- Dit zijn de inkomsten die een bedrijf verdient door zijn normale bedrijfsactiviteiten, zoals de verkoop van goederen of diensten.
- Ze worden geboekt op het moment dat ze verdiend worden, ongeacht wanneer het geld daadwerkelijk ontvangen wordt.
- Dit is het geld dat een bedrijf daadwerkelijk ontvangt in een bepaalde periode.
- Ontvangsten kunnen voortkomen uit verschillende bronnen, zoals de verkoop van goederen of diensten, leningen, of investeringen.
Bruto toegevoegde waarde ookwel omzetbelasting
x 1.21
/1,21
0% 9% en 21%
wordt als opbrengst gezien zodra een bedrijf de dienst leverd
ontvangst wordt gezien als een bedrijf het bedrag gestort krijgt
obbrengsten en ontvangsten kunnen in verschillende periodes vallen
geld lenen wat je later terug betaald
als een bedrijf een verkoop doet op krediet geeft hij de goederen aan de klant zonder de klant direct te laten betalen de betaling kan in een andere periode vallen als de opbrengst
belangrijk voor het bepalen van de winst in een bepaalde periode
cruciaal voor het beheren van de cashflow om inzicht te hebben in het daadwerkelijke beschikbare geld voor uitgave
zijn waarde van middelen die gebruikt worden om inkomsten te genereren. kosten worden geboekt op het moment dat de middelen worden verbruikt
- Dit is het geld dat een bedrijf daadwerkelijk uitgeeft of betaalt
aankoop van goederen of diensten, betaling van salarissen, huur, enzovoort.
bezittingen en vorderingen van een bedrijf
Materiële vaste activa: gebouwen machines voertuigen
Immateriële vaste activa: patenten, merknamen, software
Financiële vaste activa: - Langetermijninvesteringen zoals deelnemingen in andere bedrijven en verstrekte langetermijnleningen.
Voorraden: Grondstoffen, halffabricaten
Debiteuren: klanten die producten of diensten hebben gekocht maar nog niet hebben betaald.
Liquide middelen: - Kas, banktegoeden en andere direct beschikbare middelen
Passiva zijn de verplichtingen en schulden van een bedrijf
Langlopende Schulden: - Schulden die langer dan een jaar openstaan
Kortlopende Schulden:- Schulden die binnen een jaar moeten worden terugbetaald kortlopende leningen, belastingschulden
het verschil tussen activia
Gestort en opgevraagd kapitaal
agioreserve:
ingehouden winst:
Herwaarderingsreserve:
activa (debet):
vaste activa
vlottende activa
totaal activa
passivia (credit)
eigen vermogen
langlopende schulden
kortlopende schulden
totaal passivia
totaal activia (debet) en totaal pasivia (credit)
- Omzet (Netto-omzet)
- Kosten van de omzet
- Brutowinst
- Bedrijfskosten (Operationele kosten)
- Bedrijfsresultaat (Operationele winst)
- Financiële baten en lasten
- Resultaat voor belastingen
- Belastingen
- Nettoresultaat (Winst of verlies)
Dit zijn de totale inkomsten uit de verkoop van goederen en diensten, minus kortingen en retouren.
Voorbeeld: Een bedrijf verkoopt producten ter waarde van €200.000 in een jaar, en er zijn €10.000 aan retouren en kortingen. De netto-omzet is dan €190.000.
Dit zijn de directe kosten die gemaakt worden om de verkochte goederen of diensten te produceren, zoals grondstoffen en productiekosten.
Voorbeeld: De kosten voor de grondstoffen en productie van de verkochte producten bedragen €80.000.
Dit is de netto-omzet minus de kosten van de omzet.
Berekening: Netto-omzet (€190.000) - Kosten van de omzet (€80.000) = Brutowinst (€110.000).
Dit zijn de indirecte kosten die gepaard gaan met de bedrijfsvoering, zoals salarissen, huur, marketing, en afschrijvingen.
Voorbeeld: De bedrijfskosten bestaan uit salarissen (€30.000), huur (€20.000), marketing (€10.000) en afschrijvingen (€5.000). Totaal: €65.000.
