Utilisateur
voordat, eerst, daarna, wanneer, vroeger
en, ook, ten eerste, vervolgens, ten slotte
maar echter, hoewel, toch, daarentegen
zoals, zo, evenals, in vergelijking met
door doordat, waardoor, te danken aan
om te, daarmee, waarmee, opdat, door middel van
bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie
want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk
als, wanneer, mits, tenzij, in geval dat
samengevat, conclusie, dus, vandaar, al met al, hieruit volgt
persoonsvorm en onderwerp staan niet in hetzelfde getal
incongruentie
incongruentie
incongruentie (= een collectief)
een woord of zinsconstructie is letterlijk overgenomen uit een andere taal, terwijl hier een Nederlandse variant voor is.
barbarisme
barbarisme
barbarisme
je zegt twee keer hetzelfde
tautologie
tautologie
tautologie
je noemt een kenmerk dat al in het woord zit
pleonasme
pleonasme
pleonasme
een onjuiste combinatie van twee woorden of woordgroepen
contaminatie
contaminatie
contaminatie
je gebruikt twee keer een ontkennend woord, waardoor je het eigenlijk bevestigd.
dubbele ontkenning
dubbele ontkenning
dubbele ontkenning
Om een gelijkenis aan te geven
Om een verschil aan te geven
onderwerp (verricht de handeling)
lijdend voorwerp of na een voorzetsel (wordt gehandeld)
Hun = meewerkend voorwerp (krijgt of verliest het lijdend voorwerp)
Er worden twee hoofdzinnen aan elkaar gekoppeld. Beide mededelingen zijn even belangrijk. Je gebruikt de voegwoorden en, maar ,want, of. Of je gebruikt een komma.
Er wordt een hoofdzin aan een bijzin gekoppeld. De bijzin kan niet los worden geschreven, omdat deze een functie heeft in de hoofdzin. Met onderschikking kun je verschillende verbanden aangeven. Je gebruikt voegwoorden zoals: dat, waar, omdat, doordat, als, terwijl, zodra etc.
namelijk, bijvoorbeeld, met andere woorden, zo