het eerste onderdeel van het heilige boek van het christendom.

Messias

De gezalfde, volgens de joden een persoon die door God gestuurd zal worden om hun bijzondere relatie met hem te herstellen.

Christen

Volgeling van Jezus Christus.

Apostel

Iemand die door Jezus werd gestuurd om zijn leer te verspreiden.

Nieuwe Testament

NT, tweede onderdeel van het heilige boek van het christendom.

Bijbel

Het heilige boek van de christenen.

Vervolgd worden

Proces waarbij personen of groepen worden achtervolgd, opgepakt en gestraft.

Staatsgodsdienst

Enig toegestane godsdienst in een land.

Bataafse Opstand

Opstand van de Bataven tegen de Romeinen, 69 - 70 na Christus.

Romanisering

Het verspreiden van de Romeinse cultuur in de door de Romeinen veroverde gebieden.

Quiz
Income tax Intro
Entrep
japanese
Family Jap
Etnicitet sociologi
electricity
are u a good pookie?!?
Biologi 5.4 Ekosystemen + 5.5 Hållbar utv
Ch 4-6
sociologi
Développement de la personne
reading exam
German
so läxa protestantiska kyrkan
socail deffinitions
so läxa ortodoxa kyrkan
anthro week 5 quiz
Production systems
r
accounting 1-3
etre
avoir
Muscle Tissue
körkort teori
hjärnloben och dess funktion
stora testet
CFP
engels parsing sentences
so läxa katolska kyrkan
Weber, Marx, Durkheim, Addams, Mead, Simmel, Du Bois
fil
biology
Hjärnlober
DT 5 - Luftväg
BIO 112L EKG
french 2.2
action words
places
Health Science Quiz
Chap.2 Psycho
Jainism Terms
travels
ES : SVT
Nervous System - Cell Biology Semester 2
english termanology
english
english macbeth
history renaissance medicine
grammatica h3
numbers