geschiedenis
industrialisatie
uitbreiding van industrie
industrie
productie in fabrieken
industriele revolutie
ingrijpende verandering in de product methoden waarbjn handarbeid word vervangen door machines
moderne tijd
5de periode 1800+
sector
deel van economie
tijd van burgers en stoommachines
8ste tijdvak 1800-1900
vakbond
organisatie van werknemers
eerste kamer
parlement
kabinet
gezamelijke ministers
liberaal
politieks iemand die meer vrijheid wil
minister president
premier
parlement stelsel
bestuursysteem waarin het parlement meeste macht heeft
provinciale staten
volksvertegenwoordiging in de provincie
regeringsleider
aanvoerder van de regering
tweede kamer
deel van parlement waarvan leden door burgers zijn gekozen
staatshoofd
persoon met hoogste gezag in staat
bijzondere school
niet openbare school
discriminatie
zeggen dat de een beter is dan de ander door bijv gender of huidskleur
confessionelen
mensen die in de politiek uitgaan. van het christelijk geloof
klasse
bevolkingsgroep
politieke partij
organisatie invloed probeert te krijgen op het bestuur
sociale wet
wet voor steun aan mensen die niet voor zichzef kunnen zorgen
uitbuiten
misbruik maken van iemand
afzetgebied
gebied waar producten worden verkocht
bezetten
sls een leger een gebied verovert en in bedwang houd
conferentie
vergadering
europanisering
verspreiden van europeese cultuur
genocide
volgens plan een volk uitmoorden
mogendheid
staat
begin van aandrijving van textielmachines door stoommachines
1800
willem | wordt koning van nederland
1815
grondwet van thorbecke
1848
aletta jacobs naar universiteit
1871
kinderwetje van houten
1874
kuyper richt eerste politieke partij op
1879
van gogh schildert aardappel letters
1885
algdmddn kiesrecht voor mannen en vrouwn
1919