Ovido
Idioma
  • Inglês
  • Espanhol
  • Francês
  • Português
  • Alemão
  • Italiano
  • Holandês
  • Sueco
Texto
  • Maiúsculas

Usuário

  • Entrar
  • Criar conta
  • Atualizar para Premium
Ovido
  • Início
  • Entrar
  • Criar conta

Aardrijkskunde se3

circulaire economie

economie waarbij grondstoffen en afval vrijwel volledig worden hergebruikt

duurzame stad

een stad die energieneutraal is en afval hergebruikt, zodat toekomstige generaties er goed kunnen blijven leven

energietransitie

overgang in het gebruik van fossiele naar hernieuwbare energie

grootstedelijke functies

activiteiten in bedrijvigheid, openbaar bestuur, kennis, cultuur en recreatie, wwarvan de bevolking in de wijde omtrek van steden gebruikmaakt

landschapsvervuiling

aantasting van de harmonie in het landschap of het uitzicht door plaatsing van objecten

milieuvervuiling

aantasting van de omgeving als gevolg van menselijke activiteiten, door afvalstoffen, geluid, licht, straling en dergelijke

reikwijdte

de afstand die klanten willen afleggen voor een voorziening

smart city

een stad die maximaal gebruik maakt van digitale technologie: computers en internet

verzorgingsgebied

gebied rond een voorziening waar de meeste mensen gebruikmaken van die voorziening

voorzieningsniveau

het aantal en de kwaliteit diensten, goederen en activiteiten (in een plaats)

belevingseconomie

economie waarbij de uitstraling van een product of dienst meer waard is dan de inhoud

creative stad

een stad met veel werkgelegenheid in creative beroepen

(demografische) krimp

daling van het aantal inwoners in een gebied

drempelwaarde

het minimumaantal klanten of gebruikers waarbij een voorziening nog renabel is

kenniseconomie

een economie die gebaseerd is op hersenkracht en dienstverlening

sciencepark

bedrijfterrein met kennisintensieve bedrijven, die vaak samenwerken met een universiteit (campus)

bestemmingsplan

juridisch document waarin staat wat de gebruiks- en bouwmogelijkheden zijn voor een gebied

Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

beleidsstuk van de rijksoverheid waarop de ruimtelijke ordening gebaseerd wordt

ruimtelijk beleid

de plannen van de overheid voor het gewenste huidige en toekomstige gebruik van de ruimte in nederland

ruimtelijke ordening

alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte: wat mag waar

gentrificatie

het proces waarbij in een oudere wijk steeds meer woningen opgeknapt worden, waardoor er menen met een hoger inkomen komen wonen: hierdoor stijgen de huizenprijzen en het voorzieningsniveau in de wijk

groeikern

door het rijk aangewezen gemeente waar galerijflats en laagbouw gebouwd werden om suburbanisatie op te vangen

herstructurering

het slopen van slechtere huurwoningen en de nieuwbouw van duurdere koopwoningen

stadsvernieuwing

het verbeteren van de kwaliteit van de woningen door de overheid (1980-1990)

transformatie

aanpassingen van de bebouwing en infrastructuur in een gebied waarbij het gebied nieuwe of meerdere functies krijgt

VINEX

afkorting voor Vierde Nota Extra, een beleidsdocument van het Rijk over de ruimtelijke ordening uit 1991

bewonerskenmerken

1 leeftijd, 2 inkomen, 3 huishoudenstype

huishoudenstype

het aantal mensen in en de samenstelling van de bewoners van een woning

openbare ruimte

ruimte die er voor iedereen is, maar die soms van niemand lijtk te zijn

wijk- en buurtprofiel

de belangrijkste kenmerken van een epaalde buurt samengevat: bewonerskenmerken, woningkenmerken en de inrichting van de openbare ruimte

woningkenmerken

1 ouderdom van de woning, 2 eigendom, 3 woningtype

objectieve sociale veiligheid

de veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie is geteld

onderhoud

mate waarin de openbare ruimte tijdig wordt opgeruimd en hersteld

overzichtelijkheid

een goede inrichting en indeling van de openbare ruimte

sociale cohesie

de bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in een buurt, elkaar te informeren en te helpen