Dit is de brutowinst minus de bedrijfskosten.
Berekening: Brutowinst (€110.000) - Bedrijfskosten (€65.000) = Bedrijfsresultaat (€45.000).
Dit omvat inkomsten en uitgaven uit niet-operationele activiteiten, zoals rente-inkomsten, rente-uitgaven, en andere financiële resultaten.
Voorbeeld: Het bedrijf heeft €2.000 rente-inkomsten en €3.000 rente-uitgaven. Netto financiële lasten: €1.000.
Dit is het bedrijfsresultaat plus of minus de financiële baten en lasten.\Berekening: Bedrijfsresultaat (€45.000) - Netto financiële lasten (€1.000) = Resultaat voor belastingen (€44.000).
Dit zijn de belastingen die betaald moeten worden over het resultaat voor belastingen.
Voorbeeld: Stel de belastingdruk is 25%, dan is de belasting: €44.000 * 25% = €11.000.
Dit is het resultaat voor belastingen minus de belastingen.
Berekening: Resultaat voor belastingen (€44.000) - Belastingen (€11.000) = Nettoresultaat (€33.000).
Onveranderlijke kosten zoals huur en salarissen van het management.
Kosten die variëren met de productie, zoals grondstoffen en verzendkosten.
Toewijsbare kosten aan specifieke producten of projecten, zoals directe arbeid en materialen.
Algemene kosten die niet direct aan specifieke producten kunnen worden toegewezen, zoals kantoorbenodigdheden en nutsvoorzieningen.
Dagelijkse bedrijfsvoeringskosten zoals huur van bedrijfsruimte, salarissen en marketing.
Kosten die niet direct verband houden met kernactiviteiten, zoals rente-uitgaven en belastingen.
Door deze kostensoorten te begrijpen, kan een bedrijf beter inzicht krijgen in zijn kostenstructuur en effectieve strategieën ontwikkelen voor kostenbeheersing en winstoptimalisatie.
- Bepaal de totale indirecte kosten
- Kies een basis voor de toewijzing:
- Bereken het opslagpercentage:Deel de totale indirecte kosten door de gekozen basis en vermenigvuldig dit met 100 om het opslagpercentage te krijgen.
Het break-evenpunt is het punt waarop de totale inkomsten van een bedrijf gelijk zijn aan de totale kosten, wat betekent dat er geen winst of verlies wordt gemaakt. Dit concept is cruciaal voor bedrijven omdat het hen helpt te begrijpen hoeveel ze moeten verkopen om hun kosten te dekken.
Break-evenafzet is het aantal eenheden dat een bedrijf moet verkopen om het break-evenpunt te bereiken. Dit is de hoeveelheid productie of verkoop waarbij de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten.
Kosten die niet variëren met de productie- of verkoopvolumes (bijv. huur, salarissen).
De prijs waarvoor elk product wordt verkocht.
: Kosten die variëren met het productievolume (bijv. grondstoffen, directe arbeid).
totale vaste kosten / ( verkoopprijs per eenhied - variabele kosten per eenheid)
(totale vaste kosten / aantal eenheden) + variabele kosten per eenheid
- Financiële kengetallen, ook wel financiële ratio's genoemd, zijn verhoudingsgetallen die worden gebruikt om de financiële gezondheid, prestaties en efficiëntie van een bedrijf te analyseren.
- Analyse van de financiële gezondheid
- Vergelijking
- Besluitvorming:
- Identificatie van trends
- Liquiditeitsratio's
- Solvabiliteitsratio's
- Rentabiliteitsratio's
- Efficiëntieratio's
current ratio = vlotte activia / kortlopende verplichtingen
quick ratio = (vlotte activia - voorraad) /kortlopende verplichtingen
eigen vermogen / totale activia
totale schulden / eigen vermogen
(ROA) return of assets= nettowinst / totale activia
(ROE) return of equity = nettowinst / eigen vermogen
tijd om investeringen terug te verdienen
investeringsbedrag / jaarlijkse kassastromen = .... jaar