internationaal recht - ARW 2
Staat
1. overheid gezag
2. over een bepaalde groep mensen
3. op een bepaald grondgebied
4. moet relaties aan kunnengaan met andere staten
Rechtssubjecten
1. Staten
2. internationale organisaties
3.natuurlijk personen
volgens sommigen ook:
volken, de mens, bedrijven, internationale non-gouvernementele organisaties
rechtsstreekse/directe werking
burger kan zich er direct op beroepen, 'een ieder verbindend'
rechtsstreekse toepasselijkheid/doorwerking
Hoe het doorwerkt in het recht
voor- en nadelen transformatiesysteem
+ land houd greep op eigen recht
+ wetgever kan de in het verdrag geldende materie aanpassen aan eigen wensen
- werking van het internationale recht kan worden aangetast door de nationale maatregelen
voor- en nadelen incorporatiesysteem
+ internationaal recht behoud hoge hierarchische plaatsbehouding
+ conformeringsverplichting, landen zijn verplicht de verdragen te goeder trouw ten uitvoer te leggen. de wetgever mag niet wetten invoeren die onverenigbaar zijn met internationaal recht
- staten moeten meer macht uit handen geven
beoordeling rechtstreeks werking CAN-arrest
1. art. 93 Gw benoemen
2. CAN-arrest criteria bijlangs:
- noemt totstandskomingsgeschiedenis of verdragstekst dat er sprake is van rechtstreekse werking?
- zo nee -> kijken naar inhoud van de bepaling
-voldoende nauwkeurig
- onvoorwaardelijk (niet aanvullende maatregelen)