sociale veiligheid

de bedreiging van de veiligheid die van binnen de samenleving komt, zoals misdrijven en overtredingen tussen burgers onderling

subjectieve sociale veiligheid

het gevoel dat mensen in een buurt hebben over de veiligheid

toegangkelijkheid

ook kwetsbare mensen kunnen gebruikmaken van de openbare ruimte

toezicht

aanwezigheid van een aanspreekpersoon in de openbare ruimte

benedenloop

het laatste deel van de rivier, tot de monding

bovenloop

het bovenste gedeelte van de rivier, vanaf de bron

debiet

de hoeveelheid rivierwater die een bepaald punt passeert, uitgedrukt in kubieke meter per seconde

klimaatverandering

de verandering van het klimaat over een langere tijd (30jaar)

lengteprofiel

de doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding, bestaat uit boven,-midden- en benedenloop

middenloop

het middelste gedeelte van de rivier dat zich tussen de bovenloop en de benedenloop bevindt

onregelmatiger neerslagregiem

de schommelingen in de hoeveelheid regen die er in een jaar valt, wordt groter

piekafvoer

hoge afvoer van de rivier op een bepaald moment

regiem

de schommeling in de hoeveelheid water die een rivier per jaar afvoert

stroomgebied

gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar zee stroomt

stroomstelsel

een rivier met al zijn zijrivieren

temperatuurstijging

wereldwijde stijging van de gemiddelde temperatuur

verhang

het verval per kilometer, uitgerekend door het hoogteverschil tussen twee plaatsen van de rivier te delen door de afstand in kilometers tussen die twee plaatsen

verval

het hoogteverschil tussen twee punten langs de rivier

waterafvoer

de hoeveelheid water die langs een bepaald punt stroomt, uitgedrukt in kubieke meters per seconde

waterscheiding

de grens tussen twee stroomgebieden

zeespiegelstijging

wereldwijde stijging van het gemiddelde zeeniveau

binnendijks gebied

het gebied dat door winterdijken tegen de rivier wordt beschermd en waar de mensen wonen

buitendijks gebied

het gebied tussen de twee winterdijken waar de rivier stroomt

dijkverzwaring

versteviging en verhoging van de dijken om het achterland beter te beschermen

dwarsprofiel van de rivier

dwarsdoorsnede van de rivier. in nl bestaat deze bij een bedijkte rivier uit: winterdijk, uitwerwaards, zomerdijk, rivier, zomerdijk, uiterwaard en winterdijk

kanalisatie

het nemen van maatregelen gericht op het reguleren van het waterpeil in een rivier door middel van stuwen en sluizen.

kribben

dammen loodrecht op de rivieroever die moeten voorkomen dat de oever afkalft en die er ook voor zorgen dat het water in het midden van de rivier het snelst blijft stromen

menselijk handelen

verandering door de mens in het rivierengebied/stroomgebied

ontbossing

het verdwijnen van bos door menselijke activiteiten

stuwen

vaste of regelbare dammen in de rivier voor het handhaven van het waterpeil en het regelen van de wateraanvoer

uiterwaard

gebeid tussen de rivier en de winterdijk dat overstroomt, wanneer de rivier buiten zijn oevers treedt

verhoogde en versnelde piekafvoer

wanneer de hoogste afvoer na een regenbui (piekafvoer) hoger wordt en eerder optreedt

verstening van het oppervlak

door toegenomen vertedelijking neemt het oppervlak van straten en wegen toe

vertragingstijd

de hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

winterbed

het gebied tussen de beide winterdijken dat bestaat uit zomerbed en uiterwaard

zomerbed

de bedding waar de rivier's zomers doorheen stroomt

hoogwaterbeschermingsprogramma

programma van rijkswaterkeringen en de waterschappen met maatregelen om de primaire waterkeringen in 2050 te hebben versterkt

rijkswaterstaat

nederlandse overheidsorganisatie die in opdracht van het ministerie de (vaar)wegen onderhoudt

rivierbedverruim

het creeren van extra ruimte voor de rivier door middel van diverse maatregelen zoals het afgraven van de uiterwaarden, het verplaatsen van de dijken en het verdiepen van het zomerbed

ruimte voor de rivier

programma waarin rijkswaterstaat samen met waterwschappen, gemeenten en provinciesonze rivieren op ruim dertig plaatsen meer ruimte geeft

waterkeringen

een overkoepelende term voor bouwwerken als stuwen, sluizen, duinen, dijken en dammen

waterschappen

nederlandse overheidsorganisatie die zorgt voor het waterbeheer in een regio

acceptatie

accepteren dat door klimaatverandering meer risicos ontstaan op wateroverlast en watertekorten

adaptatie

aanpassen aan het veraderende klimaat door in te spelen op toenemende wateroverlast en watertekorten

afvoer bevorderen

zorgen dat water zo snel mogelijk weg kan stromen naar de zee door belemmeringen weg te nemen

bergen (opslaan)

tijdelijk opslaan van water, bijvoorbeeld in retentiegebieden of door speciaal aangewezen gebieden tijdelijk onderwater te zetten

deltaprogramma

nationaal plan met maatregelen om de waterveiligheid en zoetwatervoorziening te garanderen

infiltratie

het inzakken van regenwater in de bodem

integraal waterbeheer

samenwerking van overheden en andere partijen om te zorgen voor veiligheid, voldoende en schoon water

intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)

organisatie van de VN die onderzoek naar klimaatverandering evalueert

koninklijk nederlands moteorologisch instituut (KNMI)

wetenschappelijk instituut dat onderzoek doet naar het weer en klimaat

sparen

het verlies van water zo klein mogelijk houden

toekomstscenario

mogelijk beeld van hoe de toekomst eruit kan zien (op het gebied van klimaatverandering)

vasthouden (retentie)

voorkomen dat al het regenwater naar sloten en rivie wordt afgevoerd, bijvoorbeeld door het aanleggen van groenvoorzieningen zodat het water in de grond kan infiltreren

dijkring

gebied dat wordt beschermd tegen water uit de grote rivieren, de grote meren en de zee

ontwateren

het afvoeren van water uit de bodem om de grondwaterstand te laten dalen

overstromingsrisicobewustzijn

het kunnen inschatten of de eigen omgeving kan overstromen

springtij

de situatie van hoge vloed en lage eb

aanvoeren

water naar een bepaald gebied toe laten stromen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het hoofdwatersysteem

grondwateronttrekking

het oppompen van grondwater waardoor de grondwaterstand daalt

Quiz
Tentafrågor
GCSE Biology Paper 1 Tribology, Infection and Response
Wortschatz Alles Gute zum Geburtstag
Histoire de l'art de l'antiquité gréco-romaine de 7000 ACN à 600 PCN
Histoire de l'art de l'antiquité gréco-romaine de 7000 ACN à 600 PCN
geschiedenis begrippen de Grieken
Homeostas
akhlak
megan
study
compréhension orale
Cofactors and their uses
Arbeit und Büro
Das Haus
Supermarkt und Lebensmittel
Verkstadshandboken -C
socio
Verkstadshandboken -C
Verkstadshandboken - B
Business Chapter 1
Ana
socialogy
A level health and social care
Fission & Fusion
verandermanagement
zweedse woordjes
VEd
HSK1 Combination Vocabulary & Their Meanings MULTIPLE CHOICE
historia
oeil
scienze
Bosniska 1
Importance of Manufacturing
lipid lowering
Enzyme
psicologia cognitiva capitolo 3
Biochemistry test
Übung 36
Metalltyper
VETENSKAPSTEORI
vetenskapsteori
faraid
ibadat
Verkstadshandboken- A
Computer Science
glosor
Storia del pensiero psicologico
Chimica
Ripasso Laboratiorio
it